Reconstructie van besluit ingetrokken proefschrift
De buitenpromovendus van wie het doctoraat werd afgenomen is Egyptische gynaecoloog
Het was een even opmerkelijke als zeldzame gebeurtenis, de intrekking van het doctoraat die de universiteit onlangs bekendmaakte. De Commissie Wetenschappelijke Integriteit (CWI) had na onderzoek geconcludeerd dat het gewraakte proefschrift niet voldeed “aan belangrijke principes van wetenschappelijke integriteit, zoals zorgvuldigheid en precisie, betrouwbaarheid en controleerbaarheid en replicatie.”
Auteur van het Utrechtse probleemproefschrift blijkt de Egyptische gynaecoloog Ahmed Badawy, blijkt na gesprekken met betrokkenen. De Universiteit Utrecht had zijn naam zelf niet bekend gemaakt vanwege privacyregels. Badawy promoveerde in 2008 als buitenpromovendus bij Nick Macklon, destijds hoogleraar voortplantingsgeneeskunde en gynaecologie bij het UMC Utrecht.
Het is zeer uitzonderlijk dat iemand in Nederland de doctorsgraad weer in moet leveren. ‘Naar mijn weten is dit voor de Universiteit Utrecht de eerste keer’, aldus universiteitswoordvoerder Maarten Post. In Tilburg gebeurde dit in 2011 wel al eens, toen hoogleraar sociale psychologie Diederik Stapel gefraudeerd bleek te hebben met tenminste 55 artikelen. Stapel stond zijn doctorstitel toen vrijwillig af.
Vruchtbaarheidsproblemen
In zijn proefschrift, dat de universiteit inmiddels offline heeft gehaald, onderzocht Badawy de behandeling van vruchtbaarheidsproblemen bij vrouwen. Hij keek met name of bepaalde medicijnen een eisprong stimuleerden bij vrouwen met polycysteus ovariumsyndroom (PCOS). Bij deze aandoening, die 5 tot 10 procent van alle vrouwen treft, vormen zich blaasjes met vocht in de eierstokken waardoor ovulatie minder vaak plaatsvindt.
Alle negen proefschrifthoofdstukken publiceerde Badawy in medische vaktijdschriften verschenen. Twee van deze publicaties zijn inmiddels al teruggetrokken door de betreffende tijdschriften, drie anderen hebben een waarschuwingsvlaggetje gekregen.
De terugtrekking van het proefschrift is extra gevoelig omdat sommige van Badawy’s resultaten zijn meegenomen in overzichtsstudies van het invloedrijke Cochrane. Zo zag hij dat vrouwen met PCOS niet vaker zwanger werden als ze het middel letrozol namen dan wanneer ze clomid kregen. Andere onderzoeksgroepen zagen dit echter wel; letrozol is inmiddels het voorkeursmedicijn bij PCOS. Het effect van letrozol kan echter onderschat zijn doordat Badawy’s bevindingen meegewogen hebben in de overzichtsanalyses.
Cijfers aangepast
De intrekking van het doctoraat blijkt het sluitstuk van een jarenlang proces, dat aangezwengeld werd door Ben Willem Mol, een Nederlandse hoogleraar voorplantingsgeneeskunde en gynaecologie aan de Universiteit van Melbourne, Australië. Hij kwam de problemen voor het eerst op het spoor toen hij een aantal jaar geleden als tijdschrift-editor een wetenschappelijk artikel van Badawy ter inzending onder ogen kreeg, vertelde hij hierover eerder in de Volkskrant. Die krant schreef een jaar geleden over publicatieproblematiek binnen de medische wereld. Zo zag Mol onder meer dat de omvangrijke studie onmogelijk gedaan kon zijn in de korte periode die beschreven stond. Hij wees het stuk af.
Ben Willem Mol, Nederlandse gynaecoloog die in Australië werkt
Later verscheen het stuk echter wel in een ander vakblad, ontdekte Mol, maar met nieuwe getallen. Het was reden voor de hoogleraar om het werk van Badawy en diens collega’s nader onder de loep te nemen. In een artikel in het European Journal of Obstetrics and Reproductive Biology in 2020 beschrijft hij hoe 25 van de 36 onderzochte Egyptische artikelen grote fouten bevatte. Zo kwamen bepaalde tabellen in meerdere publicaties voor, terwijl verschillende vrouwen onderzocht zouden zijn. Mol vermoed dat een groot deel van de studies helemaal niet plaatsgevonden heeft. Het kwam hem op beschuldigingen van racisme te staan vanuit Egypte.
Het weerhield Mol er niet van om aan de bel te trekken bij Badawy’s promotor Macklon en de Universiteit Utrecht. Die laatste startte vervolgens een integriteitsonderzoek. ‘Mooi dat er nu zo’n duidelijk besluit is’, reageert Mol desgevraagd op de intrekking van het doctoraat. Al is hij ook kritisch. ‘Het is nu drie jaar terug dat ik de promotor op de hoogte stelde, dus het heeft wel heel lang geduurd terwijl de casus toch vrij duidelijk is.’
Topje van de ijsberg
Hij wijst erop dat het fraudeprobleem binnen zijn vakgebied veel groter is dan alleen dit proefschrift. ‘Er zijn inmiddels 70 retracties en 70 expressions of concern en dat is nog maar het topje van de ijsberg.’ Hij vermoedt dat het aantal problematische klinische publicaties meer dan 2500 bedraagt. Veel daarvan komen uit regio’s als het Midden-Oosten, waar minder toezicht is op wetenschappelijke studies.
Badawy zelf is niet onder de indruk van zijn teruggetrokken doctoraat. Hij verwerpt de fraudebeschuldigingen, laat hij per email weten. Deze ziet hij als een teken van ‘racisme en discriminatie’. Ook zegt hij dat zijn doctorstitel, die hij ‘als eretitel’ beschouwde, niet ingetrokken is, maar dat hij deze zelf teruggegeven heeft. Hij werkt nog altijd aan de Egyptische Mansoura Universiteit.
Nick Macklon, Badawy’s promotor in 2008, zegt de beslissing van de Universiteit Utrecht te steunen en blij te zijn dat Mol de problemen destijds aankaartte. ‘Het was gepast dat de universiteit toen een onderzoek instelde.’
Utrecht neemt geen specifieke maatregelen tegen Macklon, die inmiddels in Engeland werkt bij de London Women’s Clinic. De woordvoerder: ‘Er is geen aanleiding om te twijfelen aan de wetenschappelijke integriteit van de (co)promotoren. Het betreft een proefschrift dat destijds is beoordeeld en bestond uit artikelen in peer reviewed wetenschappelijke tijdschriften.’
Kwaliteitsstempel
Dat laatste laat precies zien hoe het mis heeft kunnen gaan met deze promotie. Tot een aantal jaar geleden konden buitenpromovendi relatief makkelijk promoveren op onderzoek dat ze elders hadden uitgevoerd, zeker als deze studies al verschenen waren in wetenschappelijke vakbladen. Dat werd gezien als kwaliteitsstempel; de bijbehorende promotiepremie was een makkelijke inkomstenbron voor universiteiten. Voor hun promotie hoefde deze publicaties alleen nog maar even gebundeld te worden in een boekje.
‘Dat is ook wat hier het geval was’, zegt Macklon. Badawy had al zijn onderzoek in Egypte uitgevoerd, en was nooit in dienst van de Universiteit Utrecht. Macklon was inhoudelijk niet betrokken bij de studies, en ook geen co-auteur op de stukken. De hoogleraar en de Universiteit Utrecht kwamen alleen om de hoek kijken toen Badawy aanklopte om te mogen promoveren.
Aangescherpte regels
Inmiddels zijn de promotieregels aangescherpt en zijn dit soort constructies niet meer mogelijk, aldus de universiteit. ‘Registratie van promovendi moet minimaal drie jaar voor de promotie plaatvinden, zodat ze een Utrechts traject doorlopen met bijbehorende kwaliteitsmonitoring en het volgen van onderwijs door de promovendus. Bij aanvang van het promotietraject worden afspraken vastgelegd over opleiding en begeleiding, het monitoren van de voortgang en de samenstelling van het begeleidingsteam, waarbij het vier-ogen-principe wordt gehanteerd.’ Dit laatste houdt in dat promovendi altijd minstens twee begeleiders moeten hebben.
Het huidige fraudegeval is geen reden voor de universiteit om nu ook andere proefschriften van buitenpromovendi onder de loep te nemen. De woordvoerder: ‘We hebben op dit moment geen aanleiding om te veronderstellen dat er andere proefschriften zijn die niet aan de eisen voldoen. Alle proefschriften zijn door een promotiecommissie beoordeeld.’