Roosterdiscussies op hogeschool en universiteit

Heb je liever college in de vroege ochtend of de late middag?

Heb je liever college in de vroege ochtend of de late middag?
Heb je liever college in de vroege ochtend of de late middag?

De tijd dat alle studenten tegelijk college hebben tussen 9 uur ’s ochtends en 16.00 uur ’s middags ligt ver achter ons. Zowel de universiteit als de hogeschool Utrecht hebben speciale roosterschema’s waarmee ze heel precies aan de knoppen kunnen draaien. Daardoor kan het zijn dat je het ene blok vaak heel vroeg moet beginnen, terwijl je bij een ander blok pas laat in de middag begint en dan moet doorgaan tot na 19.00 uur.

Corona-afspraken
Een opvallend verschil tussen universiteit en hogeschool is dat bij de universiteit bijna alle colleges vanaf 9.00 uur op het hele uur beginnen en een groot deel van de colleges bij de hogeschool van 8.30 uur op het halve uur starten. 

Je zou zeggen dat dit een van de maatregelen is die genomen zijn om de toestroom van studenten naar het Utrecht Science Park te regelen. “Als ik met de bus over het Utrecht Science Park rijdt, dan zie ik elk half uur de stroom studenten van de hogeschool op het halve uur en van de universiteit op het hele uur instappen. Dat is voor ons heel prettig”, vertelt buschauffeur Marcel van Qbuzz. 

Maar toch is dat niet zo ontstaan. Die afspraak ontstond pas in 2020 tijdens de coronatijd. Toen na de lockdown het onderwijs weer geleidelijk mocht opstarten, was het grote probleem dat niet iedereen tegelijk naar het Utrecht Science Park kon komen. Zo werden in het provinciaal overleg drie tijdsloten afgesproken. Het Universitair Medisch Centrum Utrecht zou starten om 8.00 uur, de Hogeschool Utrecht om 8.30 uur en de Universiteit Utrecht om 9.00 uur. Zo kwam er een spreiding van de toestroom van studenten. Na corona was de afspraak niet meer noodzakelijk. Maar in de praktijk zijn voor minstens de helft van de colleges op de hogeschool de begintijden niet meer veranderd. 

bus12 foto DUB

Dringen bij bus 12. Archieffoto DUB

Sardientjes in blik
Toch is de discussie over de enorme toestroom van studenten naar het Utrecht Science Park al veel eerder begonnen. Met de komst van de hogeschool naar het Utrecht Science Park nam ook het aantal reizigers toe. Dat begon al eind jaren 80 met de komst van de Faculteit Gezondheidszorg aan de Bolognalaan, gevolgd door de faculteiten Economie & Management, Communicatie & Journalistiek, Maatschappij & Recht en nog later de Faculteit Educatie. Een kleine tien jaar geleden kwamen daar de Faculteit Natuur & Techniek en de HU Diensten bij. 

In die tijd reed er nog geen tram, maar maakten studenten die niet met de fiets kwamen, vooral gebruik van de bus 11 en 12. Die zaten zo propvol, dat er gesproken werd van sardientjes in een blik. De aanvangstijden van de colleges waren toen nog gelijk. Hierdoor waren de bussen steeds op hetzelfde moment propvol. In 2018 was berekend dat er op piekdagen zo’n 40.000 reizigers met de bus naar het Utrecht Science park gingen. Bus 12 reed 23 keer per uur, wat het maximaal haalbare was. 

Minder drukte met de sneltram. Foto DUB

Student uit de spits
In diezelfde tijd was er ook discussie over de OV-jaarkaart voor studenten. Doordat zoveel studenten in de spits reisden, konden de treinen en bussen in Nederland de toestroom niet aan. Minister Jet Bussemaker overwoog afschaffing van de kaart, maar dat werd weggestemd. Het idee was toen dat de instellingen in het hoger onderwijs een boete zouden krijgen wanneer ze de collegetijden niet zouden aanpassen, zodat studenten niet meer in de spits hoefden te reizen.

De Hogeschool Utrecht besloot in 2016 als een van de eerste in het hoger onderwijs de collegetijden aan te passen. Er zou gewerkt gaan worden met een flexibel rooster, waarbij de collegetijden door zouden lopen tot 19.00 uur ’s avonds. Voor deeltijdstudenten werden colleges in het weekend niet uitgesloten. 

De Universiteit Utrecht werd gesommeerd langs te komen bij de toenmalige baas van de NS Roger van Boxtel. Het idee was om vooral voor de eerstejaars avondcolleges te organiseren, zij wonen immers nog veel bij hun ouders. In eerste instantie beloofde de UU mee te denken, maar een maandje later kwam er een persbericht dat de UU niet bereid was collegetijden aan te passen. Volgens de UU waren de tijden al goed verspreid over de dag. 

Met de komst van de sneltram gaat het nu beter met het vervoer en hoewel de treinen nog steeds vol zijn in de spits, is er ook bij de Nederlandse Spoorwegen geen campagne meer om studenten uit de spits te krijgen.

Grafiek: Wanneer heb jij liever college?

Gebrek aan ruimte
Toch is de discussie over meer spreiding van colleges binnen zowel de universiteit als de hogeschool weer opgelaaid. Maar op een heel andere manier. Nu gaat het er niet om studenten uit de spits te krijgen, maar om de tijden zo te spreiden over de week dat de zalen efficiënt gebruikt worden. Het blijkt dat er te weinig collegezalen zijn tijdens de populaire tijden. Met name de dinsdag en donderdag tussen 10 uur ’s ochtends en 15.00 uur ’s middags zijn gewild. 

Bij de hogeschool wordt nog altijd gewerkt met het flexibele schema zoals dat in 2016 is afgesproken. Dat betekent dat collegetijden worden gespreid zodat voorkomen wordt dat zalen op het ene moment propvol zitten en op het andere moment leeg staan. “Wij geven de opleidingen een maximaal aantal stoelen in de gebouwen waar ze niet overheen mogen gaan. Dat zorgt ervoor dat er meer gespreid moet worden in collegetijden.”, vertelt Margot Visser, manager Onderwijslogistiek bij de Hogeschool Utrecht. “In de praktijk zal dat betekenen dat een deel van de studenten in de ochtend begint en dan rond 14.00 uur klaar is, terwijl een andere groep later op de middag start en dan pas rond 19.00 uur stopt. Het tijdstip van 19.00 uur is geen eindtijd, de gebouwen zijn tot 22.00 uur open. Deeltijdstudenten zullen vaak tot later les hebben.” Wat de planning op de hogeschool lastig maakt, is dat je ook moet kijken naar de inhoud van de colleges. Visser: “In het eerste blok zijn er meer hoorcolleges met algemene informatie. Later in het jaar gaan veel studenten op stage en dan is er meer ruimte bij de planning.” 

college-Gedragsbiologie foto DUB

College gedragsbiologie. Foto DUB

Ook bij de universiteit bestaat er grote druk op de roostering. Hier wordt gewerkt met vier contingenten die zalen krijgen toegewezen om colleges te roosteren. De contingenten zijn ‘binnenstad’, ‘Bèta,Geo en Sociale Wetenschappen’, Diergeneeskunde’ en ‘Geneeskunde’. Zij krijgen zalen toegewezen om hun colleges te plannen. Over de hele linie moet 70 procent van de zalen bezet zijn. “We werken met timeslots. Cursussen vallen in een bepaald timeslot. Met onderwijs verdeeld op bepaalde dagen in de week, bijvoorbeeld met timeslot B weet je dat het onderwijs op dinsdagochtend en donderdagmiddag plaatsvindt. Bij de keuze van de vakken is dat handig te weten om te bepalen dat cursussen niet op hetzelfde tijdstip worden geroosterd. Dit maakt het voor studenten mogelijk om bij andere opleidingen vakken te volgen, maar maakt het soms ingewikkeld om efficiënt te roosteren”, vertelt Kim Zunderdorp van de directie Onderwijs. Binnen de contingenten wordt verspreid over de hele week geroosterd. Faculteiten mogen voor een efficiënt gebruik van de ruimtes ook van 17.00 tot 19.00 uur colleges plannen. Dat is bij de ene faculteit vaker de praktijk dan bij de andere. Nu is al aangekondigd dat in het tweede semester (met Solis-id) van komend collegejaarveel zalen niet beschikbaar zijn vanwege renovatie en verbouwingen. “Omdat er minder onderwijsruimtes beschikbaar zijn zal er intensiever geroosterd moeten worden. Er zal dan ook meer gebruik gemaakt moet worden van het tijdslot tussen 17:00 en 19:00 uur”, staat in een bericht op intranet.

bussen- foto Kees Rutten

Na een laat college wachten op de bus. Foto Kees Rutten/Trajectum 

Nieuw roostersysteem
Om dat systeem te verbeteren werkt de universiteit vanaf september 2023 aan het verbeteren van de onderwijsplanning (alleen met Solis-id). Dat moet onder meer zorgen dat er efficiënter gebruik gemaakt wordt van de ruimtes, een betere kwaliteit van het proces en streeft naar meer tevredenheid over de roostering van studenten en docenten. “Op dit moment werken we aan een dashboard dat inzicht geeft in het gebruik van de zalen nu. Dan zie je beter waar de knelpunten zitten en die kunnen we dan gericht gaan aanpakken. We zoeken naar de juiste balans”, zegt projectleider Andrea Bonarius. “Door de verbeterde wijze van planning kunnen we beter aan de knoppen draaien waarbij je rekening kunt houden met de groei of afname van het aantal studenten, de beschikbare huisvesting en de spreiding van colleges, zoals eerst bij corona nodig was  voor het openbaar vervoer.” Concrete voorbeelden kan Bonarius nog niet geven. Daar zal het komend jaar aan gewerkt worden. Maar ook in deze verbeterde onderwijsplanning zal je het niet iedereen naar de zin kunnen maken en zullen de colleges in de avonduren waarschijnlijk niet verdwijnen. 

Advertentie