Interview hoogleraar Ido de Haan

Het dilemma: Mag iedereen altijd deelnemen aan een debat op de universiteit?

Demonstratie tegen Baudet, foto Mel Boas
Protest tegen aanwezigheid van Thierry Baudet bij UU-verkiezingsdebat, foto Mel Boas

Ido de Haan, democratie-expert en hoogleraar politiek geschiedenis, verweet het universiteitsbestuur en het bestuur van de faculteit Recht, Economie en Bestuurlijke Organisatie (Rebo) eind oktober ‘moreel en politiek verwerpelijk gedrag’. Hij deed dit in een open brief die door veertig wetenschappers en studenten was ondertekend. Ze eisten dat het verkiezingsdebat met Thierry Baudet op 22 oktober niet zou doorgaan aan deze universiteit. 

Afgelopen week bevroegen de universiteitsraad en de Rebo-faculteitsraad het universiteitsbestuur, en bleek dat het CvB de uitnodiging van de De Haan heeft aangenomen om verder in gesprek te gaan over democratie en de verantwoordelijkheid van de universiteit. Vooruitlopend op dit gesprek vraagt DUB de hoogleraar waarom hij de brief heeft geschreven en hij voor deze felle toon koos. En vooral: waarom hij zo bezorgd is.

Allereerst, waarom heeft u de brief geschreven?
“Dit gaat over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de universiteit bij het verdedigen van de democratie. Antidemocratische groeperingen zoals FvD zou je als universiteit geen platform moeten bieden. Ik zie het als politiek historicus als mijn verantwoordelijkheid om een standpunt in te nemen in deze cruciale kwestie en te wijzen op onderzoek, zoals van Harvard-hoogleraar Daniel Ziblatt, waaruit blijkt dat de opstelling van gezaghebbende instellingen, zoals universiteiten, bepalend is voor de vraag of fascistische bewegingen brede aanhang krijgen of niet. Daarnaast heb ik als hoogleraar een voorbeeldfunctie en dat heb ik ook laten meeklinken.”

Wat wilde u bereiken?
“Het zou mooi zijn geweest als het faculteitsbestuur en het CvB na de brief hadden besloten dat een debat met FvD geen wenselijk initiatief is op het terrein van de Universiteit Utrecht. Daarnaast wilden we een heel duidelijk signaal afgeven dat de universiteit een belangrijke voorbeeldfunctie heeft als het gaat om democratie.”

Uw brief had een zeer felle toon. U noemt het “moreel en politiek verwerpelijk” dat het faculteitsbestuur van Rebo toestond dat FvD deelnam aan een debat georganiseerd door studenten van de UU. Het bestuur liet volgens u na om moreel leiderschap te tonen en “verzaakte daarmee zijn taak”. U schreef: “Het is een verraad aan de ambities van de UU en een verraad aan de democratie.” Van waar die felle bewoordingen?
“Als je iemand op zijn morele verantwoordelijkheid aanspreekt kan dat confronterend zijn. Maar er staat ook wat op het spel. De toonzetting past bij de ernst van het onderwerp. In de Tweede Kamer zitten nu zeven fascisten. En er zijn in totaal 68 Kamerzetels voor partijen die een deel van hun campagne hebben gebaseerd op xenofobe standpunten; op het uitsluiten van een deel van de burgers in deze samenleving. We willen een signaal afgeven: Waar zijn we gearriveerd in de Nederlandse samenleving?”

Op welke partijen doelt u?
PVV, JA21, FvD, BBB en de VVD

Mag de VVD dus ook niet meer deelnemen aan een debat op de universiteit?
“Dat is onzin; de VVD is geen antidemocratische partij; FvD is dat wel. Op grond van de waarden die de universiteit vertegenwoordigt, heeft zij de verantwoordelijkheid om de democratie te verdedigen. De universiteit is gebaseerd op waarden die gehandhaafd moeten worden.”

Welke waarden zijn dat?
“Allereerst dat de deelnemers aan een debat respect hebben en tonen ten opzichte van andere deelnemers. Daarnaast de bereidheid om op basis van argumenten je mening te vertolken. Voorts het respect voor anderen in de samenleving. Als je zegt dat bepaalde groepen hier niet horen en beter gedeporteerd kunnen worden, zoals FvD doet dan zijn je meningen bij voorbaat gericht op het uitsluiten van anderen. De universiteit staat voor een open gesprek. Wie dat niet wil, moet je geen podium bieden.

“Dat is de paradox van het niet tolereren van de intolerantie. Een debat is niet iets waar iedereen zo maar aan kan deelnemen. Als je spreekt van ‘omvolking’, en met een eufemisme als ‘remigratie’ van culturele minderheden in feite pleit voor etnische zuivering door middel van deportatie ben je niet bezig met het overtuigen van anderen maar met een machtsgreep. Het is fictie te denken dat een debat zonder regels en waarden kan plaatsvinden.”

Heeft u zelf het debat gevolgd toen het doorging?
“Nee. Omdat FvD een platform heeft gekregen op de UU om zijn antidemocratische ideeën te vertolken. Dat deugt niet. Dat had zo niet mogen plaatsvinden. Ik ga daar niet aan bijdragen, ook niet door ernaar te luisteren.”

DUB volgde vorige week de discussies in de universiteitsraad en in de raad van de faculteit Recht, Economie, Bestuur en Organisatie (Rebo) over het besluit van het universiteitsbestuur om het debat met Baudet doorgang te laten vinden. We zetten de standpunten van het bestuur en de vragen en zorgen van de raad nog eens op een rij in het verslag. 

Rector Wilco Hazeleger heeft het besluit om het debat door te laten gaan zowel in een mail aan de open brief-schrijvers, als in de zitting van de Universiteitsraad afgelopen maandag, verdedigd door te stellen dat een debat op de universiteit juist moet kunnen, omdat de universiteit midden in de samenleving wil staan en onderdeel wil zijn van de samenleving.

Hij zei ter onderbouwing: “FvD stond op de kieslijst. Daar kon voor gekozen worden binnen onze democratische rechtstaat. Er was geen sprake van een strafbaar feit en op dat moment moet je accepteren dat er verschillende visies zijn in zo'n rechtstaat en dat die visies ook op tafel kunnen komen.”

De academische vrijheid van wetenschappers is volgens Hazeleger dat zij kunnen reageren op wat in het debat te berde komt. “Wetenschappers hebben de taak te duiden wat de geventileerde visies betekenen voor onze maatschappij. Zo kom je bij de rol die de universiteit heeft. De data en feiten van de samenleving waarin wij leven duiden.” Kortom: Ook het debat waar FvD aan plaatsvindt moet aan de universiteit kunnen.

U bent het duidelijk niet met elkaar eens. Hoe nu verder?
“Ik heb het CvB uitgenodigd het gesprek voort te zetten tijdens een institutions for Open Society- bijeenkomst over de Futures of Democracy. Dat heeft het CvB en ook het faculteitsbestuur geaccepteerd. Daarom wil ik nu niet inhoudelijk vooruitlopen op dit gesprek. Maar ik wil wel zeggen dat ik het natuurlijk belangrijk vind dat de universiteit de maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft om fenomenen te duiden. Dat moeten we blijven doen. 

“Maar daarnaast heeft de universiteit een tweede maatschappelijke verantwoordelijkheid. En daarbij speelt: welke waarden draag je uit? Bied je een podium aan extreme standpunten? En ik maak dan graag een onderscheid tussen extreme en radicale standpunten. Radicale standpunten zijn standpunten die in een discussie binnen de context van de rechtsstaat zeer ferm worden ingenomen. Extreme, en in dit geval de extreemrechtse standpunten van FvD, zijn erop gericht de regels van de democratische rechtsstaat zelf te ondermijnen; de FvD is een beweging die inbreekt in de democratische rechtsstaat om die te vernietigen.

“De eerste verantwoordelijkheid die ik noemde, het duiden, is de dagelijkse verantwoordelijkheid van de wetenschappelijk onderzoekers. De tweede verantwoordelijkheid is een verantwoordelijkheid met betrekking tot de maatschappelijke betekenis van de universiteit: namelijk het bijdragen aan een maatschappij door bepaalde waarden te handhaven.”

FvD, zo stelde u in uw brief, is geen normale partij maar een fascistische beweging gericht op de vernietiging van de democratie en de rechtsstaat; een groep die het parlement misbruikt om de omvolkingstheorie te propageren en de deportatie van hen onwelgevallige groepen te bepleiten; een club die antisemitisme, islamofobie en seksisme als selling points hanteert; een organisatie die erop gericht is om de wetenschap in diskrediet te brengen.” Waar baseert u dit op?
“Het radicaal-rechtse karakter van FvD wordt bijvoorbeeld uiteengezet in het werk van politicologen als Sarah de Lange, hoogleraar Nederlandse Politiek aan de Universiteit Leiden en Léonie de Jonge, hoogleraar aan het Institut für Rechtsextremismus­forschung (IRex) van de Universiteit van Tübingen in Duitsland, die dergelijke extreemrechtse bewegingen grondig hebben onderzocht. Zij benadrukken dat FvD bijvoorbeeld de racistische theorie van de Grand Remplacement van Renaud Camus propageert.

“Daarnaast vond vanwege het racisme en antisemitisme dat woekerde in de FvD in 2020 een uittocht van prominente leden als Joost Eerdmans en Annabel Nanninga plaats.

“En zoals Robin de Slaa, de belangrijkste historicus van het fascisme in Nederland, heeft laten zien, propageert FvD een biologisch gefundeerd racisme en een antisemitisch getoonzette complottheorie over een sinistere elite die met een heimelijke greep naar de wereldmacht de westerse wereld in een existentiële crisis stort.

“De Jonge en Te Slaa wijzen er bovendien op dat dit soort ideeën verkocht worden met verhullend taalgebruik over een ‘homeopathische verdunning’ van de Nederlandse cultuur, over het gevaar van ‘globalisten’, over de wenselijkheid van ‘remigratie’. Op die manier wordt genormaliseerd wat in een democratische rechtsstaat niet aanvaardbaar is.

“Daarom deel ik de inzet van deze collega’s om duidelijk te maken waar we hier mee te maken hebben: FvD is geen gewone partij maar een fascistische beweging. Daar moet je niet mee in discussie gaan over de vraag of er misschien ook iets te zeggen is voor racisme en antisemitisme, of over de vraag of klimaatwetenschap een linkse hobby is. Fascisten moet je geen podium bieden maar bestrijden met alle legale middelen die we tot onze beschikking hebben."

Tot slot. Onder welke voorwaarden kan een politieke partij volgens u wel deelnemen aan een debat aan de universiteit?
“Als een partij de andere deelnemers respecteert, hun bestaansrecht respecteert. Je kan geen open debat voeren met mensen die pleiten voor de deportatie van mensen die niet passen in hun idee van de Nederlandse cultuur of de Europese beschaving; zo’n debat moet je dus ook niet faciliteren. Ik ben blij dat we hierover het gesprek zullen voortzetten. Want het is hard nodig om duidelijk te krijgen wat de verantwoordelijkheid van de universiteit op dit terrein is.’

En wat zegt u tegen de mensen die dit lezen en vervolgens zeggen: “Maar waar is de vrijheid van meningsuiting in dit betoog?”
“Dit gaat niet over de vrijheid van meningsuiting. Binnen de grenzen van de wet mag Forum roepen wat ze willen. Maar niet op de universiteit die voor bepaalde waarden staat die ik zojuist heb verwoord. Ik zal niet oproepen tot een verbod van FvD. Ze doen maar. Maar wij moeten ze geen platform bieden.”

Ido de Haan is hoogleraar Politieke Geschiedenis. Hij is gespecialiseerd in de moderne geschiedenis van West-Europa. Zijn bijzondere aandacht gaat uit naar de gevolgen van regimewisselingen, revoluties en grootschalig geweld, in het bijzonder de jodenvervolging. Daarnaast houdt hij zich bezig met de geschiedenis van het politieke denken, de ontwikkeling van burgerschap, staat en burgerlijke maatschappij in West-Europa en de Nederlandse politieke geschiedenis in de 19de en 20ste eeuw.

Login to comment

Reacties

We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.

Advertentie