DUB sprak drie klimaatactivistische UU’ers
‘Ik geloof dat er altijd mensen zullen vechten voor wat juist is’
‘We gaan dingen moeten inleveren, er zit niets anders op’
Student literatuurwetenschappen Bobbie (19, niet diens echte naam) was eigenlijk liever geen woordvoerder van End Fossil: Occupy! (EFO) Utrecht geweest. Al die interviews leveren die een hoop kopzorgen op. “Ik analyseer alles wat ik gezegd heb altijd nog tien keer. Dan zit ik weer te balen om mijn woordkeuze”, vertelt Bobbie.
Maar iemand moest nou eenmaal de pers te woord staan, al helemaal de afgelopen tijd, waarin de Utrechtse tak van EFO het Minnaertgebouw bezette. "Gelukkig heb ik die dagen zoveel journalisten te woord gestaan, dat alles een beetje een waas is geworden. Dus dan valt er weinig te analyseren", vertelt Bobbie lachend.
Het valt niet altijd mee om fanatiek activist te zijn. Naast persvoorlichting doet Bobbie "eigenlijk van alles” bij EFO: "Opbouwen, structuur geven, eisen schrijven…" Daar is die over het algemeen minstens vijf uur per week mee bezig, en tijdens de bezetting nog veel meer. Van de activiteiten die EFO tijdens die dagen had georganiseerd, heeft die door het constante rondrennen dan ook weinig meegekregen.
"Ik ben pas net weer een beetje bijgekomen", vertelt die. Natuurlijk waren er verbeterpunten, maar een gevoel van trots overheerst. "In maart hadden we onze eerste vergadering, en tweeënhalve maand later zetten we zo'n actie neer."
Bobbie, opgegroeid in een gezin vol activisten, was al langer actief in klimaatbewegingen en is één van de oprichters van de Utrechtse afdeling. Diens eigen leven als activist begon op diens vijftiende, toen die voor het eerst deelnam aan een klimaatstaking.
"Ik miste daardoor veel school en wanneer ik er was, was ik mentaal vaak ergens anders. Dat was soms lastig, want het creëert toch een afstand tot je vrienden", herinnert Bobbie zich. Tegenwoordig zitten veel van Bobbies vrienden bij EFO, dus die zitten in hetzelfde schuitje.
Bobbie realiseert zich dat het ook een privilege is om activist te kunnen zijn, want niet iedereen kan het zich veroorloven daar zoveel tijd aan te besteden. “We proberen EFO zo inclusief en divers mogelijk te maken, maar we blijven natuurlijk een universiteitsgroep.”
Inclusiviteit en toegankelijkheid spelen sowieso een belangrijke rol in de visie van EFO. Het derde gedeelte van het eisenpakket dat ze tijdens de bezetting aan de universiteit presenteerden, focust op zaken die niet iedereen direct met de klimaatcrisis zou verbinden: van betaalbare huisvesting tot een meer inclusieve universiteit. Trekt dat de discussie niet erg breed?
“De klimaatcrisis is niet te zien als los probleem. Klimaat, racisme, seksisme… Het is één, problematisch systeem”, legt Bobbie uit. De omvang van het probleem maakt het soms lastig om optimistisch te blijven, geeft die toe. Volgens EFO moet bijna alles overhoop, zowel binnen de samenleving, als binnen de universiteit. “Dat is moeilijk, maar niet onrealistisch: het kan simpelweg niet anders. We gaan dingen moeten inleveren, er zit niets anders op.”
Bobbie is daarom nog lang niet tevreden met de houding van de universiteit, ondanks een paar successen, zoals het uitroepen van de noodtoestand. De recente reactie van het College van Bestuur op het eisenpakket van EFO biedt enige houvast, maar Bobbie zou graag een concrete tijdlijn zien. “Nu wijst de universiteit vooral naar wat ze al doet. Als daar geen verandering in komt, zullen er hardere acties komen. Escaleren kan altijd nog.”
Bobbie is wel van plan voorlopig UU-student te blijven. “Op andere universiteiten is het niet heel anders, en ik wil mezelf wel blijven uitdagen.”
‘Het voelt soms alsof ik met een piepklein beiteltje aan het bikken ben’
Stel, Anneloes Krul was dit jaar geen studentassessor van het College van Bestuur (CvB) geweest. Had ze dan meegedaan aan de bezetting van het Minnaertgebouw? “Misschien… Ik denk dat die kans er is… Ja, ik had mezelf daar eigenlijk best tussen gezien”, geeft ze toe. Vindt ze dan ook dat de UU alle banden met Shell moet verbreken? "Ja." Het is een duidelijk antwoord.
De bezetting van het Minnaertgebouw was voor student sociologie Anneloes daarom een op z’n zachtst gezegd dubbele ervaring. “Ik identificeer me echt als activist”, vertelt ze. Dat is nog maar relatief kort het geval. “Vroeger maakte ik me zorgen over dezelfde onderwerpen, maar keerde ik me vooral naar binnen. Ongeveer acht maanden geleden leerde ik mensen kennen die daar iets anders mee deden.”
Inmiddels is Anneloes zelf ook actief bij Extinction Rebellion. Onlangs werd ze nog met een waterkanon van de A12 gespoten. Deze maand was ze aanwezig bij de protesten voor de overleden Belgische student Sanda Dia. “De problemen in de wereld zijn gerelateerd aan elkaar, dus probeer ik in mijn activisme intersectioneel te zijn”, legt ze uit.
Toch bevond Anneloes zich tijdens de bezetting van het Minnaertgebouw opeens aan de ‘andere kant’. Dit jaar is zij immers onderdeel van het universiteitsbestuur, dat doelwit is van veel kritiek van End Fossil Occupy. Als studentassessor vertegenwoordigt zij de stem van de studenten binnen het CvB.
Dat bevalt goed, vertelt ze. “Het is erg bijzonder om als ‘broekie’ zo serieus genomen te worden, tussen zulke ervaren mensen. En ik heb de vrijheid om het met ze oneens te zijn, dat wordt juist gewaardeerd.”
De bezetting was hectisch en bij vlagen emotioneel, zoals tijdens het grote debat met de bezetters op dinsdag, vertelt Anneloes. “Ik werk het hele jaar samen met de leden van het CvB. Die werden hard aangepakt, terwijl ik wel om ze geef. EFO ziet de universiteit soms als meer hiërarchisch dan ze is. Het CvB is niet te vergelijken met de CEO van een bank. Ze hebben geen almacht. Maar vanaf mijn positie is dat makkelijker te zien.”
Tijdens de bezetting werd er een crisismanagementteam opgetuigd. “Ik heb toen direct aangegeven dat ik daar iets aan kon toevoegen.” Achteraf beschouwd is dat inderdaad gelukt, vindt Anneloes.
“We hebben altijd goed contact met de bezetters gehouden, daardoor was er ook nooit politie nodig. Ik geloof dat het daarbij hielp dat ze wisten dat ik eigenlijk ‘één van hen’ was, met een andere functie. Aan het universiteitsbestuur kon ik juist weer duidelijk maken dat de bezetters goede bedoelingen hadden”, herinnert ze zich.
In die ‘andere functie’ kon Anneloes bijvoorbeeld lobbyen voor het uitroepen van de noodtoestand voor het klimaat. “Dat vond ik het minste wat we als universiteit konden doen. Overal voelen mensen al directe gevolgen van klimaatverandering”, legt ze uit.
Lobbyen kan ontzettend frustrerend zijn, geeft Anneloes toe. “Als activist wil je direct verandering, en het voelt soms alsof ik juist met een piepklein beiteltje aan het bikken ben. Maar je hebt nou eenmaal mensen achter de schermen nodig. Ik voel de verantwoordelijkheid om die rol op me te nemen.”
Grote acties, die druk op de politieke ketel houden, blijven natuurlijk nodig. Zonder de bezetting zou de noodtoestand niet zijn uitgeroepen, vertelt Anneloes. “Het heeft echt effect gehad, ook op minder zichtbare manieren. Er wordt nu bijvoorbeeld veel meer gepraat over de maatschappelijke rol van de universiteit. Het CvB en ik komen steeds dichter bij elkaar.” Lachend: “Henk Kummeling vond zelfs dat mijn speech tijdens de Dies Natalis nog wat activistischer had gemogen.”
‘Er is iets heel erg Nederlands aan het vermogen om degenen die zich verzetten zowel te betuttelen, als te internaliseren’
Het had niet veel gescheeld, of Timothy Stacey’s activistische kriebels hadden ervoor gezorgd dat hij de academische wereld vaarwel had gezegd. In 2011 zat de Brit, voor zijn PhD in sociologie, in een Londense bibliotheek te lezen over solidariteit, of in zijn eigen woorden: “why people give a shit about each other".
Op datzelfde moment braken er grootschalige rellen uit in Londen, nadat de politie Mark Duggan, een zwarte man, had doodgeschoten. “Toen ik de reactie van de gemeenschap zag, mensen die bijvoorbeeld de stad schoonmaakten na de rellen, dacht ik: terwijl ik hier een studie doe naar solidariteit, brengen mensen het daarbuiten in de praktijk”, vertelt hij. “Ik stond toen op het punt om met mijn PhD te stoppen, om gemeenschapswerker te worden."
Dat liep anders. Stacey werd gewezen op etnografie, een onderzoeksmethode waarbij je je onderdompelt in een bepaalde gemeenschap, om inzicht te krijgen in hun gebruiken, dynamiek en cultuur. “Op die manier kon ik er echt deel van zijn en me omringen met mensen die me inspireren”, legt hij uit.
Tegenwoordig is Stacey postdoctoraal onderzoeker aan de Urban Futures Studio van de UU. Daar onderzoekt hij de rol van ‘bezielde elementen’ bij (klimaat)activistisme, zoals mythen en rituelen. “Dat klinkt voor velen als iets religieus, en dat zorgt vaak voor een negatieve bijsmaak. Ik gebruik deze termen echter voor alle mensen, onafhankelijk van hun cultuur, om hun gedrag te verklaren”, verduidelijkt Stacey.
Een favoriete mythe van Stacey, die hij ontwaart bij klimaatbewegingen, is de uitdrukking: ‘we are nature, rising up’. “Dat gaat terug naar een Gaiaanse metafysica, die stelt dat de aarde en haar bewoners eigenlijk één organisme zijn. Onze reactie op het lijden van de aarde is dus niet zozeer de onze, maar, als het ware, van de aarde zelf.”
Stacey kan zijn onderzoek goed combineren met zijn eigen activisme: hij is zelf lid van Extinction Rebellion. “Ik geloof dat er altijd mensen zullen vechten voor wat juist is, en ik wil aan hun kant staan, onafhankelijk van hun kans op succes. Natuurlijk ben ik pessimistisch, maar ik zal daardoor nooit stoppen met proberen.”
Hoe heeft hij, als onderzoeker, maar ook als activist, gekeken naar de bezetting van het Minnaertgebouw? “Ik ben allereerst heel trots op de bezetters. Toch maakte de actie minder indruk dan de bezetting van de UvA in januari. De inzet voelde daar hoger, en de bezetting voelde minder goedgekeurd door hogerop. Maar het is belangrijk om te onthouden dat het altijd moeilijk is om een actie te kopiëren: dan zijn de autoriteiten beter voorbereid”, stelt hij.
Het CvB heeft bovendien gewoon erg gewiekst gehandeld, vindt Stacey. “Er is iets heel erg Nederlands aan het vermogen om degenen die zich verzetten zowel te betuttelen, als te internaliseren. Publiekelijk steunde de universiteit de bezetters en juichte ze het recht om te protesteren toe, maar het CvB negeerde tegelijkertijd hun belangrijkste eisen en maakte duidelijk dat ze bij escalatie gearresteerd zouden worden.”
Hoewel Stacey zich voor kan stellen dat hij de UU ooit zou verlaten vanwege de banden met de fossiele industrie, is dat voorlopig nog niet zo ver. “Universiteiten zijn, ondanks al hun gebreken, nog altijd een plek om op te komen voor wat je gelooft. Ik ben trots op onze expliciete omarming van duurzaamheidsinitiatieven. En ik geloof, ik hoop, dat we op de lange termijn die banden met de fossiele industrie gaan verbreken.”