DUB spreekt één van de bekendste gezichten van het Utrecht Science Park

Mo Korkmaz, al ruim twintig jaar de ‘kebabkerel’

Mo Korkmaz, Mo & Zonen. Foto: DUB
Foto's: DUB

De afgelopen weken waren behoorlijk hectisch voor Mo Korkmaz. De contracten van de foodtrucks op het Utrecht Science Park (USP) lopen in maart namelijk af. Daardoor was het niet vanzelfsprekend dat Mo vanaf 1 april nog steeds zijn lekkernijen op de “plek van zijn dromen” zou mogen verkopen. Dat was afhankelijk van de uitkomst van een poll onder iedereen die op het USP studeert of werkt. Van de zes foodtrucks waarop gestemd kan worden, konden er maar vier een standplaats krijgen

Deze week wordt de uitslag van de poll bekendgemaakt. Maar wanneer ik Mo spreek, is dat allemaal nog lang niet zover. De poll staat op dat moment nog altijd online. 

Dat zorgt voor veel spanning, vertelt Mo. “Het is moeilijk. Ik wil er niet eens aan denken wat er gebeurt, als we niet verkozen worden. Dat zou vooral erg zijn voor mijn kinderen. Die hebben nu gewoon een mooi bestaan, maar raken dan opeens in één klap hun inkomen kwijt. Daarom druk ik al mijn klanten op het hart om écht te stemmen.” 

Mo & Zonen is namelijk, zoals de naam al doet vermoeden, een echt familiebedrijf geworden. Eén van zijn zonen staat met Mo in de kar, zijn andere houdt zich bezig met de logistiek. Zijn vrouw helpt mee met de dagelijkse voorbereidingen.

Mo Korkmaz, Mo & Zonen. Foto: DUB

Simpele Mo
Dat was vroeger wel anders. Hij begon ruim twintig jaar geleden in zijn eentje, “als simpele Mo”, met een wagen van anderhalve meter. Als zoon van een Turkse gastarbeider, verhuisde hij op jonge leeftijd naar Nederland. Hij kwam uit een “leergierig gezin”. Zelf kon hij ook goed leren, dus hij deed vwo en studeerde een tijd Rechtsgeleerdheid aan de UvA. 

Een paar jaar later rondde hij zijn hbo Sociaal Juridische Dienstverlening in De Uithof af. Dat Mo uiteindelijk de ‘kebabkerel’ van het USP zou worden, lijkt met zo’n achtergrond niet geheel vanzelfsprekend.

Daar denkt Mo zelf anders over. “Mensen vragen me vaak: ‘je hebt geleerd, waarom doe je dit werk? Maar dat boeit niet. Je moet doen waar je achter staat. Ik kijk liever mensen recht in de ogen aan, dan dat ik alleen maar naar de centen kijkt. Ik heb echt liefde voor dit werk. Soms maak ik mee dat mensen chagrijnig aankomen, en lachend vertrekken. Dat geeft echt een kick.” 

Die liefde ontstond lang geleden, op de markt. Op zijn dertiende verkocht hij al broodjes shoarma op koninginnendagen en hij had een bijbaantje bij een groentekraam.

Toen zijn docenten er iets meer dan twintig jaar geleden achter kwamen dat Mo naast zijn HBO-studie nog altijd op feestdagen shoarma en kebab verkocht op de markt, “werd de bal aan het rollen gebracht.” Hij kreeg een vergunning om als Mo’s Shoarma in de Uithof te staan. Dat begon voorzichtig, met één dag verkopen per week. 

Mo Korkmaz, Mo & Zonen. Foto: DUB

Samen groot geworden
Er is sindsdien veel veranderd, vertelt Mo. “De Uithof was toen eigenlijk nog een bouwput. Tegelijkertijd met mij begonnen er allerlei andere ondernemers, die heb ik één voor één weer weg zien gaan. Maar met mij ging het goed. Het groeide uit tot een fulltime-baan. Nu werken we hier al meer dan tien jaar met het hele gezin. Ook de wagen werd steeds groter. Vier jaar geleden heb ik mijn droomwagen kunnen kopen. Hij ziet er prachtig uit en is ook nog eens duurzaam, met de modernste apparaten. Daar ben ik echt trots op.” 

“De Uithof en ik zijn echt samen groot geworden. Ik vind het vooral mooi dat het hier nu zo multiculti is. Als ik hier vroeger vier moslima’s zag, was dat uitzonderlijk. Nu spreekt bijna de helft Engels. Daar leer ik zelf ook nog iets van”, vertelt Mo grijnzend. “En inmiddels draaien we echt bling-bling. Mijn kinderen en ik kunnen er allemaal goed van leven. Dat is toch prachtig?”

Mo is vooral trots dat hij zichzelf opnieuw uitgevonden heeft. “Vroeger droeg ik een shirt waar ‘Mo’s Shoarma’ opstond, met een lammetje erbij. Nu verkoop ik alleen nog maar veganistische shoarma, van een fantastische leverancier. Ook als ik dat zelf proef, denk ik nog steeds ‘wauw’. Dat had ik me twintig jaar geleden nooit kunnen voorstellen, ik heb echt een enorme draai gemaakt.” 

Een groot deel van zijn assortiment is inmiddels vegetarisch. Hij ontwikkelde bijvoorbeeld zelf een recept voor vegetarische Turkse pizza’s en ziet nog meer mogelijkheden. “Weinig mensen weten dat, maar de Turkse keuken heeft zoveel heerlijke vegetarische en veganistische gerechten. Ook als het ooit helemaal vegetarisch moet, zou ik daar gewoon voor zorgen. En een kebabzaak hoeft ook helemaal geen ongezond eten te serveren, zoals mensen vaak denken. Dat ligt allemaal aan de producten en de bereiding. Op dit moment loop ik gewoon twee, drie jaar voor op de eisen die de stichting USP stelt aan foodtrucks. Dat vind ik ook bling-bling.”

Mo Korkmaz, Mo & Zonen. Foto: DUB

Zeven magere jaren
Toch zijn de afgelopen jaren ook vaak lastig geweest. In 2016 overleed zijn jongste zoon, Feyyaz, op 22-jarige leeftijd aan een hartaanval. “Dat veranderde mijn hele wereld. Gelukkig ben ik gelovig. Ik ben ervan overtuigd dat wij een goed gezin voor hem zijn geweest, dat helpt. God heeft hem geschapen, en God heeft hem genomen. Zo zeggen wij dat. Maar zoiets vergeet je natuurlijk nooit.” Wanneer Mo zijn mouw oprolt, blijkt er in krullerige letters ‘Feyyaz’ op zijn onderarm te staan. Dat heeft hij afgelopen kerstvakantie laten tatoeëren. “Mijn zoon had er al één, een hele grote. Zoiets wilde ik ook, eigenlijk al zeven jaar. Maar het kwam er nooit van. Een week geleden heb ik ‘m eindelijk laten zetten. Dit blijft nu altijd bij me.”

Over het overlijden van Feyyaz ervaart Mo inmiddels vooral rust. Op een ander vlak zijn de afgelopen jaren ook lastig geweest, vertelt hij. En daarover voelt hij nog wel erg veel frustratie. Het USP werd namelijk langzaamaan een gewilde plek voor horecaondernemers. Er kwamen daarom vanaf 2015 verschillende foodtrucks bij

Dat hoefde helemaal geen probleem te zijn, vertelt Mo. “Wij zijn hier geen concurrenten, zolang we elkaar maar aanvullen. Dat stond ook in de plannen van de stichting USP. Maar toen ging het fout. Er is een hoop miscommunicatie geweest. Ik verkocht ooit verse friet en falafel, maar door de komst van de nieuwe foodtrucks kon dat niet meer: dat hadden zij namelijk ook in hun assortiment. Zoiets is een aardige financiële klap. Het doet vooral pijn dat er totaal niet duidelijk over gecommuniceerd werd. En ik ben niet de enige, ook de eigenaresse van broodjeszaak Eat Out heeft het heel moeilijk gehad. Die verkocht namelijk bijna hetzelfde als Broodje Ben. Ik baal van die handelwijze. Ik ben helemaal geen moeilijke jongen, maar zoiets maakt me echt boos.”

De toekomst
“Maar na zeven magere jaren, komen zeven vette jaren”, zegt Mo glimlachend. “Dat geloof ik echt.” Hij hoopt dat hij, na een positieve uitslag van de poll, deze periode kan afsluiten. Hij heeft eigenlijk nog helemaal geen tijd gehad om zijn twintigjarig jubileum te vieren. De prioriteiten lagen anders, hij had al genoeg dingen aan zijn hoofd. “Maar ik heb mooie plannen, voor wanneer deze storm is gaan liggen,” vertelt hij. “Het is nu alleen nog even druk.” 

Elke dag van de week vertrekt hij om negen uur van huis. Dan rijdt hij eerst langs de groenteman en de Turkse bakker, om vervolgens richting het USP te gaan. Om elf uur moet de klep van zijn wagen open zijn. Meestal is hij ‘s avonds pas rond acht uur klaar met opruimen. Om negen uur is hij weer thuis. Dat zijn lange dagen, vindt hij zelf ook. “Maar boeien… Als je je werk met liefde doet, maakt dat niet uit.” 

Vroeger is Mo voetbaltrainer geweest. Zelf heeft hij gevoetbald en gehandbald, ook zwemt en fietst hij graag. De afgelopen tijd is hij daar eigenlijk niet meer aan toegekomen. In zijn weekenden moet de wagen gewassen worden, of moet hij voorbereiden voor de rest van de week. Hij kijkt ernaar uit om weer meer vrije tijd te hebben, meer te kunnen sporten, als de rust een beetje is teruggekeerd. “Ik zie ook echt wel dat de zon schijnt. Het beste moet nog komen.”

Mo Korkmaz, Mo & Zonen. Foto: DUB

Mo ziet dus een zonnige toekomst, maar die toekomst moet zich wel afspelen op het Science Park. “Deze plek is heilig voor mij, dat mag je best weten,” zegt Mo. "Of klinkt dat overdreven?"

Eigenlijk niet, want dat Mo daadwerkelijk passie heeft voor zijn werk en het USP, is wel duidelijk. Wanneer ik hem vraag hoe lang hij hier nog hoopt te werken, is het antwoord bijna vanzelfsprekend: “levenslang”. Vol enthousiasme vertelt hij dat hij binnenkort sarma, gevulde druivenbladeren, wil gaan verkopen. “En ken je gözleme? Turkse pannenkoekjes? Och, dat is toch zo lekker.”

Advertentie