DUBs onderzoek naar stages: deel 1

Stagiair voelt zich vaak een goedkope arbeidskracht

De stage: onderzoek. Foto: Shutterstock, bewerking DUB
Foto: Shutterstock, bewerking DUB

Een stage een intensieve en leerzame periode, die ook minder rooskleurige kanten kan hebben. Zo krijgt een deel van de stagiairs niet betaald en Geneeskundestudenten krijgen tijdens hun coschappen regelmatig te maken met (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. DUB deed onderzoek naar de problemen waar studenten tijdens hun stage tegenaanlopen. Dit artikel is het eerste deel van de serie over stages. Lees ook deel 2: Studenten vinden stagebegeleiding universiteit maar matig en deel 3: Veel stagiairs ervaren weleens ongewenst gedrag


Gelukkig gaat het bij de meeste stages gewoon goed. Gemiddeld beoordeelden studenten hun stageperiode met een 7,2. Het overgrote deel leerde veel nieuwe dingen tijdens hun stage.

Driekwart van de ondervraagden kon met vragen goed terecht bij hun begeleider op de stageplek en ruim de helft kreeg ook constructieve feedback. Tweederde van de studenten gaf aan dat zij de begeleiding kregen die ze nodig hadden om hun stage te doen.

Gemiddeld beoordeelden studenten de begeleiding vanuit hun stageplek met een 7. Over de begeleiding vanuit de universiteit waren ze minder te spreken. Die kreeg maar een 6,2.

grafiek stageenquête, feedback

Dit ging er mis
Hoewel de meeste studenten een prettige en leerzame stage hadden, gaf ruim één op de tien de stageperiode een onvoldoende. Als voornaamste redenen voor het slechte cijfer noemden de studenten te veel verantwoordelijkheden tijdens de stage en de te hoge werklast. Ook de kwaliteit van de begeleiding liet te wensen over.

Uit de enquête bleek ook dat één derde van de ondervraagde studenten zich meer een volledige arbeidskracht dan een stagiair voelde. Eén op de vier gaf aan dat overwerken vaker regel dan uitzondering was. Eén op de vijf studenten vond de werkdruk te hoog en gaf aan dat zij te veel verantwoordelijkheden kregen.

grafiek stageenquête, volledige arbeidskracht

Daarnaast werd er op de stageplek soms moeilijk gedaan als studenten zich wilden ziekmelden of vakantie op wilden nemen. Dit was bij één op de tien studenten het geval.

Voor één op de vijf studenten was de begeleiding niet goed. Ze kregen niet de begeleiding die zij nodig hadden om hun stagetaken goed uit te kunnen voeren. Eén op de vier kreeg daarbij geen constructieve feedback.  

Hoewel een deel van de studenten klaagde over de hoge werkdruk, vond een ander deel (17 procent) dat ze juist te weinig werk kregen. Ze ervaarden de stage als te makkelijk. De taken waren onder universitair werk- en denkniveau of studenten pikten het snel op, waarna ze weinig meer leerden.

grafiek stageenquête, werkdruk

De ervaringen van studenten
Studenten kregen ook de mogelijkheid om hun stage-ervaringen te vertellen. Deze optie kregen alleen de deelnemers die eerder in het onderzoek een aspect van hun stage negatief beoordeelden.

54 studenten vulden de open vraag in. Om de anonimiteit van de deelnemers te waarborgen, zijn vaak genoemde en overlappende antwoorden samengevoegd, zodat deze niet herleidbaar zijn naar personen.

Een deel van de studenten vertelde dat zij vaak moesten overwerken of zelfs “extreem” lange dagen maakten, waarbij ze dus meer werkten dan in hun stagecontract afgesproken was. Soms kwamen studenten op een plek terecht waar presteren en overwerken onderdeel was van de bedrijfscultuur: het was “normaal” om buiten kantooruren of zelfs in de weekenden nog met werk bezig te zijn.

Studenten wezen ook personeelstekorten aan als oorzaak voor de hoge werkdruk. Stagiairs moesten deze gaten vullen. Meerdere studenten gaven aan dat hun begeleider halverwege de stageperiode wegging of uitviel, vanwege bijvoorbeeld ziekte of omdat diegene bij het bedrijf vertrok. Bij deze gevallen was er geen vervangende begeleiding beschikbaar. Twee studenten gaven aan dat ze de werkzaamheden van hun begeleider moesten overnemen.

Meerdere studenten vertelden aan dat zij eigenlijk hetzelfde werk deden als de werknemers in dienst. Een student voelde zich gewoon “een goedkope arbeidskracht”. De hoge werkdruk binnen bedrijven had ook een weerslag op de kwaliteit van de begeleiding. Studenten voelden zich bezwaard om hulp te vragen en wilden niet in de weg lopen. 

De begeleiding op de stageplek
Naast veeleisende werkomgevingen, kan ook de stagebegeleider zelf de stage vergallen. Studenten vertelden over hun ervaringen met stagebegeleiders die voor hun gevoel te veel van hen vroegen. Iemand schreef dat de begeleider onrealistische eisen stelde en continu deadlines maakte die “onhaalbaar waren”. Iemand anders schreef dat de begeleider van diegene verwachtte “buitensporig veel” onderzoek te doen.

Ook vertelden studenten dat ze geen constructieve feedback ontvingen of dat zij werden afgesnauwd. Een student had hierdoor het gevoel “het toch nooit goed te kunnen doen”. Sommige studenten kregen ook te maken met grensoverschrijdend gedrag, waaronder pestgedrag, discriminatie en intimidatie. We komen daar later op terug in deel 3: Over de grenzen van een stagiair.

De invloed van de beoordeling
Het verschil in machtspositie tussen de stagiair en begeleider kon een drempel zijn om problemen aan te kaarten. Studenten ging harder werken om toch aan bepaalde eisen te voldoen en kregen hierdoor stress, slapeloosheid en in sommige gevallen raakten zij fysiek en mentaal uitgeput.

Studenten hadden het gevoel dat zij als stagiair weinig aan de situatie konden veranderen. Ze wilden graag een goede beoordeling en hadden de studiepunten nodig om geen vertraging op te lopen. Een deel schrijft dat ze er niet over nadachten om te stoppen.

Moeten studenten meer voor zichzelf opkomen? En heeft de universiteit voldoende zicht op wat er zich bij stageplekken afspeelt? Daarover gaat deel 2: Stagebegeleiding van de universiteit.

banner stageenquête

Het onderzoek
Aan het onderzoek hebben 210 studenten meegedaan. Zij studeren aan de UU of hebben daar gestudeerd. Hiervan zijn 164 vrouw en 40 man, 3 zijn non-binair en 3 wilden het liever niet zeggen. 21 procent studeerde aan de faculteit Bètawetenschappen, 3 procent bij Diergeneeskunde, 26 procent bij Geesteswetenschappen, 11 procent bij Geneeskunde, 6 procent bij Geowetenschappen, 7 procent bij Rebo, 25 procent bij Sociale Wetenschappen en 0,5 procent aan het University College Utrecht.

Samen liepen zij 298 stages, waarbij een derde meer dan één stage liep. Een derde deed een stage aan de universiteit. Bij de helft van de studenten die meededen aan het onderzoek was de stage een verplicht onderdeel in hun master. Bij 7 procent was de stage in de bachelor verplicht en bij 15 procent was deze in zowel de master als de bachelor verplicht. De overige studenten (27 procent) was de stage geen verplicht onderdeel van het curriculum. 

De onderzoeksresultaten geven een indicatie hoe studenten hun stageperiode ervaarden. De steekproef is niet representatief. Daarnaast heeft DUB voor het onderzoek nog meerdere personen gesproken, waaronder studenten, een vertrouwenspersoon, een beleidsmedewerker en stagebegeleiders op de universiteit.

Advertentie