Breuk met cultuur

Bèta’s gaan minder weken college geven

Bètawetenschappen. Foto: DUB
Foto's: DUB

Het gebrek aan rustmomenten in het academisch jaar is voor zowel docenten als studenten binnen de bètafacuteit de belangrijkste oorzaak van de hoge werkdruk. Dat blijkt uit de eerste fase van het facultaire project Rust & Ruimte dat vorig jaar september van start ging. 

Een projectgroep kreeg halverwege vorig jaar de opdracht te onderzoeken hoe de werkdruk voor docenten én studenten verlaagd zou kunnen worden. Uit medewerkersmonitoren maar ook uit studentenonderzoeken blijkt immers keer op keer dat die werkdruk een probleem is.

Kort voor de zomer presenteerde de projectgroep een eerste rapport. Het betreft een analyse van de factoren die ervoor zorgen dat studie en werkzaamheden een te grote belasting gaan vormen.

Op basis van dertig interviews komt de projectgroep tot de conclusie dat vooral de manier waarop opleidingen omgaan met het universitaire jaarrooster docenten parten speelt. 

Te intensief
Vrijwel overal binnen de faculteit is het de gewoonte om de vier blokken van tien weken volledig vol te plannen met onderwijsactiviteiten. Er is daardoor maar bar weinig tijd om te reflecteren, vooruit te werken, of om gewoon even op vakantie te gaan, melden docenten. Vooral de overgangsperioden zijn zwaar. Daarin worden toetsen beoordeeld, terwijl tegelijkertijd het volgende blok wordt voorbereid.

Ook studenten klagen over de rigide structuur zonder adempauzes. Volgens hen leidt dit tot mentale vermoeidheid en afnemende motivatie. Veel studenten hebben ook moeite om opgelopen studievertragingen weg te werken, waardoor gevoelens van stress nog groter worden.

Vooral de laatste weken van elke periode vinden zij te intensief, omdat studenten dan vaak te maken krijgen met overlappende deadlines van toetsen en opdrachten. Bij het departement Scheikunde kan het zomaar voorkomen dat er binnen zeven weken zo’n veertien deadlines moeten worden gehaald. Bij die opleiding maar ook bij Informatica betitelen sommige studenten het programma als ‘relentless’, zo schrijft het projectteam in het Engelstalige rapport.

Uit eerdere onderzoeken onder studenten kwamen al soortgelijke bevindingen naar voren. Zo bleek uit een eerste student wellbeing monitor in het collegejaar 2023-2024 dat een derde van de bètastudenten een hoge mate van ongezonde stress rapporteren. Ook in dat onderzoek worden het gebrek aan rustweken en de moeilijkheid om de studie te plannen als probleemfactoren benoemd.

Cultuurverandering
Naar aanleiding van de bevindingen van de projectgroep heeft het faculteitsbestuur besloten scenario’s te onderzoeken waarin opleidingen niet langer tien weken onderwijs gaan geven. Een niet te onderschatten opgave, vindt vice-decaan Bert Klein Gebbink. Keuzes zijn nog niet gemaakt. 

“Dit vergt echt een cultuurverandering. De meeste opleidingen zijn eraan gewend geraakt al die tien weken te gebruiken. En we moeten natuurlijk voorkomen dat studenten straks dezelfde hoeveelheid stof aangeboden krijgen in minder tijd. Dan zijn we nog verder van huis.”

De projectgroep heeft van het faculteitsbestuur de opdracht gekregen om in de vervolgfase te onderzoeken hoe opleidingen ervoor kunnen zorgen dat er bijvoorbeeld maar negen weken onderwijs wordt gegeven. Eerdere voorstellen om zelfs tot acht werken terug te gaan, werden onrealistisch bevonden.

Daarbij moet de groep met voorstellen komen voor manieren waarop opleidingen kunnen zorgen voor een betere spreiding van toetsen en opdrachten, en wellicht ook mínder toetsen kunnen geven. 

Voorzitter van het projectteam, universitair hoofddocent Tom Wennekes, erkent dat de faculteit zal moeten breken met een “cultuur van overcommitment”. “Veel docenten hebben moeite met de gedachte dat studenten zich de abstracte stof in minder tijd eigen kunnen maken.”

Maar op basis van de gesprekken die hij voerde, is Wennekes hoopvol gestemd. “We merken dat iedereen nu de noodzaak tot verandering wel begrijpt en open staat voor een gesprek over oplossingen.”

Bètawetenschappen. Foto: DUB

Verschillende scenario’s
Wennekes wil met het projectteam nog voor de jaarwisseling een aantal scenario’s presenteren voor de wijze waarop opleidingen rustmomenten voor docenten en studenten kunnen inbouwen in onderwijsblokken. De bedoeling is dat opleidingen die in het voorjaar van 2026 gaan bekijken en dat vanaf het collegejaar 2027-2028 scenario’s daadwerkelijk geïmplementeerd worden.

Wennekes: “Onze opleidingen zijn zo verschillend dat er niet één uniforme oplossing lijkt te zijn. We kunnen wel zeggen: we stoppen twee weken eerder en dan gooien we de gebouwen dicht, maar dan komen sommige opleidingen bijvoorbeeld in de knoop met de roostering van de beperkte practicafaciliteiten. Elke opleiding zal eigen keuzes moeten maken.”

Het geeft meteen aan hoe gecompliceerd het vraagstuk is, erkent Wennekes. Studenten die vakken volgen bij twee verschillende opleidingen kunnen ook in de toekomst waarschijnlijk niet de garantie krijgen dat zijn een week in het blok vrij zijn.

Toch is Wennekes ervan overtuigd dat minder onderwijsweken gekoppeld aan een betere spreiding van toetsmomenten en opdrachten tot werkdrukverlichting en afname van stress kan leiden. “We moeten er echt op gaan letten dat we niet te veel hooi op de vork nemen. Dat besef is er nu bij de meeste mensen wel.”

Uit de interviews van de projectgroep bij Bètawetenschappen kwamen overigens nog enkele andere factoren naar voren die volgens medewerkers en studenten tot hoge werkdruk leiden. Niet alleen het jaarrooster, de toetsplanning en de cultuur van overcommitment is daarvoor verantwoordelijk.

Docenten klagen bijvoorbeeld ook over de fragmentatie van taken waardoor de aandacht verdeeld moet worden over onderwijs, onderzoek en bestuurlijke en administratieve taken. Voor studenten zijn het vinden van een stage en een begeleider stressverhogende bezigheden. 

Het faculteitsbestuur zegt ook serieus te willen kijken naar die andere factoren. Maar dat gebeurt niet binnen het project Rust & Ruimte.

Het facultaire project Rust & Ruimte van de faculteit Bètawetenschappen wordt gefinancierd vanuit middelen die de UU ter beschikking heeft gekregen van het ministerie van OCW om te onderzoeken of veranderingen in het academische jaarrooster tot minder werkdruk kunnen leiden. 

Minister Dijkgraaf besloot hiertoe nadat de Young Academy had aangetoond dat Nederlandse wetenschappers en studenten internationaal gezien een erg hoge onderwijsbelasting hebben. 

Eind vorige maand ontving de Tweede Kamer een tussenevaluatie van alle projecten. Utrecht maakt daarbij melding van drie projecten. Behalve het project dat in dit artikel wordt beschreven, was er al eerder bij de opleiding Biologie onderzoek gedaan naar werkdruk. Dat leidde tot een onderwijsvrije week in het najaar. Bij de Utrechtse faculteit Geesteswetenschappen is gekeken naar administratieve taken die veel tijd kosten.

Een universitaire werkgroep kwam overigens tot de conclusie dat er onvoldoende draagvlak is om het Utrechtse jaarrooster te veranderen. De werkgroep deed faculteiten daarom eerder al de suggestie om binnen de vier blokken minder onderwijsweken te plannen. Andere faculteiten doen dat ook al. Bij Geesteswetenschappen hebben studenten zelfs vaak maar zeven weken onderwijs.

Login to comment

Reacties

We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.

Het is verkeerd om een artikel waarin “[k]euzes zijn nog niet gemaakt” wordt geschreven over de optie om “niet langer tien weken onderwijs [te] gaan geven” de titel “Bèta’s gaan minder weken college geven” te geven. Die titel moet anders.

De keuzes over hoe er minder onderwijs gegeven gaat worden (denk vrije week begin van blok of eind van blok, elke woensdag vrij etc) zijn nog niet gemaakt. De keuze om minder dan 10 weken onderwijs te geven is vrijwel gemaakt, alleen wordt er nu dus onderzoek gedaan naar hoe dat er concreet uit moet gaan zien.

Advertentie