Functie wordt versterkt na evaluatie
Chiara Stam nieuwe studentassessor
Chiara Stam heeft al veel ervaring als bestuurslid én als medezeggenschapper. Ze was eerder voorzitter van haar studentenvereniging AKT en ze zat in de Universiteitsraad. Dit jaar was ze de assessor van de faculteit Geesteswetenschappen. In 2021 behoorde ze tot DUBs Veelbelovende Vijftien studenten.
In een bericht op de UU-site zegt Stam zich vooral hard te willen maken voor de versterking van het community-gevoel onder Utrechtse studenten en voor het vergroten van de sociale veiligheid. “Studenten kunnen op steeds meer plekken terecht, maar zien nu soms door de bomen het bos niet meer in al het aanbod.”
De nieuwe assessor neemt net als haar twee voorgangers deel aan de wekelijkse vergaderingen van het College van Bestuur en aan overleggen met faculteiten en decanen. Daarbij zal zij zich vooral richten op onderwerpen die te maken hebben met onderwijs en andere zaken die voor studenten van belang zijn.
Stam: “In mijn nieuwe rol hoop ik in elk geval een kritische en eerlijke blik te kunnen werpen op zaken die spelen bij de Universiteit Utrecht. Gelukkig heb ik in eerdere functies goed geleerd meningen en wensen van studenten om te zetten naar concrete acties.”
Uitkomsten evaluatie
Stam wordt de derde studentassessor van de universiteit. De functie werd in 2021 in het leven geroepen met als doel het studentenperspectief binnen het UU-bestuur meer aan bod te laten komen. Haar voorgangers waren geneeskundestudent Merel Dekker en sociologiestudent Anneloes Krul.
In een nota (alleen met Solis-id, red) aan de U-raad zegt het universiteitsbestuur de positie van de studentassessor verder te willen versterken. Hoewel iedereen zeer tevreden is over de nieuwe functie, blijkt uit een evaluatie dat er ook nog heel wat te verbeteren is.
Zo zouden er prioriteiten moeten worden gesteld. Het aantal taken en het aantal onderwerpen waar een assessor mee te maken krijgt, is erg groot. Om leden van het UU-bestuur meer zicht te bieden op de eigen projecten waar de assessor aan werkt; wordt deze nu gevraagd daarover maandelijks te rapporteren.
Verder zou de studentassessor jaarlijks meerdere keren met studentenorganisaties zoals Vidius Studentenunie moeten overleggen. Nu is er weinig structureel contact, terwijl deze organisaties een belangrijke informatiebron kunnen zijn.
Ook uit de samenwerking met de assessoren van de faculteiten zou meer te halen zijn, zo blijkt uit de evaluatie. Er komt daarom een kennismakingsdag en kosten voor enkele activiteiten mogen gedeclareerd worden.
De verhouding met studentleden van de medezeggenschap heeft eveneens aandacht nodig. Die verloopt nu soms wat ‘stroef’, voornamelijk omdat de studentassessor over meer informatie beschikt dan de raadsleden en de raadsleden op hun beurt ‘politieke’ belangen hebben. Om die reden moet er een periodiek overleg komen tussen de studentassessor en de voorzitter van de studentgeleding.
Een laatste verbeterpunt is de begeleiding van de studentassessor zelf. Het UU-bestuur spreekt van een ‘leerfunctie’ maar voor de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de assessor is nog te weinig oog. Om die reden is onder meer het advies om een externe coach aan te stellen.