Actieplan studentenwelzijn gelanceerd
De uni helpt je (jezelf en medestudenten te helpen)
De Universiteit Utrecht wil studenten de komende jaren stimuleren beter voor hun eigen psychische gezondheid te zorgen. Bovendien moeten ze meer oog gaan hebben voor het welzijn van andere studenten. Tegelijkertijd kijkt de universiteit wat er gedaan kan worden aan de toenemende prestatiedruk binnen opleidingen.
Geen overbodige luxe, want uit een onderzoek van het Trimbos Instituut, RIVM en GGD bleek vorig jaar onder meer dat bijna de helft van de UU-studenten psychologische problemen heeft, bijna 70 procent emotionele uitputting ervaart en ongeveer 60 procent veel last heeft van stress en prestatiedruk.
In een nieuw actieplan dat deze week werd gepubliceerd, zegt de universitaire taskforce Studentenwelzijn zich de komende jaren te willen inzetten voor een cultuur waarin open gesproken kan worden over mentale problemen. De taskforce richt zich sinds de oprichting vier jaar geleden op bewustwording en preventie, maar zet nu enkele extra accenten. Afgelopen najaar stelde het UU-bestuur hiervoor 2,1 miljoen euro beschikbaar.
Onder meer het bevorderen van het gemeenschapsgevoel, het introduceren van studentmentoren, en het stimuleren van supportgroepen waarin studenten elkaar steun geven, moeten gaan helpen het welzijn te verbeteren. “Het moet normaal worden om te praten over de obstakels waar je tegenaan loopt, om zo die obstakels zelf ook te normaliseren”, zeggen Tirza Wildeboer en Simon Bloo, respectievelijk projectleider/communicatiemedewerker en beleidsmedewerker studentenwelzijn. Zij noemen op verzoek van DUB vier belangrijke ontwikkelingen.
1 Studenten helpen studenten
De taskforce wil ervoor gaan voor zorgen dat elke eerstejaars student aan de UU een ouderejaars als mentor heeft. Onder meer de faculteiten Bètawetenschappen, Geneeskunde en Diergeneeskunde zijn hier al mee begonnen. Uiteindelijk zou 7 procent van alle ouderejaars studenten een eerstejaars onder de hoede moeten hebben.
Bloo: “We hebben in de afgelopen jaren gemerkt dat laagdrempelige ondersteuning en coaching studenten enorm kan helpen om zich thuis te voelen aan de universiteit. De hulp moet dichtbij te vinden zijn; je klopt toch wat gemakkelijker aan bij een medestudent.”
Ook themagroepen waarin studenten met vergelijkbare problemen of vragen met elkaar kunnen sparren, blijken goede vormen van wat ‘peer2peer support’ wordt genoemd. Zo zijn er groepen voor hoogbegaafde studenten, voor studenten die te maken hebben met rouwverwerking en voor studenten die eenzaam zijn. Daar worden ervaringen uitgewisseld. Dat gebeurt onder begeleiding van een expert of door studenten die in opleiding zijn, bijvoorbeeld tot psycholoog. Wildeboer: “In mijn mailbox zitten nog verschillende verzoeken van studenten voor dat soort groepen op andere thema’s.”
2 Meer ontmoetingsplekken en communitygevoel
Zeker tijdens de coronatijd bleek hoe groot de behoefte van studenten is aan plekken waar ze elkaar tegen kunnen komen, stelt Bloo. “En daarbij ging het niet alleen om samen studeren, maar vooral ook om samen ontspannen.”
In het actieplan staat dat de universiteit samen met opleidingen en studieverenigingen voor nieuwe ontmoetingsplekken moet zorgen. Maar er is de afgelopen maanden ook al wat gebeurt op dat vlak. Zo kunnen alle UU-studenten nu al voor een kop koffie en een praatje of een spelletje terecht in ‘de huiskamers’ van cultuurcentrum Parnassos in de binnenstad en de Vagant op het Utrecht Science Park.
Ook zijn er verspreid over de campus schaaktafels en tafeltennistafels gekomen. Wildeboer: “De komende tijd willen we goed gaan onderzoeken wat werkt en wat niet. Zo hopen we er nog beter achter te komen wat de behoefte van studenten is.”
Bij het bevorderen van het gemeenschapsgevoel hoort volgens de twee ook dat de universiteit beginnende studenten een warm welkom geeft. Voor internationale studenten bestaan daar al verschillende initiatieven voor. Maar ook voor Nederlandse studenten kan een uitgebreidere introductie uitermate nuttig zijn, denkt de taskforce.
In het actieplan is de ambitie opgenomen om 15 procent van alle eerstejaars studenten een ‘summer bridge’-programma aan te bieden. Studenten die onzeker zijn over de overgang naar de universiteit en niet precies weten wat ze van studeren kunnen verwachten, kunnen zich daarvoor aanmelden.
De opleiding Geneeskunde heeft al een pilot met een dergelijk programma waarin beginnende studenten in kleine groepen onder meer workshops volgen. Bloo: “De reguliere introducties zijn vaak vooral gericht op wat er allemaal te doen is, dit draait meer om de vraag ‘hoe kan ik me hier thuis gaan voelen?’.
3 Voorkomen is beter dan genezen
De komende jaren krijgt het voorkomen van mentale problemen nog meer aandacht. Net als het delen van de kennis hierover. Beide zaken stonden al hoog op de agenda. Bloo: “Het is daarbij ook heel belangrijk te belichten dat dingen ook vaak goed gaan, en waarom dat dan zo is.”
De taskforce ziet graag dat studenten meer gebruik gaan maken van het aanbod aan e-modules dat wordt aangeboden door Caring Universities, een initiatief van enkele Nederlandse universiteiten om samen iets te doen aan de welzijnsproblemen van studenten. Nu zijn er 845 studenten die een dergelijke module volgen. Dat moeten er minstens tweeduizend per jaar gaan worden. Het aanbod aan online trainingen van CU zal ook verder worden uitgebreid.
Ook de deelname aan andere workshops en trainingen van de UU en aan de Wellbeing Week moet omhoog. Het streven is dat 10 procent van de studenten van elke jaargang gaat deelnemen aan een of meer trainingen. Het bezoek aan de Wellbeing Week moet van 2000 studenten nu naar 2500 studenten straks.
Van groot belang is dat daarvoor de communicatie over het aanbod verbeterd wordt. En dat blijkt vaak een bottleneck. Nu geven veel studenten aan niet te weten wat de UU allemaal te bieden heeft, terwijl deelnemers wel positief oordelen over online en offline activiteiten
Wildeboer: “We werken er op veel verschillende manieren aan om die bekendheid te vergroten. Sinds kort wordt tijdens de introductie ook extra aandacht besteed aan studentenwelzijn, aan hoe de UU studenten kan helpen en hoe de begeleidingsketen in elkaar zit. Dat blijkt nu al te helpen. Maar dat is maar een van de voorbeelden waarmee we studenten willen informeren. Niet alle studenten zullen die informatie nodig hebben en sommigen hebben er helemaal geen behoefte aan, maar als je als student wel steun nodig hebt, dan moet je weten hoe je die kunt krijgen.”
4 UU-medewerkers betrekken bij studentenwelzijn
De taskforce Studentenwelzijn hecht er grote waarde aan dat studentenwelzijn gezien wordt als een opdracht voor de hele universitaire gemeenschap.
Docenten moeten daarom getraind worden om te gaan met studenten met hulpvragen, zeker als ze tutor zijn. Bekend is dat veel docenten gezien de al hoge werkdruk zorgen hebben over deze extra taak. Simon Bloo zegt die zorgen te begrijpen, maar volgens hem hoeft de belasting niet groot te zijn.
“Met kleine dingen is vaak al heel veel te winnen. Even vragen hoe het met een student gaat of checken of een eerder advies is opgevolgd. Een docent hoeft het gesprek zelf niet aan te gaan met een student met een depressie, laat staan die student proberen te helpen. Een docent moet wel kunnen doorverwijzen. Het gaat erom dat studenten altijd het gevoel hebben dat ze gehoord worden en dat ze door de universiteit geholpen kunnen worden.”