Studenten bij bezetting willen meer discussieplekken
Hoe zorg je voor een meer democratische universiteit?
Rond het middaguur kwamen zo’n honderd studenten naar de UB Binnenstad om die te bezetten. Nou ja bezetten. Ze hadden afgesproken dat ze deze middag gebruik konden maken van de eetkamer. Tafels en stoelen werden aan de kant geschoven, er was voor wat eten gezorgd, je kon T-shirts maken waarin de UU tot meer democratie werd opgeroepen en er waren enkele workshops, een muziekoptreden en een paneldiscussie.
Het initiatief was genomen door End Fossile: Occupy! (Efo). Ze werkten samen met een paar andere organisaties, zoals de actiegroepen Casual Utrecht, the Consent Project, Plant Based Universities, Scientists Rebellion en Utrecht in Solidarity for Palestine. Het overkoepelende thema was deze keer: democratie op de universiteit. Vooral de studenten op het gebied van duurzaamheid en het Palestinaprotest vinden het onbestaanbaar dat de universiteit niet bereid is een einde te maken aan de samenwerking met de fossiele industrie en geen duidelijk standpunt inneemt tegen wat zij noemen de genocide van Israël op de Gazastrook. Zij vinden dat er niet naar hen geluisterd wordt.
Het is bijna tien jaar geleden dat op dezelfde plek de actiegroep Nieuwe Utrechtse Universiteit en de docenten van Rethink UU dagelijks lunchlezingen organiseerden over de manier waarop de universiteit democratischer kon worden.
Ook nu passeren veel van deze zaken de revue. In een workshop vertellen studenten dat ze hadden gehoopt op de universiteit kritische debatten te hebben met docenten en studenten over wat er moet veranderen in de wereld. Maar ze merken dat docenten er niet voor openstaan. “Ik studeer Politics, Philosophy & Economics (PPE) en de docenten houden elke actuele discussie af. Als ik een kritische opmerking maak, dan voel ik dat ik buitengesloten wordt”, vertelt een teleurgestelde student. Meer studenten hebben dat idee. Ze vinden dat de universiteit teveel focust op het afwerken van het onderwijsprogramma en geen ruimte creëren om op academische manier over actuele kwesties te debatteren.
Een docent uit het panel deed dat wel, maar werd door het bestuur op de vingers getikt vanwege zijn kritische uitlatingen over de Israëlische lobbyclub Cidi.
In het panel staat democratie binnen de universiteit centraal. Hoe zou de universiteit democratischer kunnen worden? De studentleden van de Universiteitsraad vertellen dat ze het moeilijk hebben. Ze vertegenwoordigen de studentgemeenschap, maar slechts tien procent heeft op hen gestemd en bijna niemand weet wat ze precies doen. Ze mogen oordelen over universitaire plannen en ook zelf met voorstellen komen. Dat kan gaan over het duurzamer maken van de universiteit of richtlijnen in het onderwijs. Maar als ze echt iets willen, zoals recent het verzoek om steun voor het onafhankelijke medium Scienceguide, krijgen ze gewoon nul op het rekest. “Jullie hebben niet echt medezeggenschap. Jullie zijn een lobbyclub voor studenten”, zegt iemand in de zaal. De vraag is hoe je de onwetende studenten betrekt bij het besturen van de universiteit en wiens verantwoordelijkheid dat is.
De aanwezige studenten hebben behoefte aan plekken op de universiteiten waar vrijelijk over politiek gesproken kan worden, zoals deze middag gebeurt. Ze willen dat een bestuur beter luistert naar de studenten en dus uitspraken doet over Palestina en fossiele industrie. En ze willen meer medezeggenschap over wat er allemaal op de universiteit gebeurt. Tot de jaren negentig had de Universiteitsraad die macht, maar in de jaren negentig kwamen de bevoegdheden te liggen bij het College van Bestuur en de Raad van Toezicht.
Ondertussen is ook collegevoorzitter Anton Pijpers aangeschoven. Hij wil vooral luisteren, maar wordt door de gespreksleiders bij het debat betrokken. Hij zegt dat het bestuur altijd open staat voor suggesties en ook luistert. Hij noemt als voorbeeld het neerzetten van de Vagant, een vrijplek voor studenten net voor het Koningsbergergebouw. Dat is er gekomen op verzoek van de studenten en daar heeft de UU een paar ton voor uitgetrokken. Verder zegt hij als bestuur alle 40.000 studenten en 9.000 medewerkers te vertegenwoordigen. Het kan niet zo zijn dat wat de honderd studenten hier zeggen ook meteen de mening is van alle studenten. Dat moet een bestuur afwegen.
Die opmerking valt niet in goede aarde. Een student zegt dat niet alle studenten actief zijn, komt omdat ze hier geen geld en tijd voor hebben. “De studie is voltijds, daarnaast moeten ze werken om te kunnen leven. Student zijn is overleven.” Anderen vinden dat het bestuur helemaal niet de belangen van studenten meeneemt in de besluitvorming. Dat in het bestuur een studentassessor zit, wordt niet genoemd. De studenten hebben het tijdens de discussie consequent over de drie leden van het College van Bestuur.
Oud studentraadslid Floris Boudens pleit voor een bezetting van de vijfde verdieping van het bestuursgebouw om echt mee te beslissen. Een andere student zou graag zien dat alle besluitvorming op de UU gebeurt via assemblees waarin studenten en medewerkers heel direct over hun eigen werk meebesturen.
Vakbondsman Tim de Winkel ziet dat niet snel gebeuren. Hij vraagt de collegevoorzitter om vooral te kijken naar de kleine stappen die wel gezet kunnen worden. Zoals het creëren van plekken waar vrijelijk over politiek gesproken kan worden.