Universiteiten: de ene krimpt, de ander groeit

Minder instroom maar totaal aantal UU-studenten groeit

UIT 2022 mentorgroep, foto DUB
Enkele nieuwe studenten van de UU tijdens de introductiedagen van 2022, foto DUB

In heel Nederland begonnen 60.000 mensen aan een universitaire bachelor. 50.000 begonnen aan een masteropleiding. Maar per universiteit verschillen de cijfers drastisch. Zo zag de Universiteit Twente het aantal eerstejaars bachelorstudenten met 24 procent dalen. Meer nog dan eerder werd gemeld.

Ook Leiden en Tilburg trokken respectievelijk 12 en 10 procent minder eerstejaars terwijl Maastricht (plus 5 procent) en Eindhoven (plus 4 procent) het hardst groeiden.

Aan de UU zijn er in totaal 13.791 nieuwe studenten. Dat zijn er 300 minder dan er vorig collegejaar begonnen aan een opleiding. Het aantal dat begon aan een bachelor is met 3 procent gestegen naar 7850, het aantal dat begon aan een master is gedaald met 9 procent naar 5377. Er zijn 532 mensen begonnen aan een premaster, dat zijn er 230 minder dan vorig jaar.

instroomcijfers UU 2022, bron uu

Instroomcijfers van de Universiteit Utrecht, de gecorrigeerde cijfers van oktober 2022. Deze cijfers zijn uitgesplitst in de instroom in de master- en bacheloropleidingen, de pre-masters en de post-initiële masters (onderwijs voor professionals). Bron UU

instroom wo bachelors 2022, bron UNL

De instroomcijfers van alle Nederlandse universiteiten zoals de Universiteiten van Nederland dat heeft geregistreerd. In deze tabel lijkt de instroom van studenten van de Universiteit Utrecht lager te zijn dan vorig collegejaar. Dit komt doordat de UNL de pre-masterstudenten meetelt bij de instroom in de bacheloropleidingen. Daarvan heeft de UU er beduidend minder binnengekregen dit collegejaar.

Inschrijvingen
Het totaal aantal inschrijvingen, inclusief ouderejaars dus, verandert nauwelijks. Landelijk tellen de universiteiten net zoveel studenten als vorig jaar, zo’n 340.000. De extremen zijn de Universiteit Twente (3 procent minder) tegenover de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit Utrecht, die 2 procent méér inschrijvingen hebben. In totaal staan er dit collegejaar 39.762 studenten ingeschreven bij de UU.

In Utrecht komt dit door de grotere instroom van de afgelopen jaren en het aantal studenten dat zijn studie hier vervolgt.

Inschrijvingen UU 2022

Aantal inschrijvingen van studenten aan de Universiteit Utrecht, bron UU.

inschrijvingen uni's bron UN

Aantal inschrijvingen van studenten aan alle universiteiten, bron Universiteiten van Nederland (UNL).

Internationals
Het aantal internationale studenten groeit nog steeds in Nederland. Er staan dit jaar ruim 85.000 internationale studenten ingeschreven aan een universiteit. Dat zijn er 7,3 procent meer dan vorig jaar. Inmiddels komt één op de drie eerstejaars uit het buitenland, zowel in de bachelors als de masters.

Ten opzichte van vorig collegejaar hebben zich aan de Universiteit Utrecht ook meer eerstejaars uit het buitenland aangemeld. Het gaat om een groei van 6 procent. Ofwel 2759 in absolute getallen. De stijging is wel minder dan het jaar daarvoor. De meeste internationals komen uit Duitsland (92), met Italië (90) op de tweede plek. De sterkste groei zit bij studenten uit Roemenië (plus 38 naar 50) en Polen (plus 27 naar 71). Dat staat in de nota van de Universiteitsraad Instroom en inschrijvingen 2022-2023 (te bereiken met Solis-id).

internationale bachelors 2022

Instroom in de bachelor van buitenlandse studenten, bron nota U-raad

UU master instroom en inschrijvingen 2022-2023

Instroom in de master van buitenlandse studenten, bron nota U-raad

top 10 nationaliteiten bachelor, bron uu

Top 10 instroom internationale studenten in een bacheloropleiding aan de UU, bron U-raadnota

top 10 nationaliteiten master 2022-2023, bron uu

Top 10 instroom internationale studenten in de masters, bron U-raadnota

Reactie Dijkgraaf
Minister Dijkgraaf reageert op de stijging van het aantal internationale studenten aan Nederlandse universiteiten: “Die instroom moeten we gaan beheersen, om tot een betere balans in het onderwijsstelsel te komen. We moeten de plussen van internationalisering, zoals het aantrekken van internationaal talent voor de Nederlandse arbeidsmarkt en samenleving, zo groot mogelijk maken, en de minnen, zoals problemen met te hoge werkdruk van docenten en studentenhuisvesting, zo klein mogelijk.”

Als het goed is, komt hij deze maand met voorstellen om de instroom beter te beheersen. Het is onderdeel van de omvangrijke toekomstverkenning waar hij aan werkt. Die toekomstverkenning gaat bijvoorbeeld over de krimp van het aantal Nederlandse studenten, maar ook over internationalisering, bekostiging en ‘tekortsectoren’ zoals zorg, onderwijs en techniek.

Verklaring Utrechtse groei- en krimpcijfers
De groei in de bachelorfase in Utrecht wordt mede verklaard door een groei van de internationale instroom, staat in de U-raadnota. Populair onder internationale studenten zijn de opleidingen Economics & Business Economics (plus 100 internationals) en Molecular and Biophysical Life Sciences (plus 62 internationals).  Verder laten Interdisciplinary Social Science, Wiskunde en Informatica een “opvallende groei” zien van respectievelijk plus 61, plus 43 en plus 36 studenten.

Dat zich minder studenten hebben aangemeld voor een master is onder meer terug te voeren tot het instellen van een maximum van 150 plekken bij de master Clinical Psychology waar vorig jaar 355 studenten begonnen.

De toekomst
De universiteiten nemen alvast een voorschot op de toekomstverkenning van Dijkgraaf, melden ze bij het bekendmaken van de cijfers. Ze verwachten de komende jaren weer te groeien en vragen om een verandering van het hogeronderwijsstelsel.

De universiteiten willen een stelsel dat “de bekostiging minder afhankelijk maakt van studentenaantallen en marktaandelen”, zoals voorzitter Pieter Duisenberg van koepelvereniging UNL het verwoordt.

Op dit moment worden universiteiten onder meer gefinancierd op het aantal studenten dat bij de universiteit staat ingeschreven. De klacht van universiteiten is dat de pot met Haags geld niet meegroeit met de groei van het aantal studenten. Dat betekent dat bij een groeiend aantal studenten, er minder geld per student naar een universiteit gaat.

Als het aantal studenten daalt, willen de universiteiten dat dus niet meteen in hun portemonnee voelen. Omgekeerd willen ze genoeg geld per student krijgen als ze weer gaan groeien. Daarmee kan een universiteit bijvoorbeeld extra docenten aannemen. In het huidige stelsel is dat financieel niet altijd mogelijk waardoor de werkdruk onder medewerkers verder toeneemt en de kwaliteit van het onderwijs onder druk komt te staan, voorspellen ze.

De Universiteit Utrecht verwacht dat de komende twee jaar geen grote stijging te verwachting is van het aantal inschrijvingen. In de jaren daarna wordt wel weer een groei verwacht. Deze voorspelling is gebaseerd op de instroomprognoses per instelling van DUO en een inschatting van de herinschrijvingen in het verleden.

Hogescholen
De demografische krimp is in het hbo heviger voelbaar. De hogescholen trekken minder eerstejaars dan vóór de coronajaren en de verwachting is dat die trend doorzet. Dijkgraafs toekomstverkenning kijkt hier ook naar. Vijf hogescholen kregen dit jaar geld alvast geld om de krimp van hun studentenaantallen op te vangen. Vanaf volgend jaar komt er meer geld.

Een commissie van de hogescholen zelf adviseerde om het hbo voor vwo’ers aantrekkelijker te maken. De opleidingen zouden als het ware op ‘ooghoogte’ moeten liggen. Daarvoor zou ook meer onderzoeksbekostiging nodig zijn.

Het zou kunnen dat minister Dijkgraaf ook die kant op denkt, al houdt hij de kaarten tegen de borst. Als dat zo is, staat het Nederlandse hoger onderwijs aan de vooravond van een fundamentele stelselwijziging.

Advertentie