Nieuwe gedragscode van UU voor studentenorganisaties

Het afgelopen collegejaar kwam de Universiteit Utrecht twee keer in het nieuws naar aanleiding van incidenten bij studentenorganisaties. Eind december verbrak de UU de banden met UVSV vanwege vijf ogenschijnlijke overtredingen tijdens de introductietijd (ontgroening) van de gezelligheidsvereniging. Begin januari werd ook de financiering van de studievereniging voor aardwetenschapen (UAV) opgeschort, omdat ouders zich beklaagden over “het seksisme, de vrouwenhaat en verkrachtingsfantasieën” in liederen die werden gezongen tijdens het introductiekamp.

Na onderzoek zijn de banden met beide verenigingen weer hersteld, maar voor de universiteit waren de incidenten aanleiding om met studentenorganisaties afspraken te maken over de gewenste cultuur. Dat heeft geresulteerd in de Gedragscode Studentenorganisaties die alle studentenclubs die ondersteuning krijgen van de universiteit in de vorm van bijvoorbeeld bestuursbeurzen en onderdak, moeten ondertekenen. Dat gaat dus niet alleen om de gezelligheidsverenigingen, maar ook om studenten sportclubs, studieverenigingen, culturele groepen en andere verenigingen zoals Buddy go Dutch. “Doel van het document is dat studentenorganisaties zich bewust zijn van hun rol binnen de universitaire gemeenschap, waar veiligheid, waardigheid en inclusie een belangrijke rol spelen. Dit moet leiden tot een hogere mate van bewustzijn van deze onderwerpen. Daarnaast kunnen studentenorganisaties worden aangesproken op vertoond gedrag dat strijdig is met de Gedragscode”, staat in de begeleidende nota.

Dus Gedragscode Introductietijd in de kast?
De Gedragscode Studentenorganisaties vertoont daarmee overeenkomsten met de Gedragscode Introductietijd. Dit document ondertekenen de zeven Utrechtse gezelligheidsverenigingen ieder jaar met besturen van de universiteit en hogeschool en bevat afspraken over de kennismakingstijd van de verenigingen. Zo is in dat document bijvoorbeeld opgenomen hoeveel personen met een EHBO-diploma er aanwezig moeten zijn tijdens de introductietijd, dat aspirant-leden geen alcohol mogen drinken en de eerstejaars minstens zeven uur slaap per nacht dienen te krijgen.

Verenigingen die zich niet aan die afspraken houden, kunnen door het College van Bestuur sancties opgelegd gekregen. De universiteit kan bijvoorbeeld besluiten om bestuursbeurzen in te trekken. De regels van de Gedragscode Introductietijd beperken zich echter tot de zeven gezelligheidsverenigingen en tot een afgebakende periode. De nieuwe code moet het hele jaar gelden voor studentenorganisaties die gebruik maken van UU-voorzieningen (financieel en niet-financieel). Omdat sommige van die voorzieningen samen met de HU ter beschikking worden gesteld, overweegt de hogeschool om aan te sluiten bij de Gedragscode Studentenorganisaties. Dat betekent niet dat de Gedragscode Introductietijd in de kast verdwijnt. Dat document wordt gezien als aanvulling op de nieuwe afspraken gezien de “aard van de introductietijd en de bijbehorende risico’s”.

Gedragscode als beginput voor gesprek
In de nieuwe gedragscode staan negen uitgangspunten waaraan studentenbestuurders zich moeten committeren. Daarmee behelst het document flink minder regels dan de Gedragscode Introductietijd die 34 voorschriften telt. Daarnaast staat in deze nieuwe gedragscode niets over de meldingsplicht van incidenten en de sancties. Volgens Marieke de Bakker, afdelingshoofd studentbegeleiding, is dat een bewuste keuze. “Het doel is om bij (bestuurs)leden van studentenorganisaties bewustwording op gang te brengen over het effect van bepaald gedrag op anderen. De universiteit wil dus niet tot op detail zeggen wat wel en niet mag. De UU wil dat de vereniging zelf nagaat of bepaalde activiteiten wel of niet met de gedragscode stroken. Het kan best dat in de toekomst blijkt dat we bepaalde richtlijnen wel meer moeten specificeren, maar voor nu willen we niet te gedetailleerd beschrijven wat er wel of niet onder valt.”

Martijn Grul, voorzitter van studentenbelangenbehartiger Vidius, is wel blij met de ruimte die het document nog laat. Op die manier kan per geval bekeken worden of er sprake is van een incident of niet. Het biedt de mogelijkheid om zowel voor- als achteraf te discussiëren. Volgens Grul is de waarde van het stuk dat het een uitnodiging is tot gesprek tussen partijen.

Stuk moet geen stok zijn om mee te slaan
De voorzitter van Vidius denkt namelijk niet dat de regels zelf veel nieuws onder de zon zijn: “Ik ga ervanuit dat het voor veel mensen een opsomming is van dingen waar ze het mee eens zijn of waar ze al mee bezig zijn. Na het incident bij UAV is bij veel verenigingen het gesprek op gang gekomen. Besturen hebben zelfs interne onderzoeken laten doen om te kijken of er bij hen sprake was van bijvoorbeeld seksisme of racisme. Ze deden dat zonder dat de universiteit daarom had gevraagd.”

Grul beaamt dat het desondanks mis kan gaan zoals bij de vereniging voor aardwetenschappers. Hij benadrukt echter dat de studievereniging na de klachten van ouders ook meteen gereflecteerd heeft. Sterker nog: volgens Grul waren er al “gigantische stappen” gezet voordat de media berichtte over de verenigingsliedjes, door onder andere de liedboeken op te schonen. Dat de universiteit ondanks die stappen plotseling sancties oplegde toen de media op het onderwerp dook, steekt bij een aantal verenigingen. Het geeft hen het gevoel dat zij gestraft werden voor de bühne. De nieuwe code werd om die reden dan ook met enige argwaan bekeken. “Het is logisch dat de UU niet in een slecht daglicht wil komen te staan. Maar de angst was dat dit stuk een manier was van de universiteit om zich in te dekken tegen toekomstige incidenten en niet een document om bestuurders een houvast te geven.” Grul vindt het uiteindelijke stuk fijn voor alle verenigingen en de universiteit.

Studenten eisen dat UU niet meedoet aan trial by media
Toch wil de Universiteitsraad dat er in de gedragscode nadrukkelijk wordt opgenomen dat de UU eerst met betrokken verenigingen communiceert als er een incident is, voordat er met de media gecommuniceerd wordt. “Het is voor studentenorganisaties erg belangrijk om te weten waar zij aan toe zijn”, aldus Robin Wisse. “Dit ging mis bij het UAV-incident. Daarbij werden er door oud-rector Bert van der Zwaan eerst de bestuursbeurzen opgeschort en volgde daarna pas het gesprek met de studievereniging. Wij vonden het als raad erg raar dat de universiteit niet standaard eerst in gesprek gaat met de vereniging voordat er publiekelijk actie wordt ondernomen.”

Daarom wordt in de gedragscode een passage opgenomen met de strekking dat het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht in het geval van een potentieel incident altijd eerst contact opneemt met de studentenorganisatie voordat er publiekelijk actie wordt ondernomen. 

Gedragscode studentenorganisaties

 

Het bestuur van de studentenorganisatie:
A. Is verantwoordelijk voor het opstellen en het uitvoeren van het beleid en de activiteiten van de studentenorganisatie. Daarbij zorgt het bestuur dat dit een toetsing aan in de maatschappij gangbare normen kan doorstaan, zoals terug te vinden in de Code of Conduct van de Universiteit Utrecht
B. Zorgt dat niemand in zijn waarde wordt aangetast en zorgt dat de leden respectvol met elkaar en andere betrokkenen omgaan; wijst ongewenst gedrag zoals geweld, zowel geestelijk als lichamelijk, discriminatie, seksisme, dwang en vernedering af.
C. Zorgt voor een inclusief karakter van de studentenorganisatie waar iedere student zich veilig en welkom voelt.
D. Ziet erop toe dat zij en de leden zorgvuldig en respectvol omgaan met de eigendommen van de Universiteit Utrecht
E. Ziet er op toe dat de organisatie zich tijdens activiteiten houdt aan nationale en lokale wet- en regelgeving, de Drank- en Horecawet en de Tabakswet in het bijzonder. Dit houdt in dat er geen alcohol wordt verkocht en/of wordt geschonken aan studenten onder de 18 en dat studenten onder 18 tevens niet in het bezit van alcohol zijn. Het bestuur ziet er tevens op toe dat zij of de leden elkaar niet aanzetten tot het overmatig drinken van alcohol.
F. Tolereert geen gedragingen en uitlatingen waardoor de studentenorganisatie of de universiteit in diskrediet wordt gebracht.
G. Zorgt ervoor dat de principes uit deze gedragscode bekend zijn bij de leden van de studentenorganisatie en zorgt dat deze ook toegepast en nageleefd worden.
H. Is alert op waarschuwingssignalen, aarzelt niet om nader onderzoek te plegen naar aanleiding van signalen en passende maatregelen te nemen indien nodig.
I. Is verplicht passende maatregelen te treffen als, naar het oordeel van het bestuur of er een redelijk vermoeden bestaat dat een lid de Gedragscode heeft geschonden.

Advertentie