Na kritiek Dienstraad UBD
Universitaire Bestuursdienst wordt toch niet opgeheven
In april dropte het universiteitsbestuur een bom: de Universitaire Bestuursdienst zou worden opgeheven. De functie van algemeen directeur zou verdwijnen. De drie collegeleden wilden direct de verschillende directies van de UBD aansturen en er moest een Secretaris van de Universiteit komen als strategisch planner van het CvB. In plaats van één begroting voor de hele UBD zou elke directie deze apart moeten maken en ook voor de medezeggenschap had een en ander gevolgen. Het universiteitsbestuur plaatste wel de kanttekening niet een medezeggenschapsraad voor elke directie te willen.
Kritiek volgde, heel veel kritiek. Vooral het waarom van de hele operatie bleef voor de UBD’ers onduidelijk. Medewerkers van de UBD deden hun beklag over de plannen bij zowel de Dienstraad als de Universiteitsraad, die zich formeel pas op het allerlaatst mag uitspreken over een onderdeel van de wijziging.
Uiteindelijk gaf de Dienstraad net voor de zomer een negatief advies over de organisatiewijziging waarna het College van Bestuur na de zomer met een aangepast plan kwam. Dat zou op 15 september in een besloten vergadering met de Dienstraad worden besproken. De raadsleden vinden echter dat ze te weinig tijd hadden gekregen om de nieuwe plannen te bestuderen en ze vinden het stuk onvolledig, zegt voorzitter van de Dienstraad Bobby Baidjnath Misier.
Woensdag 21 september werd in een nieuwsbericht op Intranet meegedeeld wat de stand van zaken is rondom de organisatiewijziging die – volgens het oude plan – op 1 november moet ingaan. In deze update staat dat na de zorgen van de Dienstraad, de Universiteitsraad en het Lokaal Overleg aangehoord te hebben, de UBD toch niet wordt opgeheven.
Het College van Bestuur schrijft op Intranet: “De huidige acht directies blijven bestaan, met zoals al voorgesteld de inrichting van een Bestuursbureau onder leiding van een Secretaris van de Universiteit. Met het behoud van de UBD als een dienst wordt de huidige horizontale samenwerking tussen de domeindirecties ondersteund, kan één begroting gehandhaafd blijven en kan de Dienstraad in de huidige vorm als medezeggenschapsorgaan behouden blijven. Door als College van Bestuur direct de UBD aan te gaan sturen, portfoliomanagement in te richten en de nieuwe Secretaris daarin een grote rol te geven, worden de doelstellingen van de organisatiewijzing geborgd.”
Omdat de uitwerking van deze plannen nog vertrouwelijk is, kan de Dienstraad niet al haar kritiek op deze nieuwe inrichting in het openbaar geven. Wel zegt de voorzitter dat “het plan niet compleet is en er nog veel vragen onbeantwoord zijn”. Bovendien staan er zaken in die in de ogen van de Dienstraad “de rechtspositie van medewerkers aantast omdat directeuren een groter mandaat krijgen dan nu het geval is”, zegt Baidjnath Misier. Ook, en die kritiek is blijven staan van voor de zomer, mist de Dienstraad nog steeds een onderbouwing van de noodzaak om de organisatiestructuur te wijzigingen.
Het CvB buigt zich over de vragen van de Dienstraad, maar blijft bij zijn standpunt dat een directe aansturing van de verschillende directeuren efficiënter is, omdat de collegeleden door zelf de vinger aan de pols te houden sneller kunnen bijsturen waar nodig. Over zo’n vijf weken wordt de organisatiewijziging opnieuw besproken in een vergadering van de Dienstraad.