Universiteiten blijven groeien door internationale studenten
Dat blijkt uit de officiële tellingen die de universiteiten vandaag bekendmaken. Ze grijpen de gelegenheid aan voor een oproep aan de politiek: ze willen meer mogelijkheden om de instroom van internationale studenten te beheersen.
De universiteiten klagen al jaren dat de werkdruk de spuigaten uitloopt, onder meer doordat ze steeds meer studenten trekken. Die aanhoudende groei komt deels doordat zoveel opleidingen Engelstalig zijn en steeds meer buitenlandse studenten Nederland weten te vinden. Dat blijft niet zonder gevolgen: het is druk in de collegezaal en voor sommige lotingstudies vallen Nederlandse studenten af ten faveure van internationals.
Deze week debatteert de Tweede Kamer over internationalisering in het hoger onderwijs. De universiteiten willen de goede kanten van internationalisering behouden, zeggen ze in een persbericht, terwijl ze bij sommige opleidingen het aantal internationale studenten binnen de perken willen houden.
Stop op instroom Engelstalige opleidingen
Hun wens: ze willen een numerus fixus kunnen instellen voor een Engeltalig traject binnen een populaire opleiding. Dan zit er vanzelf een maximum aan het aantal internationale studenten, terwijl Nederlandse studenten ongehinderd aan de Nederlandstalige variant kunnen beginnen. Er ligt een wetsvoorstel in de Eerste Kamer dat dit mogelijk zou maken, maar door de val van het vorige kabinet is dat in de ijskast beland.
Universiteiten willen ook dat opleidingen een maximum mogen vaststellen voor het aantal studenten van buiten Europa. Dan behandelen ze bijvoorbeeld Duitsers, Belgen en Zwitsers anders dan Chinezen, Indiërs en Brazilianen.
Verder willen de universiteiten een ‘noodfixus’ kunnen instellen als een opleiding onverwacht hard groeit. Dat is nu wettelijk niet toegestaan. Het moet vooraf duidelijk zijn als een opleiding studenten een beperkt aantal studenten toelaat.
Grote toestroom eerstejaars
In 2020 kwam er overigens een golf van eerstejaars naar de universiteiten. Dat kwam door de coronacrisis: de centrale examens gingen niet door, meer scholieren slaagden en een tussenjaar had weinig zin. Dit jaar (2021) kwamen er iets minder eerstejaars naar de universiteiten, maar het zijn er nog altijd meer dan in 2019, het jaar voordat de coronacrisis uitbrak.
Drie universiteiten zijn een uitzondering: zij zagen het aantal eerstejaars bachelorstudenten toch nog toenemen. Dat zijn de Universiteit van Amsterdam, de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Universiteit Twente. De sterkste daling van de instroom is zichtbaar in Utrecht, Nijmegen, Eindhoven en Wageningen.
De UU-instroom van eerstejaars was dit jaar 6441. Dat is fors minder dan in 2020, toen ging het liefst om 7099 nieuwelingen. Tegelijkertijd is het veel meer dan in het pre-coronajaar 2019. In dat jaar trok de UU 5746 nieuwe studenten.
In een interview met DUB luidde het UU-bestuur kort voor de jaarwisseling daarom al de noodklok over een groei van het totaal aantal studenten met 15 procent. Het invoeren van meer avondcolleges wordt nu noodzakelijk geacht. Hoewel het percentage internationale studenten in Utrecht relatief beperkt is, heeft ook het Utrechtse bestuur zorgen over de snelle toename.
Meer hbo'ers
Het totale aantal bachelorstudenten is met 3,5 procent toegenomen, maar het totale aantal masterstudenten steeg nog sneller: 4,9 procent. Dat komt niet alleen door de buitenlandse studenten, maar ook door het aantal hbo-studenten dat doorstroomt naar een master aan een universiteit. “Vorig jaar nam dat aantal al met 21,3 procent toe en dit jaar is er een nieuwe toename van 7,7 procent”, meldt universiteitenvereniging UNL.