Universiteitsraad haalt 2,9 miljoen extra binnen voor onderwijs UU

Screenshot van de laatste U-raadvergadering van het jaar

Het totaalbedrag dat de universiteit uittrekt voor onderwijs, is een optelsom van diverse inkomsten. Dit geld wordt via een verdeelsleutel over de faculteiten verdeeld. Eén van de inkomsten betreft de zogeheten kwaliteitsgelden of studievoorschotmiddelen – het geld dat is vrijgekomen door de basisbeurs af te schaffen. Dit geld is bestemd om het onderwijs te verbeteren. Onderdeel van de verdeelsleutel is de parameter ‘studiepunttarief’: voor elk studiepunt dat studenten halen, krijgt de faculteit een bepaald bedrag. En over deze parameter in combinatie met de kwaliteitsgelden ontbrandde maandag een heftige discussie in de laatste universiteitsraadsvergadering van het academisch jaar.  

Aan de orde is de kaderbrief, de meerjarenbegroting, die onlangs werd besproken in de financiële commissie van de U-raad. Vandaag vraagt het universiteitsbestuur aan de raadsleden om in te stemmen met de verdeling van gelden zoals het College van Bestuur (CvB) dat goed acht.

Volgens de agenda van de U-raad zou de discussie over de kaderbrief een half uur duren, maar uiteindelijk kost deze zo’n twee uur waarin vier keer wordt geschorst voor de Universiteitsraad zijn goedkeuring geeft aan de meerjarenbegroting. Twee keer wordt de vergadering onderbroken omdat de raadsleden ruggenspraak wensen en twee keer voor het universiteitsbestuur.

Bedrag per studiepunt daalt
De U-raadsleden en met name de studenten in de raad, richten hun pijlen op het studiepunttarief. Dit omdat het universiteitsbestuur het tarief voor 2021 heeft verlaagd. Dit jaar is een studiepunt nog 32,84 euro waard, volgend jaar nog maar 31,71 euro. De studenten vinden het een kwalijke zaak dat het studiepunttarief daalt. Niet in de laatste plaats , zegt Casper de Haes, omdat het aantal studenten groeit en dus ook het inkomen uit collegegelden stijgt. Die gelden zijn bestemd voor het onderwijs. Nienke Prins vreest dat de kwaliteitsgelden oneigenlijk gebruikt worden. Die komen volgens haar niet volledig ten goede aan het verbeteren van het onderwijs. Jesse Wijlhuizen vermoedt dat de kwaliteitsgelden de bezuiniging op het studentenpunttarief afdekken. Namens de studenten komt hij met een eis: het studiepunttarief moet naar 33 euro.

Het College van Bestuur reageert gekwetst op de veronderstellingen van de studenten dat de basisbeursmiljoenen oneigenlijk gebruikt worden. Het bestuur verzekert dat de kwaliteitsgelden echt wel in zijn geheel gebruikt worden om het onderwijs te verbeteren en de werkdruk voor docenten te verlagen. De daling van het studiepunttarief is volgens het CvB te rechtvaardigen omdat de vaste voet voor het onderwijs omhoog is gegaan. Daarbij komt dat het college al 14,8 miljoen euro meer heeft uitgetrokken voor het onderwijs in 2021 dan in 2020. "Als je de kwaliteitsgelden eruit haalt, zie je dat er toch nog extra geïnvesteerd wordt in onderwijs? Dat is toch de belangrijkste conclusie?”, merkt rector Henk Kummeling op. Voorzitter Anton Pijpers reageert boos: “Ik vind de opmerkingen van de raad beledigend. We hebben twee jaar lang al extra geïnvesteerd in het onderwijs bovenop de kwaliteitsgelden. Om alleen te kijken naar het studiepunttarief vind ik echt beledigend.”

Tekst loopt door onder tabel

U-raad vraagt 3,3 miljoen

De U-raadsleden zeggen niet beledigend te willen zijn, maar dat ze slechts “scherp reageren” op de daling van het studiepunttarief en de besteding van de kwaliteitsgelden. Hun verzoek om een verhoging is niet alleen gebaseerd op het financiële plaatje. Ze vrezen namelijk dat de kwaliteitsgelden uiteindelijk ook gebruikt gaan worden om de extra kosten die de coronacrisis voor het onderwijs met zich meebrengen, te betalen. Maar ze reageren ook op geluiden van de werkvloer. Ondanks eerdere investeringen is de werkdruk nog steeds hoog en zelfs gestegen door het online-onderwijs dat docenten plots hebben moeten verzorgen, zeggen ze. “Daar mag dus best extra geld in worden geïnvesteerd”, zegt Jesse die voorrekent dat een verhoging van het tarief naar 33 euro uitkomt op 3,3 miljoen euro extra voor het onderwijs in 2021.

Het college reageert verbaasd op de mededeling van de U-raad dat de faculteiten niet blij zijn met de verlaging van het studiepunttarief. Zij hebben recent nog overleg gehad met decanen en directeuren en geen klachten gekregen over een tekort aan geld. Ook benadrukt het CvB dat het geld dat nodig zou zijn om coronakosten op te vangen, niet uit de kwaliteitsgelden betaald gaan worden, maar op een andere manier worden opgevangen. “In samenspraak met de medezeggenschap”, zegt de rector.

Schorsingen met resultaat
De eerste schorsing volgt maar dit verandert de eis van de U-raadsleden niet. Ze willen 33 euro per studiepunt en anders kunnen ze niet instemmen met de kaderbrief. Dan wenst vicevoorzitter Annetje Ottow en schorsing om met de voorzitter en de rector te overleggen. Ze komen terug met een verrassend aanbod: het CvB wil 2,4 miljoen extra uittrekken voor onderwijs, maar niet het studiepunttarief verhogen. “We hebben naar jullie geluisterd en willen extra geld uittrekken maar niet morrelen aan het studiepunttarief. Dat is slechts één parameter.” De 2,4 miljoen is de hoogte van de bijdrage aan onderzoeksinstituut Nioz wat het college ook wel uit een andere pot wil betalen (zie kader).

Opnieuw volgt een schorsing waarna de U-raad “een handreiking doet” en vraagt om 2,9 miljoen. Dat is 4 ton minder dan ze aanvankelijk wil. Na weer een schorsing van het CvB komen de collegeleden met goed nieuws: het bestuur trekt 2,9 miljoen extra uit voor onderwijs dat zal worden verdeeld over de faculteiten, omdat ze zich wel kunnen voorstellen dat de raad meer geld aan onderwijs wil uitgeven. “Maar dan willen we nooit meer een discussie over het studiepunttarief", zegt Ottow. Een discussie over de hoeveelheid geld dat wordt uitgegeven aan onderwijs, is welkom, maar dan alleen in de brede context en niet gefocust op één parameter, zegt ze. Dat belooft de meerderheid van de U-raad, hoewel niet uitgesloten wordt dat het woord weer over tafel gaat als dit najaar het Universitair Verdeelmodel geëvalueerd wordt. Het UVM is het model waarmee de UU het geld over de faculteiten en diensten verdeeld. De verwachting is dat het studiepunttarief na de evaluatie uit het model verdwijnt.

De 2,9 miljoen extra voor het onderwijs in 2021 komt bovenop de al aangekondigde 185 miljoen euro plus de 62 miljoen die in de kaderbrief staat voor gezamenlijke uitgaven aan onderwijs en onderzoek.

Het ‘Nioz-potje’
In de kaderbrief wordt 2,4 miljoen euro uitgetrokken in 2021 voor het samenwerkingsverband met het Nioz. Dit bedrag komt uit de beleidsruimte, geld dat het College van Bestuur zonder instemming van de U-raad mag uitgeven. In 2021 komt dit bedrag uit de algemene reserve, het spaargeld van de UU. De raadsleden snappen deze verschuiving niet. Uitgelegd wordt dat dit in het verleden zo was afgesproken met de U-raad. Annetje Ottow wilde aanvankelijk een soort uitruil doen: het Nioz zou weer betaald worden uit de reserve zodat de 2,4 miljoen uit de beleidsruimte dan naar het onderwijs kan. Door het verhogen van het bedrag voor onderwijs naar 2,9 miljoen moeten de collegeleden nog wel bedenken waar ze dit bedrag uiteindelijk van gaan betalen.

 

Advertentie