'Een UU-werknemer zijn met beperking, voelt als sterven aan duizend papiersneetjes’

Foto's: Ivar Pel

Maranke Wieringa (29) is derdejaars promovendus bij Geesteswetenschappen en onderzoekt de algorithmic accountability van Nederlandse gemeenten. Wieringa heeft een progressieve auto-immuunziekte. Toen hen* begon aan de UU-master Media Studies was hen nog niet deels afhankelijk van een rolstoel. Nu kan hen niet meer dan een kwartier achter elkaar lopen. De problemen met de toegankelijkheid begonnen op het moment dat hen promovendus werd. “Er is een correlatie tussen het feit dat ik steeds vaker mijn rolstoel nodig heb en de universiteit die steeds onbegaanbaarder wordt. Ik kom steeds vaker obstakels tegen en dát is wat mij gehandicapt maakt.”

Wieringa ontdekte dat veel verschillende mensen aan verschillende Nederlandse universiteiten dezelfde ervaringen hebben. Daarom heeft hen samen met anderen Accessible Academia opgericht. Dit platform ondersteunt mensen met een beperking die werkzaam zijn aan een universiteit, faciliteert onderzoek en wil universiteiten wijzen op de toegankelijkheidsproblemen. Accessible Academia werd in december officieel gelanceerd en heeft inmiddels een nieuwsbrief met 139 abonnees. “We hebben veel enthousiaste reacties gekregen. Het is geweldig om te merken dat er behoefte is aan ons platform”, zegt Wieringa.

Hoewel er al een aantal initiatieven is aan de UU, zoals het platform Onbeperkt Studeren en het netwerk voor participatiemedewerkers, was er nog geen organisatie voor alle Nederlandse universiteiten “die onze stem laat horen en voor ons opkomt” zegt Wieringa. “We zijn met velen, maar we zijn niet zo zichtbaar. We wilden een plek waar we in alle veiligheid kunnen praten over de academische wereld zoals wij die beleven en hoe we om moeten gaan met situaties die ervan uitgaan dat niemand een beperking heeft.” Vraag Wieringa een paar voorbeelden te noemen en er volgt een hele lijst.

Fysiek en figuurlijk was ik aan het eind van mijn Latijn

Vanwege hun ziekte vroeg Wieringa eind 2019 om het aantal werkdagen terug te schroeven van vijf naar vier. Door administratieve redenen lukte dit pas in maart 2020. Ondanks de kortere werkweek kon Wieringa niet voorkomen dat ze in juli een burn-out kreeg. Naar hun mening speelde ableism - discriminatie ten voordele van mensen zonder beperking - daarbij een grote rol. “Het was één grote opeenstapeling van kleine voorvallen van ‘sorry, daar hebben we eigenlijk nooit over nagedacht’. Ik noem het sterven aan duizend papiersneetjes.”

Het eerste sneetje kwam toen Wieringa werd aangenomen als promovendus. “Ik wist dat alle PhD-kandidaten op de zolder van een historisch pand zonder lift zouden zitten. Ik zou in september beginnen en stuurde in mei al een mail naar het departement hoe ik daar moest komen. Uiteindelijk kwamen ze na negen maanden met een halfbakken oplossing: ik kreeg een eigen kantoor op de begane grond. Ik was letterlijk en figuurlijk gemarginaliseerd.”

“Ik stelde voor om de hele groep van plek te laten ruilen met een ander departement in hetzelfde gebouw, maar de andere groep zag dit niet zitten. Deze collega’s hadden geen zin om elke dag de trap op te lopen, terwijl ik die trap niet op kán. Dus ik zat daar beneden in mijn eentje. Promotieonderzoek is al eenzaam genoeg, maar ik kreeg niet eens de kans om sociale contacten met de andere PhD’s aan te gaan. Als ik koffie met iemand wilde gaan drinken, moest ik eerst een appje sturen. Toen corona kwam, hoorde ik mensen zeggen hoe moeilijk het is als je je collega’s niet kunt zien - ik dacht ‘echt? Ik moet al jaren zo werken.”

Een andere papiersnee kwam in juni 2019 toen het onderzoekinstituut waar Wieringa werkt een uitje organiseerde voor de PhD-kandidaten. “Het was een stadswandeling. Ik mailde en schreef ‘leuk idee, maar ik kan niet mee’ en het antwoord was ‘ja, daar hebben we even niet aan gedacht en helaas is deze wandeling niet rolstoeltoegankelijk.’ “

Ook het geven van college is een uitdaging voor wie in een rolstoel zit. “Het platform Onbeperkt Studeren is van studenten en toen zij de toegankelijkheid van gebouwen inventariseerden, werd geen rekening gehouden met de dingen die belangrijk zijn voor docenten met een beperking. Zo werd er gekeken of je een collegezaal binnen kunt komen in een rolstoel, maar niet naar de precieze plek in de zaal waar je binnenkomt. Zo is niet gekeken of een docent met een beperking bij het whiteboard kan komen. In de meeste zalen die als ‘toegankelijk’ worden omschreven, moet ik college geven van achteruit de zaal. Laatst wilde ik een grote zaal reserveren in de binnenstad die toegankelijk voor mij is, maar als antwoord kreeg ik te horen dat dit type zalen er in de binnenstad niet zijn. Dat zegt veel over degenen die het voor het zeggen hebben in onze maatschappij.”

Het is als een tapijt dat is gemaakt van pleisters waarvan er telkens eentje loslaat

Dat de toegankelijkheid van een oud gebouw een probleem is, is misschien niet zo vreemd, maar je zou verwachten dat bij het ontwerp van een nieuw pand wel rekening gehouden wordt met de toegankelijkheid. Toch ontdekte Wieringa dat daar niet vanuit gegaan kan worden. Als voorbeeld noemt de promovendus het nieuwe gebouw van Diergeneeskunde. “Op de promoplaatjes zag ik meteen de vergaderzalen met barkrukken. Hoe moet iemand in een rolstoel in zo’n setting meedoen aan het gesprek?”

“Ik weet dat mensen ons niet opzettelijk pijn willen doen, maar ze denken gewoon niet aan ons. Ze vergeten dat wij er zijn. En als de fout is gemaakt, vragen ze ons om met een oplossing te komen, terwijl dat onze taak helemaal niet is. Medewerkers en studenten met een beperking moeten de hele tijd vanalles regelen. Wij moet altijd extra werk verzetten om de simpelste dingen te kunnen doen, zoals het vinden van een geschikt kantoor of toegankelijke collegezaal. Andere mensen hoeven daar nooit over na te denken.”

De houtje-touwtje-oplossingen waar Wieringa vaak tegenaan loopt, is vaak ook nog bedacht of afgesproken met slechts één persoon. “Als die ziek of weg is, begint het hele circus weer opnieuw. Iedereen doet z’n best om de gaten te dichten, maar het is alsof we een tapijt van pleisters weven waarvan er telkens eentje loslaat. Het is zo vermoeiend om nergens een permanente oplossing voor te krijgen waardoor je dus het steeds weer mensen nodig hebt die met jouw situatie willen meedenken en met een oplossing willen komen. Wat vervolgens de verwachting schept dat jij daar dankbaar voor moet zijn. Ik ben daar klaar mee. Ik wil niet dankbaar hoeven zijn voor het hebben van een werkplek. Dat zou de normaalste zaak van de wereld moeten zijn.”

Recentelijk kreeg Wieringa weer te maken met een papiersnee en wel in september 2021. Hen werkte net weer vier dagen, na het geleidelijk opbouwen van haar werkzaamheden na de burn-out. Wieringa vroeg of de lift van Drift 25 niet zo kon worden aangepast dat deze gewoon te gebruiken is. Nu moet voor het gebruik een sleutel worden gevraagd bij de receptie van de UB Binnenstad. “Dat kost niet alleen tijd, maar werkt ook beperkend omdat ik niet gewoon zoals ieder ander gewoon kan doen wat ik wil doen. Bovendien is het vernederend. Een maand later kreeg ik een mail dat ik een persoonlijke ‘invalidensleutel’ kon krijgen. Die moest ik ophalen in het pand aan Boothstraat 6. Toen ik dat gebouw op de site van de UU bekeek, zag ik dat je daar met een rolstoel niet binnen kan komen. Ik liet op een beleefde manier weten dat die niet het antwoord op mijn vraag was en dat het vreemd was om juist daar het afhaalpunt van die sleutel te hebben. Ik heb hier geen antwoord op terug gekregen.”

Ik besta in een ruimte die niet voor mij gemaakt is

De papiersneetjes eisen hun tol. Hoewel Wieringa heel enthousiast is over het nieuwe platform, weet hen niet hoelang hen nog onderdeel is van de academische wereld. “Ik heb besloten ander werk te gaan zoeken buiten de universiteit. Ik hoop nog wel mijn promotieonderzoek in deeltijd af te maken. Als ik ben gepromoveerd, is de kans groot dat ik de universitaire wereld helemaal verlaat. Dit terwijl mijn werk door mijn peers en supervisors gewaardeerd wordt en ik er prijzen voor heb gewonnen. Ik heb het gevoel dat ik wel besta in deze wereld, maar dat die niet is gemaakt voor mensen zoals ik. Het heeft me uitgeput.”

Wat de toekomst voor Wieringa brengt is onduidelijk, maar over de toekomst van het platform Accessible Academia heeft Wieringa wel een duidelijk beeld. “Ik hoop dat we uiteindelijk uitgroeien tot een invloedrijk platform als het Landelijke Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren of het Promovendi Netwerk Nederland.

*Wieringa identificeert zich als non-binair en gebruikt de voornaamwoorden hen/hun

Wat doet Accessible Academia
Accessible Academia gaat werken volgens drie pijlers: community building, belangenbehartiging en onderzoek. De eerste pijler zal worden bereikt door middel van informele borrels, een online chatdienst en carrière evenementen waarin senior academici met een handicap hun ervaringen en tips zullen delen. Wat belangenbehartiging betreft, is het eerste plan om een ableism-alert te maken, vergelijkbaar met de sexism alert van Athena's Angels. Maar de groep gaat ook gevraagd en ongevraagd advies geven aan bestuurders, als bron dienen voor de pers en opiniestukken schrijven. De laatste pijler bestaat uit het leggen van contacten met andere partijen om onderzoek naar handicaps mogelijk te maken en leesgroepen, lezingen en voordrachten te organiseren.

Voor het eerste evenement - een lezing en workshop met Nicole Brown (University College London) georganiseerd in samenwerking met UU's Onderzoekschool Gender Studies kunnen geïnteresseerden zich al inschrijven.

Accessible Academia heeft een subsidie van 5000 euro ontvangen van het Equality and Diversity Office (EDI) van de UU, waarmee ze een student-assistent voor twee uur per week kunnen inhuren om hen te helpen met administratieve taken. Binnenkort volgt een vacature. Op dit moment heeft het platform geen andere financieringsbron. De organisatie is ook op zoek naar een thuisbasis. "We praten met onze partners om te zien of iemand bereid is om ons meer permanent te huisvesten," zegt Wieringa.

Netwerk USP Inclusief gelanceerd bij UU en UMC Utrecht
Eind vorig jaar is nog een platform gelanceerd voor medewerkers met een (arbeids)beperking of (psychische) kwetsbaarheid in het Utrecht Science Park. Netwerk USP Inclusief verwelkomt medewerkers met een lichamelijke en/of psychische kwetsbaarheid die werkzaam zijn op het Utrecht Science Park, maar ook medewerkers die zelf niet in die situatie zitten maar wel geïnteresseerd zijn in het thema. "Er zijn veel medewerkers met een beperking en (psychische) kwetsbaarheid die niet via de participatiewet in dienst zijn. Met dit nieuwe platform willen we ervoor zorgen dat we iedereen bereiken", leggen netwerkleiders Eveline Slappendel en Lisa Luchtenberg uit.. Het platform gaat workshops, netwerkborrels en andere activiteiten organiseren om het draagvlak en de inclusie in het USP te vergroten. Ook wordt er aandacht besteed aan het bevorderen van de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de leden. Je kunt je hier aanmelden voor het netwerk.

Advertentie