Pleidooi voor ‘gedisciplineerde interdisciplinariteit’

‘Interdisciplinariteit soms leeg buzzword, maar broodnodig’

interdisciplinair schrijfexperiment Foto: Renske Hoff
Interdisciplinair onderwijsproject in de UB, foto DUB

Interdisciplinariteit is een buzzword: het woord wordt vaak oppervlakkig gebruikt. En interdisciplinaire onderwijsinnovatie is populair, omdat het belooft ideale afgestudeerden af te leveren. Aan deze combinatie kleven nadelen. Nadelen die we sprekend geïllustreerd zien in het DUB-opiniestuk  ‘Het nieuwe toverwoord: Zijn de geesteswetenschappen gebaat bij verdere interdisciplinariteit?’ door geschiedenisstudent Merlijn van Leerzem. Als programmateam Interdisciplinair Onderwijs van de Universiteit Utrecht gaan we de uitdaging aan om de begripsverwarring te ontwarren.

In Merlijns stuk lezen we vooral een zorg: hoe voorkomen we dat interdisciplinariteit enkel een buzzword blijft? Deze zorg berust op een logica die, hoewel begrijpelijk, in wezen onjuist is. Kennis en innovatie in de breedte zou ten koste gaan van kennis in de ‘diepte’ van disciplines. Maar interdisciplinariteit en disciplinaire verdieping hoeven elkaar niet uit te sluiten – integendeel, ze kunnen elkaar juist versterken. 

Interdisciplinariteit mag dan hip zijn, het is ook broodnodig om studenten op te leiden tot professionals in een snel veranderende en steeds complexere wereld. Dat opleiden begin je door specifiek te worden over wat interdisciplinariteit aan breedte en diepte, maar ook aan kennisintegratie nodig heeft. Vergelijk dit met musici die hun eigen instrument moeten beheersen voordat ze in een orkest kunnen spelen. Precies zo kunnen ook academici pas goed over disciplinaire grenzen heen samenwerken als ze over disciplinaire kennis beschikken.   

Gedeelde conceptuele benadering
Wat het programma Interdisciplinair Onderwijs (IDO) betreft, valt of staat succesvol interdisciplinair onderwijs met een gedeelde conceptuele benadering. Aan de UU werken we met het begrip ‘gedisciplineerde interdisciplinariteit’ .

Deze term werkt op verschillende lagen. Allereerst draait het erom dat interdisciplinariteit gestoeld moet zijn op een stevige disciplinaire of specialistische kennisbasis. Studenten brengen hun eigen discipline of specialisatie mee naar het interdisciplinaire onderwijs. We leggen het uit met een fictief voorbeeld. 

Een bioloog in de dop brengt kennis van de genetica, een beginnende literatuurwetenschapper levert inzicht in de verbeelding, een rechtenstudent brengt de juridische achtergrond. Hun gesprekken zouden kunnen gaan over verbeeldingsprincipes die verstopt zitten in genetisch onderzoek of over de manier waarop over genetische modificatie gespeculeerd wordt in romans. De rechtenstudent stelt de vraag: mogen en willen we nu en in de toekomst genen modificeren? 

In deze gesprekken komen studenten hun eigen discipline op een andere manier tegen en verdiepen ze zich zo verder: ze zien de kwaliteiten, maar ook de grenzen of blinde vlekken van hun vakgebied. Tegelijkertijd krijgen ze door contact met andere disciplines en andere vraagstukken de kans om zich te verbreden

Verbinding door kennisintegratie
De tweede laag van gedisciplineerde interdisciplinariteit gaat om het aanleren van integratieve methoden om van kennis en inzichten uit verschillende disciplines een meeromvattend geheel te maken. Door deze methoden toe te passen in het onderwijs vervlechten studenten de disciplines en weten ze interdisciplinariteit te bereiken. Integratieve methoden zijn veelbesproken binnen de academie. Welke onderzoeksmethoden voor kennisintegratie zijn er en hoe vertaal je die succesvol naar onderwijs?

Dat laatste is belangrijk; de tweede laag van gedisciplineerde interdisciplinariteit draait om het ‘gedisciplineerd’ toepassen van de methoden in onderwijsontwerp. Anders blijft dat wat poogt interdisciplinair te zijn hangen in de multidisciplinariteit, oftewel de verbreding die Merlijn lijkt te vrezen. Voor verbreding is zeker een plek aan de UU, maar verbreding is wel degelijk iets anders dan verbinding. 

Verbreding biedt een palet aan mogelijke perspectieven en dus de kans om verschillende wetenschappelijke lenzen te leren kennen. Bij verbinding gaat het om nieuwe kennisproductie, gebaseerd kennis en inzichten die zijn geworteld in disciplines of specialisaties. De angst voor disciplinair kwaliteitsverlies is bij een adequate toepassing van integratieve methoden dus ongegrond. 

Denk aan het voorbeeld van Merlijn: de opleiding PPE+ aan de UU. Een PPE-student weet wat voor kennis uit de Philosophy, Political Science, Economics en History komt. De student weet deze kennis aan elkaar te verbinden doordat de opleiding goed heeft nagedacht over de inzet van het Repko-model voor interdisciplinair onderzoek in het PPE-onderwijs. Bovendien zou je kunnen zeggen dat PPE zelf inmiddels een ‘neo-discipline’ is, oftewel een nieuw vakgebied met eigen concepten, theorieën, publicatiekanalen, enzovoort.

Interdisciplinariteit vereist reflectie
De praktijk is echter hardnekkig en daar gaat niet alleen Merlijns opiniestuk, maar ook de derde laag van gedisciplineerde interdisciplinariteit over. Wij zien in ons werk helaas nog te vaak dat interdisciplinariteit als leeg buzzword gebruikt wordt, ook in de context van bezuinigingen. Oftewel, het woord verschijnt inderdaad in contexten die nog onvoldoende een diepere invulling zoals de principes van ‘gedisciplineerde interdisciplinariteit’ hebben weten toe te passen.

Het doceren van en leren in interdisciplinair onderwijs vraagt om reflectie op de processen en de producten van integratief werken. Het vraagt om iets anders dan onderwijs dat zich vooral richt op het overbrengen en vergaren van disciplinaire of specialistische kennis. Het vraagt om de inzet van disciplinaire kennis voor nieuwe academische of maatschappelijke vraagstukken, het vraagt om expertise op het gebied van het integreren van die kennis. 

Daarom bieden we vanuit het programma IDO zowel een leergang voor docenten als verschillende handvatten]. Wij hebben als programma vele UU-docenten, ook binnen de Geesteswetenschappen, opgeleid in interdisciplinair onderwijsontwerp gebaseerd op een combinatie van verdieping, verbreding en integratie. 

Door de populariteit van het begrip interdisciplinariteit blijven er misconcepties en misverstanden bestaan over wat interdisciplinair onderwijs wel is en wat het vooral niet is. Maar aan korte tekstjes of promotionele speeches kun je de degelijkheid van een integratief cursus-, pakket- of curriculumontwerp vaak niet aflezen. Het is uitdrukkelijk niet het idee achter interdisciplinair onderwijs dat de studenten die kiezen voor interdisciplinair onderwijs uitstromen met hiaten in de basiskennis van hun disciplines of specialisaties. 

Deze studenten maken juist vaak gerichte keuzes in het vergaren van die kennis en in het delen en integreren ervan. Hierdoor leren ze hun disciplinaire kennis naast die van andere studenten te leggen. Deze studenten krijgen dus inzicht in de waarde van hun expertise, waar deze begint en ophoudt, en hoe deze complementair kan zijn aan de expertise van andere studenten. Ze hebben gerichte ervaring opgedaan in het werken met integratieve methoden over disciplines heen en sterke analytische, communicatie- en samenwerkingsvaardigheden ontwikkeld. 

Zo zou een PPE-student het gesprek tussen de biologie-, literatuur- en rechtenstudenten niet alleen van PPE-kennis kunnen voorzien, maar ook kunnen faciliteren. Een PPE-student weet hoe je een gesprek aan gaat over de grenzen van disciplines.

Interdisciplinair onderwijs goed uitvoeren
Wij begrijpen dus de zorg van onder andere Merlijn die zegt dat disciplinaire kracht mogelijk verloren gaat bij interdisciplinariteit. Maar stevige conceptualisaties van dat laatste leiden juist tot meer disciplinaire kracht, omdat hier specialisten kennis verbinden en disciplines vervlechten. 

Het interdisciplinaire onderwijs biedt studenten de kans om hun disciplinaire kennis toe te passen op vernieuwende en urgente vraagstukken. Dat gaat niet ten koste van diepgang. Integendeel, doordat studenten beter kunnen reflecteren op disciplinaire verschillen wordt het vaak eenvoudiger voor hen om kritisch te kijken naar de krachten en zwaktes van hun eigen disciplines, om snel maar degelijk de benodigde wetenschappelijke inzichten voor vraagstukken op te zoeken en te doorgronden, en om met creatieve antwoorden en oplossingen te komen.

Slecht uitgevoerde interdisciplinariteit is als de Portsmouth Sinfonia , waar getrainde musici hun instrumenten uitwisselen met als gevolg dat de uitvoering uiteindelijk haar artisticiteit verliest. Goed uitgevoerde interdisciplinariteit is als een orkest waarin de cellist cellist kan zijn, en de saxofonist saxofonist. Samen komen ze tot de meest impactvolle uitvoeringen.

Door: Caspar Schoevaars, Chiara Stam, Douwe van der Maden, Iris van der Tuin, Margreet van der Ham, Timothy Bland van het programma Interdisciplinair Onderwijs.

The opinions expressed above belong to their authors and do not necessarily represent those of DUB. If you would also like to share your opinions with the rest of the UU community, please send your piece to dubredactie@uu.nl.

Login to comment

Reacties

We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.

Advertentie