‘Ik zie geen reden om een docent zonder onderzoekstijd geen vast contract te geven’

Illustratie Niels Bongers

Tim de Winkel, Ilse Josepha Lazaroms en Dick Zijp weten hoe het is om docent te zijn aan de Universiteit Utrecht. Ze vinden onderwijs geven fantastisch, maar lopen alle drie tegen een muur op. Ze ageren daar elk op hun eigen manier tegen. De eerste richtte met anderen Actiegroep 0.7 op, de tweede diende haar ontslag in omdat ze geen onderdeel meer wil uitmaken van een systeem dat mensen ziek maakt. De derde zit in dubio. Wil hij wel of niet werken aan een universiteit die docenten als lesboeren ziet?

De positie van docenten zonder onderzoekstaak zoals Lazaroms en Zijp hebben, lijkt hier en daar te verbeteren. De Universiteit van Amsterdam heeft beloofd een bepaald type van deze docenten zonder onderzoekstijd een vast contract te geven. De Universiteit Leiden moest vorig jaar een docent vast in dienst nemen na een verloren rechtszaak. In Utrecht moet de universiteit zich op 6 juli tegenover de rechter verdedigen. Voormalig docent Marijn Scholte eist dat de UU hem een vast contract moet geven omdat hij structureel werk verrichtte. Maar de Universiteit Utrecht staat op het standpunt dat wie als docent een contract voor onbepaalde tijd wil, ook onderzoek moet doen. “Dat is iets wat ons onderscheidt van het hbo”, zegt het College van Bestuur. En: “Wij zijn een universiteit die wetenschappelijk onderwijs verzorgt. Onderzoek en onderwijs zijn daaro met elkaar verweven. Relevante en recente inzichten uit het onderzoek moeten een plek hebben in het onderwijs.”

UU zet in op het vergroten van aantallen universitair docenten

De ‘tijdelijke docenten’ zijn er altijd al geweest en zullen altijd nodig zijn om ‘piek en ziek’ op te vangen. Dat betekent dat deze docenten gaten vullen als vaste krachten ziek worden, langere tijd verlof hebben, zich ‘uitkopen’ van onderwijs om zich te richten op onderzoek of zoals de laatste jaren het geval is, het aantal studenten ineens flink stijgt. De invallers kregen meestal een jaarcontract, bleek hij het jaar daarop nog nodig dan kreeg hij weer een jaarcontract. Soms keerden ze niet meteen terug maar pas na een bepaalde periode. Daar komen de termen  ‘wegwerpdocent’ en ‘draaideurdocent’ vandaan.

De tijdelijke docent is er echter niet alleen meer voor ‘piek en ziek’, en daarom is er discussie over de positie van de docent zonder onderzoekstijd. Het aantal studenten blijft volgens de prognoses nog jaren hoog aan de UU en de vooraanmeldingen zeggen dat er ook komend jaar weer meer studenten aan een universitaire bachelor of master gaan beginnen. Sinds 2019 biedt de UU hen daarom een contract van vier jaar aan met een minimale werkweek van drie-en-een-halve dag (0,7 fte). Het verlicht de werkdruk van de vaste staf door niet steeds opnieuw nieuwe collega’s te werven en in te werken. Bovendien, zei de universiteit, is er duidelijkheid voor vier jaar en worden er niet steeds korte en kleine contracten te geven. Maar verder dan dit wil de UU niet gaan. Na vier jaar moet de docent vertrekken van de UU en kan alleen terugkeren op de positie van universitair docent (UD), een docent die ook onderzoek doet en die wel een contract voor onbepaalde tijd kan krijgen.

Protest van Actiegroep 0.7 op het Domplein van 12 mei met links Marijn Scholte. Op dat moment waren er cao-onderhandelingen in het Academiegebouw, foto DUB

Maar wanneer docenten vertrekken, komen er andere tijdelijke docenten voor in de plaats. Zo zag Marijn Scholte dat er voor ‘zijn’ baan twee nieuwe docenten werden gezocht. De universiteit ziet ook wel dat de uitbreiding van het wetenschappelijk personeel nodig is, maar zet in op het verhogen van het aantal universitair docenten. Hiervoor heeft het universiteitsbestuur in december vorig jaar een offensief ingezet. Ze heeft 50 miljoen uitgetrokken waarmee faculteiten onder andere meer UD’s in vaste dienst kunnen nemen. Ook is de hoop gevestigd op de 700 miljoen die onderwijsminister Robbert Dijkgraaf onlangs heeft toegezegd om het onderzoek aan universiteiten te versterken. Ook hebben alle universiteiten in de nieuwe cao afgesproken dat er naar de positie van deze tijdelijke docenten zal worden gekeken.

Een contract van vier jaar is wel een vooruitgang, maar niet meer dan dat

“Ik verwacht niet dat de impuls van Dijkgraaf de positie van de docent zonder onderzoekstijd veel zal helpen”, zegt Tim de Winkel. Afspraken daarover moeten gemaakt worden door de universiteiten in het kader van de cao-afspraak, zegt de ervaringsdeskundige die mede de Actiegroep 0.7 heeft opgericht. De Winkel zit in zijn laatste jaar van zijn promotie en gaf naast het doen van onderzoek de eerste drie jaar ook les bij Media & Cultuur. Zijn eerste contract bij de UU was als student-assistent, na afstuderen werd hij junior onderzoeker bij de Dataschool en ging daarnaast lesgeven bij Media- & Cultuurwetenschappen. Een paar contracten volgden, ook na een tussenpauze van een half jaar. Tot hij aan zijn promotie begon.

Actiegroep 0.7 verzet zich tegen de tijdelijkheid van docenten en de omvang van de contracten die zij krijgen. “Een contract van vier jaar is wel een vooruitgang, maar niet meer dan dat. Het geeft aan dat de universiteit zich ook realiseert dat de draaideurconstructie niet goed is, maar de bijwerkingen blijven dezelfde alleen worden ze uitgesmeerd over een langere periode. De ene bak docenten wordt de straat opgestuurd en vervangen door een nieuwe. Wie heeft daar baat bij? Bovendien is er te weinig onderzoek om alle docenten die nodig zijn onderzoek te laten doen. Docenten met alleen een onderwijstaak zijn dus structureel nodig.”

Tim de Winkel van Actiegroep 0.7 tijdens de actie in mei, foto DUB

Die bijwerkingen van het huidige systeem zorgen ervoor dat jonge docenten door de mangel gehaald worden door het universitaire systeem, zegt hij. “Ik zie te veel docenten met een burn-out en te veel mensen die de universiteit teleurgesteld de rug toe keren.” Alle docenten, zegt hij, zijn blij als ze mogen lesgeven aan de universiteit. Ze hopen na vier jaar een positie als UD te krijgen.

“Alle docenten hebben verschillende taken en doen vaak ook werk dat helemaal niet bij hun functie hoort.” Ze geven les aan bachelors en masters, in het Nederlands en Engels, coördineren vakken wat betekent dat ze van alles voor een vak moeten regelen en stroomlijnen, begeleiden bachelor- en masterstudenten met hun scriptie of stage en maken tentamens. Ze ontwikkelen zelfs vakken. “Al snel blijkt dat het werk niet past in een werkweek van 0,7 fte.”

In plaats van te klagen, zegt De Winkel, werken ze over. Onbetaald. Ze durven zich niet ziek te melden, niet om hulp te vragen als het thuis even niet lekker loopt. Dit wordt extra gevoeld door docenten die voor kinderen moeten zorgen, alleenstaande ouder zijn of uit het buitenland komen. Je hebt de baan nodig om je kinderen eten te geven of je verblijfsvergunning niet kwijt te raken.” Maar in plaats dat ze die felbegeerde positie als UD krijgen, worden ze na vier jaar afgedankt, zegt De Winkel. “Bij een andere universiteit kunnen ze dan weer opnieuw beginnen.”

Vier jaar, dacht ik, zoveel vastigheid had ik nooit gehad

De bevindingen van De Winkel worden bevestigd door docenten Ilse Josepha Lazaroms van Genderstudies en Dick Zijp van Theaterwetenschap. De eerste heeft ervoor gekozen om na haar herstel van een burn-out de universiteit per september te verlaten. “Ik wil geen deel meer uitmaken van een systeem dat mensen ziek maakt.” De tweede twijfelt of hij nog wel onderdeel wil zijn van een systeem dat docenten als “lesboeren” ziet.

Jan Boersma, cao-onderhandelaar namens vakbond FNV, foto DUB

Zijp is een typische ‘draaideurdocent’: “Ik ben nu bezig aan mijn zoveelste tijdelijke contract. In 2015 kreeg ik kort na elkaar twee tijdelijke contracten in Utrecht. Daarna kon ik niet direct een nieuw contract krijgen en ging ik voor een jaartje naar de Universiteit van Amsterdam. Toen weer terug naar Utrecht. Eerst op een contract van drie jaar, een half jaar nadat dat was afgelopen, kon ik in 2021 terugkomen. Nu heb ik een contract voor vier jaar van 0,7 fte.” In al die jaren is hij als buitenpromovendus bezig met zijn onderzoek naar cabaret en stand-up comedy.

Ook de gepromoveerde Lazaroms heeft op verschillende universiteiten als docent gewerkt. “Na mijn master Genderstudies aan de UU heb ik acht jaar internationale postdocs gedaan In 2018 heb ik een jaar als docent aan de UU gewerkt, met twee losse contracten. Daarna een jaar in Harvard. Toen ik solliciteerde op een baan als UD in Utrecht bij Genderstudies, bleek die intern al te zijn opgevuld. Ik werd gevraagd om docent te worden. Vier jaar, dacht ik, zoveel vastigheid had ik nooit gehad. Dus ik zei ja.”

De hiërarchie tussen onderwijs en onderzoek is totaal misplaatst

De twee worstelen met het universitaire systeem dat, zo zeggen zij, onderzoek nog altijd hoger aanslaat dan onderwijs, dat gratis overwerken de normaalste zaak van de wereld vindt, en dat goed beoordeelde docenten met hart voor onderwijs en studenten na vier jaar op straat zet. “De hiërarchie tussen onderwijs en onderzoek is totaal misplaatst”, zegt Lazaroms. “Onderwijs geven is een grote taak van een universiteit, maar daar is niet alleen te weinig tijd voor, maar ook te weinig waardering. Het gemakzuchtige uitgangspunt van de Universiteit Utrecht is dat alle docenten maar gratis overwerken. Daarmee benadeel je bepaalde groepen extra. Mensen met zorgtaken voor kinderen of ouderen, of mensen met andere limitaties op hun tijd of energie. Ik ben een alleenstaande ouder. Ik kan niet rondkomen van een aanstelling van 0,7 fte en heb de overige uren in de week nodig om mijn salaris aan te vullen.”

Deze spreuk die werd meegedragen tijdens de landelijke actiedag op 14 december 2018 gaat nog steeds op voor de docent die ook ouder is, foto DUB

Zijp denkt dat de universiteit docenten zoals hij geen vaste aanstelling wil geven om de illusie hoog te houden dat onderwijs en onderzoek aan de universiteit altijd samengaan. “Maar dat is allang niet meer zo. Halve afdelingen worden gerund door tijdelijk docenten zonder onderzoekstijd. Door de functie tijdelijk te maken, lijkt het echter alsof we slechts invallers zijn.” Hierover schreef Zijp een opinie in dagblad Trouw om hier aandacht voor te vragen.

Toen Lazaroms tijdens de lockdown samen met haar dochter thuis kwam te zitten, en werken vanuit huis moeilijker werd, kreeg ze niet het gevoel dat er sympathie was voor haar situatie. “Dat brak me op. Ik werd ziek.” Van de huisarts moest ze meteen stoppen met werken omdat ze tegen een burn-out aan zat. Hoe ze die periode beleefde, is te lezen in een openhartig essay dat ze schreef voor de Nederlandse Boekengids in samenwerking met Uitgeverij HetMoet. “Die hele periode heeft me aan het denken gezet. Ik kan me gewoon niet permitteren om weer ziek te worden. Ik wil ook geen deel meer uitmaken van een systeem dat mensen op deze manier uitbuit. Het is een moeilijk besluit geweest, maar ik verlaat de universiteit. Ik kan mijn energie elders beter gebruiken.”

Zijp twijfelt nog in hoeverre hij door wil aan de UU. “Hoe ethisch is het om te blijven meedraaien in een systeem dat slecht met mensen omgaat? Als docent geef je veel, wat onder meer te zien is aan mijn overuren. Ook laat ik kansen lopen om hier te werken, want ik hoop UD te worden. Maar voor mijn gevoel komt die loyaliteit maar van één kant. Verder dan de uitspraak ‘misschien ooit’ krijg je niet als je vraagt wat mijn kansen op een vaste baan zijn. Daar ben ik wel verbolgen over en dat vind ik slecht werkgeverschap. Want wat ik doe is structureel werk. Ik geef nu een en dezelfde cursus bijvoorbeeld al voor de achtste keer op rij. Ik ben bijna klaar met mijn promotieonderzoek en recentelijk bleek dat de kans op een UD-positie nihil is. Ook kan ik na dit contract niet opnieuw terugkomen als docent in Utrecht. Hoe dankbaar is dat?”

Een goed werkgever geeft ze wat ze verdienen: een vast contract

Volgens Zijp en De Winkel is actievoeren het enige dat rest. Hoewel Zijp zich afvraagt hoeveel steun er is vanuit de vaste staf: “Tijdens de demonstratie voor het Academiegebouw op 12 mei waren er vooral andere jonge docenten. Er zijn slechts enkele vaste medewerkers die consequent hun stem verheffen.” De Winkel: “Maar als wij gaan staken, dan ligt vrijwel al het onderwijs stil. Dan zie je hoe groot de rol van ons docenten is.” Samen met Lazaroms zeggen ze ook veel respect te hebben voor Marijn Scholte die naar de rechter is gestapt, hoewel het niet de manier van Zijp en Lazaroms is om tegen het systeem te vechten. “Als 0.7 verkennen wij die mogelijkheid wel, ook willen we als 0.7 onze steun betuigen en naar der rechtbank gaan”, zegt De Winkel, “want hij heeft gelijk. Een goed werkgever, zet goede mensen niet op straat, maar geeft ze wat ze verdienen: een vast contract.”

De Universiteit Utrecht doet geen uitspraken over de komende rechtszaak, maar blijft bij haar standpunt, ondanks het groeiend aantal studenten, de krappe arbeidsmarkt en het feit dat het onderscheid met het hbo wellicht kleiner is geworden doordat het hbo nu ook onderzoek doet, lectoren heeft en promotierecht krijgt. “De krappe arbeidsmarkt is relevant voor ons, maar dat laat onverlet dat wij vasthouden aan het uitgangspunt van de combinatie van onderwijs en onderzoek in een vast dienstverband”, zegt het College van Bestuur. “Relevante en recente  inzichten uit het onderzoek moeten een plek hebben in het onderwijs. Op een universiteit wordt wetenschappelijk onderwijs verzorgd en moeten studenten ook leren wat onderzoek doen is.” Op het hbo, zegt het universiteitsbestuur, wordt beroepsonderwijs verzorgd en worden studenten daarvoor opgeleid. “Dat bij hbo’s ook onderzoek wordt gedaan, betekent niet dat een universiteit de verwevenheid tussen onderwijs en onderzoek zou moeten loslaten. “

Het is belangrijk dat er geen verwachtingen worden gewekt die niet waargemaakt kunnen worden

De UU wil docenten zonder onderzoekstijd vier jaar zekerheid bieden, ze minimaal een contract voor 3,5 dag geven (0,7 fte) waarvan de halve dag bedoeld is om zichzelf te ontwikkelen om met meer bagage te solliciteren op een andere baan. 0,7, zo zegt het CvB, is een minimum: “Faculteiten bepalen op basis van de onderwijsverdeling welke functieomvang nodig is om het werk goed te kunnen doen.” Na die vier jaar mogen de docenten niet in dezelfde positie terugkeren. Ook niet na een half jaar en een dag wat volgens de cao is toegestaan, want dat is een draaideurconstructie en is geen goed werkgeverschap, zegt de UU.

“Wij vinden het belangrijk dat het perspectief voor docenten duidelijk is, namelijk dat het tijdelijk is”, zegt het universiteitsbestuur. “Die ontwikkeltijd is ook bedoeld om te gebruiken als voorbereiding op een volgende loopbaanstap. Het is belangrijk dat er in de werkomgeving geen verwachtingen worden gewekt die niet waargemaakt kunnen worden. Bijvoorbeeld dat er misschien nog wel een wetenschappelijke loopbaan of een vast dienstverband volgt. Dat gebeurde in het verleden nog wel eens en dat is niet wenselijk.”

Ook zegt het CvB dat het misschien juridisch wel mogelijk om iemand na zes maanden en een dag weer een tijdelijk dienstverband te geven, maar dat wil de UU niet. “Dat lijkt op een zogenaamde `draaideurconstructie’, dus iemand steeds even uit dienst laten gaan en dan weer tijdelijk aannemen. Vanuit het belang van een helder perspectief en iemand ‘niet aan het lijntje’ houden, vinden wij dat dus geen goed werkgeverschap.

De Winkel kent de argumenten maar blijft kritisch op “het systemisch te weinig tijd toekennen aan onderwijstaken. Wil je binnen de tijd van je aanstelling blijven, dan moet je dus óf beknibbelen op je onderzoek óf de kantjes ervan aflopen in je onderwijs. Iedereen die ik ken, snijdt eigenlijk in zijn onderzoek. Dat wordt normaal gevonden. Mijn verklaring daarvoor dat het blijkbaar bij de academische cultuur is gaan behoren. Maar zo hoort het niet te zijn. Ik zie werkelijk waar geen enkele reden waarom een docent geen vaste aanstelling zou mogen krijgen. Zeker als ze gepromoveerd zijn, want dan weet je wat het is om onderzoek te doen Voor je vak verdiep je je in het bijbehorende onderzoek. Een vaste aanstelling zou bovendien de rust kunnen bieden om juist eens op een beurs te schrijven. De enige reden waarom we geen vaste aanstelling waard zijn, die ik me kan bedenken, is dat we als tijdelijke werknemer goedkoop zijn. Maar ik hoop toch echt dat dat de reden niet is.”

Wat het personeel van de Universiteitsraad goed werkgeverschap vindt

Het tegengaan van werkdruk voor het personeel van de UU is iets wat met name de personeelsgeleding van de Universiteitsraad nauwlettend in de gaten houdt. Het College van Bestuur werd gecomplimenteerd met de impuls van 50 miljoen om door meer mensen aan te nemen de werkdruk voor de zittende staf te verlagen. Maar hoe staat zij tegenover het beleid van de UU om alleen docenten met een onderzoekstaak een aanstelling voor onbepaalde tijd te geven, nu de kritiek aanzwelt dat het werk van docenten zonder onderzoekstaak niet tijdelijk maar structureel nodig is?

Zowel Lijst Vlam, de grootste fractie, als de promovendipartij UPP vinden dat het huidige beleid geen stand meer houdt. UUinActie vindt dat alle aanstellingen een onderzoekscomponent moet hebben of dat er een substantieel deel aan ontwikkeltijd in moet zitten.

Lijst Vlam: “Met de kennis van nu rond arbeidsmarktkrapte denken wij dat de UU het zich op de korte en middellange termijn niet kan veroorloven om zich te blijven beroepen op de gecombineerde promotie én onderzoekseis. Het is belangrijk vanuit de nieuwe kaders rond het Erkennen & Waarderenprogramma te kijken naar wat en hoe men bijdraagt aan het academisch onderwijs. Op toenemende mate wordt daaraan immers ook al op academisch niveau bijgedragen door niet WP’ers. Wij vinden het overigens vanzelfsprekend dat  voor structureel werk een structurele aanstellingsvorm moet zijn.”

UPP: “Continuïteit is essentieel voor een hoge kwaliteit van het onderwijs. Onderwijs geven is structureel werk en dat behoeft vaste contracten zodat docenten ervaring kunnen opdoen, kunnen groeien in hun werk en toekomstperspectief biedt. We vinden het zorgelijk dat docenten na een contract van vier jaar niet meer terug mogen keren als dat wel is toegestaan in de cao. Om deze ervaren krachten te vervangen door een nieuwe lichting is niet in het voordeel van de kwaliteit van het onderwijs en draagt bij aan de werkdruk voor wie hen moet inwerken. Wij denken dat een PhD niet nodig is om een goede docent te zijn. Wat betreft de huidige contracten van 0,7 fte: als een baan alleen fulltime goed kan worden uitgevoerd, moet er ook een fulltime contract tegenover staan.”

UUinActie: “Onze partij komt voort uit de actiegroep WOinActie. Wij pleiten voor meer vaste contracten met onderzoekstijd om zo de werkdruk te verlichten vanaf het niveau van Universitair Docent. Ook moet een aanstelling groot genoeg zijn om al het werk in te kunnen doen: voldoende tijd voor het onderwijs en tijd om zichzelf op professioneel vlak te ontwikkelen. Dat betekent tijd om zelf onderzoek te kunnen doen of om wetenschappelijke ontwikkelingen en literatuur bij te houden. Zo krijgen docenten genoeg kans om zichzelf tot universitair docent te kunnen profileren.

 

Advertentie