Douglas Dorothal vertrekt uit Universiteitsraad

Fractievoorzitter van Vuur Nienke Prins vertelt dat het vertrek van Dorothal op goede voet gebeurt. "Er is niets geks aan de hand. We vinden het jammer dat hij vertrekt, maar steunen hem in zijn beslissing. Douglas heeft ontdekt dat hij andere dingen met zijn leven wil dan hele dagen op de raadskamer zitten. Hij heeft ook wat tijd en ruimte voor zichzelf nodig." Ondanks zijn vertrek uit de U-raad per 1 februari, blijft hij wel betrokken bij de studentenfractie van Vuur.

De in Aruba opgegroeide Dorothal studeert Diergeneeskunde en begon na zijn verkiezing in mei 2019, vol enthousiasme met zijn jaar als vertegenwoordiger in de raad. Het afgelopen half jaar was hij woordvoerder diversiteit en inclusiviteit. In september vertelde hij DUB nog dat hij als 'enig internationale raadslid' verwachtte een nieuw perspectief mee te brengen. Eén van de dingen waar hij verandering in hoopte te brengen, was de afwezigheid van de universiteit op de Utrecht Canal Pride. “Ik ben er nog steeds chagrijnig over dat de UU geen boot voor elkaar kon krijgen afgelopen pride", aldus Dorothal destijds.

Dorothals opvolger is Casper de Haes (21) die de track Economie & Politicologie aan UCU volgt , staat naar eigen zeggen te trappelen om aan het werk te gaan. "Dit semester was ik van plan om mijn scriptie te schrijven, maar die heb ik een half jaar kunnen uitstellen", schrijft hij in een persbericht. Van alle kandidaten van Vuur die onderaan de lijst stonden als een soort lijstduwer, had De Haes de meeste stemmen opgehaald tijdens de verkiezingen. Als raadslid neemt hij de portefeuille van diversiteit en inclusiviteit over van Dorothal.

Het komt weinig voor dat U-raadsleden opstappen. Vorig jaar vertrok studentlid Floris Boudens voortijdig uit de U-raad en zegde hij zijn lidmaatschap bij vereniging Vuur op. Hij was door de vereniging geschorst vanwege het lekken van informatie. Kort daarvoor werd Boudens nog verkozen tot 'Medezeggenschapper van het jaar’, onder andere omdat hij de reiskostendeclaraties van collegevoorzitter Anton Pijpers aanhangig maakte bij Kamerleden.