Gedragscode voor studentenorganisaties voorlopig in de ijskast
De nieuwe gedragscode zou vanaf dit collegejaar moeten gelden voor alle studentenorganisaties die een vorm van ondersteuning krijgen van de Hogeschool Utrecht en de UU. Woensdag stemde bijna alle student- en docentleden van de Hogeschoolraad (HSR) tegen het document, twee leden onthielden zich van stemming.
Daardoor lijkt het erop dat het document voorlopig in de ijskast verdwijnt en studentenorganisaties hem nog niet hoeven te ondertekenen. Uitzondering daarop zijn studieverenigingen van de UU. Doordat zij geen ondersteuning van de hogeschool krijgen heeft de afwijzing geen invloed op hen. Zij hebben het document daarom al ondertekend.
Vorige week werd al duidelijk dat de Hogeschoolraad afstevende op een ‘nee’ tegen de gedragscode. Zowel de student- als docentgeleding hebben een aantal bezwaren. Eén van de belangrijkste is dat binnen de raad het gevoel leeft dat studenten- en studieclubs onvoldoende betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de gedragscode. Daardoor wordt het document “onvoldoende gedragen”, aldus de HSR. “Verenigingen kunnen zich vinden in het idee van een gedragscode, maar niet in deze gedragscode”, aldus student-lid Jasmijn Simpson.
Gedragscode is vaag
Een ander belangrijk punt is volgens Jasmijn dat verenigingen het document vaag vinden. De tekst zouden voor meerdere interpretaties vatbaar zijn en dat kan tot ‘onwenselijke situaties leiden’. Jasmijn: “Er staat bijvoorbeeld dat je alert moet zijn op waarschuwingssignalen, maar wat zijn dat? En wanneer is een incident een incident? Als iemand valt, is dat dan een incident? En wanneer ben je daar als bestuur van een vereniging voor verantwoordelijk?”
Het is opvallend dat de interpretatieruimte die de gedragscode biedt, een struikelblok is binnen de Hogeschoolraad. Toen de code gepresenteerd werd, gaf onder andere studentenbelangenbehartiger Vidius aan die ruimte juist prettig te vinden. Martijn Grul, destijds voorzitter van Vidius, zei dat op die manier per geval bepaald kan worden of er sprake is van een incident of niet. In zijn optiek bood het document de ruimte om zowel voor- als achteraf te discussiëren en was die uitnodiging tot gesprek de meerwaarde van de gedragscode. Dat was ook precies wat de hogeschool en universiteit voor ogen hadden. Marieke de Bakker, afdelingshoofd studentbegeleiding van de UU, in juli: “We willen niet op detail zeggen wat wel en niet mag. We willen dat de vereniging zelf nagaat of bepaalde activiteiten wel of niet met de gedragscode stroken.”
Klokkenluiders monddood
Een ander belangrijk bezwaar van de Hogeschoolraad is de bepaling waarin wordt gesteld dat verenigingen geen uitlatingen tolereren die de universiteit of hogeschool in diskrediet kunnen brengen. Volgens de medezeggenschappers is dit een beperking van de vrijheid van meningsuiting. Docent-lid Arie Groenenboom woensdag: “Dat artikel kan gebruikt worden om klokkenluiders de mond te snoeren. Als het uit de gedragscode wordt gehaald dan zou ik eventueel bereid zijn om het document in te stemmen.”
Wat de gevolgen van het definitieve nee van de Hogeschoolraad zijn, is nog niet duidelijk. In een gesprek met de HSR gaf het hogeschoolbestuur vorige week aan dat het meest waarschijnlijke scenario is dat er ad hoc gereageerd zal worden op incidenten bij verenigingen. Het bestuur zal dan zelf bepalen wat een incident is en wat een passende maatregel is. De UU heeft zich nog niet uitgelaten over de mogelijke koers. U-raadslid Eise Nota die bij de stemming aanwezig was, liet de Hogeschoolraad wel weten dat de uitslag van de stemming aanleiding is om opnieuw om tafel te gaan met het universiteitsbestuur.