Zes bijzondere UU-verhalen
2023: Opzienbarende ontdekkingen, dolle vreugde en intens verdriet
Mariam Ikassrien ontmoette Máxima drie keer
‘Aandacht voor mentale gezondheid is zó belangrijk’
“Als je met Máxima spreekt, heb je niet het idee dat je met een koningin praat. Ze gaat echt in gesprek met je en is heel geïnteresseerd. Dit jaar heb ik haar op verschillende momenten ontmoet. Eén keer op Paleis Noordeinde, een keer bij haar thuis in Wassenaar en een keer september tijdens het universiteitenfestival UNLimited.
“Ik ben actief bij Mind Us, een organisatie die zich inzet voor de mentale gezondheid van jongeren. Máxima is erevoorzitter en ik zit in Raad van Richting, een soort raad van advies waarbij jongeren meedenken over hoe je de mentale gezondheid van de jeugd kan verbeteren.
“Bijzonder was een vergadering in Villa Eikenhorst, de officiële residentie. Het was een coole ervaring om in het paleis te zijn. Er was iemand die je jas wilde aannemen en je tas wilde dragen, zo’n behandeling ben je niet gewend waardoor het ook wat ongemakkelijk voelde.
“Bij het universiteitenfestival sprak ze ook met een groepje studenten, maar daar kon ik niet echt meepraten. Het ging vooral over studentenverenigingen. Bij het debat later die dag kon ik mijn verhaal wel doen. Ik stond op het podium met een paar andere studenten van Mind Us, met minister Robbert Dijkgraaf en met de UvA-rector Peter-Paul Verbeek.
“Ik heb daar verteld over de manier waarop het mij gelukt is om op de universiteit te komen en over hoe de universiteit mij door te studie helpt, ook al heb ik mentale problemen. Ik ben als dertienjarig meisje uit Marokko naar Nederland gekomen. Mijn ouders hadden geen idee hoe het Nederlandse onderwijssysteem werkte. Ik moest na een paar maanden een Cito-toets doen en kwam op het vmbo-basis terecht. Ik wist al dat ik naar de universiteit wilde, maar toen ik dat zei, keken ze me raar aan.
“Door wat hulp heb ik redelijk snel stappen kunnen maken en mocht ik naar de havo. Daarna naar het vwo. Op het vwo kreeg ik voor het eerst mentale problemen, sindsdien heb ik last van chronische depressie. Hoewel ik enorme examenstress had, haalde ik mijn vwo-diploma. Ik kon dus naar de universiteit, maar ik ging ook in therapie.
“Ik heb gekozen voor Pedagogische Wetenschappen, omdat ik mensen wil helpen. Door mijn problemen mocht ik deeltijd studeren. Dankzij mijn studieadviseur heb ik ook nog andere hulp gekregen, zo mag ik een tentamen in een aparte ruimte doen en kan ik me afmelden zonder mijn verhaal telkens opnieuw uit te hoeven leggen. Dat is heel goed geregeld, al heb ik gemerkt dat studenten zonder diagnose die hulp veel minder gemakkelijk krijgen.
“Omdat ik de aandacht voor mentale gezondheid zo belangrijk vind, was ik ook actief in het jongerenpanel van het Nederlands Jeugdinstituut en deed ik mee in de campagne Hey het is oké van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ik wil mijn ervaringen delen en jongeren laten weten dat het oké is om hulp te vragen.”
Havo of vwo?
"De havo kwam ik goed door, ik kreeg pas mentale problemen op het vwo. Toch kies ik voor het vwo. Die ervaringen van prestatiedruk hebben me geholpen om te komen waar ik nu ben."
Monarchie of president?
"Dan kies ik toch voor een president. Een monarchie is niet meer van deze tijd, of je nu naar Nederland of Marokko kijkt."
Advocaat of pedagoog?
"Vroeger wilde ik altijd advocaat worden, maar nu denk ik dat juristen teveel focussen op de wetten. Pedagogen hebben bij het maken van beleid meer oog voor de maatschappelijke problemen."
Celine Oldenhage ontdekte een zeventiende-eeuws schilderij
‘We keken elkaar aan: het was ‘m echt’
“Na mijn stage bij de Waalse Kerk in Amsterdam was ik gevraagd om verder onderzoek te doen naar de grote hoeveelheid religieus erfgoed van de kerk: de borden, meubels, kerkzilver, en dus ook de schilderijencollectie. Ik doorzocht dag in dag uit bronnen in het archief en op een dag stuitte ik op een krantenartikel uit 1932.
“Een restaurator schreef dat hij tijdens het schoonmaken van het schilderij De regenten van het Walenweeshuis uit 1641 onder oude overschilderingen de signatuur van de zeventiende-eeuwse schilder Bartholomeus van der Helst had gevonden. Ik dacht aanvankelijk dat het een fout was van deze restaurator. Eigenlijk heel suf, ik heb het krantenartikel weggeklikt en er verder geen aandacht meer aan geschonken.
“Toch bleef ik in mijn achterhoofd met de vraag zitten of het niet toch waar kon zijn. Ik ben daarom toch nog verder de archieven ingedoken. Daar vond ik uiteindelijk meer ‘bewijzen’, zoals restauratieaantekeningen en vergaderverslagen waarin de vondst van de signatuur in 1932 werd bevestigd. Het begon steeds meer te dagen dat het echt een vergeten Van der Helst was. Ik wist eigenlijk niet zo goed wat ik ermee moest, ik had zelfs nog gegoogeld wat te doen als je een schilderij herontdekt.
“Ondertussen was ik ook druk bezig met het afronden van mijn pre-master Cultuurgeschiedenis en toen heb ik het gewoon zo gelaten. Tot de laatste dag voor de zomervakantie. Ik dacht: verdraaid, het gaat mij niet gebeuren dat iemand anders de Van der Helst herontdekt. Ik heb toen, heel impulsief, een kerkraadslid van de Waalse Kerk opgebeld en het verteld.
“Alles ging daarna heel snel. Met de conservator van het Amsterdam Museum en enkele leden van de kerkenraad zijn we naar het depot gegaan om de lijst eraf te halen. We zagen wel sporen van een signatuur staan, maar heel vaag. Een restaurator is toen gekomen om de hoek van het schilderij schoon te maken. Ik was wel een beetje nerveus: je moet goed kijken, met beter lichter bijschijnen. Elke minuut werd het duidelijker, totdat we langzamerhand de contouren van een ‘B’ en ‘Helst’ zagen verschijnen. Toen hebben we elkaar wel even aangekeken: het is hem echt. Dat was een heel mooi moment.
“Na de ontdekking heb ik er een artikel over geschreven voor de Amstelodamum, dat begin dit jaar werd gepubliceerd. Ik had totaal niet verwacht dat de media het zo groot zouden oppakken. Ik was ’s ochtends net koffie aan het drinken, toen ik zag dat ik in het nieuws was. Ik kreeg telefoontjes en mails en diezelfde avond zat ik nog bij NOS-radio. Journalisten belden de dagen daarna voor interviews of kwamen langs in de kerk. Het was heel onwerkelijk.”
Kunstgeschiedenis of cultuurgeschiedenis?
“Cultuurgeschiedenis, je kijkt veel meer naar hoe mensen leefden. Voor een onderzoek naar grafzerken, spitte ik driehonderd jaar aan administratie door van gravenmakers en kerkmeesters. Soms stuit je op persoonlijke briefjes of stukken die nog nooit eerder door iemand zijn gelezen.”
Liever een museum bezoeken of in een museum werken?
“In een museum werken vind ik echt honderd keer leuker. In het depot staan eigenlijk de mooiste stukken, die kan je vasthouden en aanraken. Als bezoeker zie je maar een kleine selectie.”
Waar kijk je naar uit in 2024: afstuderen of (als je wordt aangenomen) beginnen met een PhD?
“Beginnen met een PhD. Ik kan niet wachten om weer met onderzoek te beginnen. Na het afronden van mijn scriptie kwam ik nog vaak in de kerk. Als ik de grafzerken zie liggen, voelt het alsof ze op mij wachten om onderzocht te worden.”
Eli Brouwer won de Varsity
‘Bij het Spoorwegmuseum lagen de blaadjes van onze overwinningskransen’
“Vanaf het moment dat je lid wordt van Triton hoor je dat het winnen van de Varsity echt het hoogste is wat je als roeier kunt bereiken. Het is een studentenwedstrijd, en het niveau is echt niet altijd dat van de allerbesten, maar er wordt het hele jaar gesproken over hoe belangrijk het is voor de vereniging.
“Voor mij staat de overwinning ook voor een teamgevoel. Twee van de andere drie mannen die in de boot zaten, zijn huisgenoten van me. Met zijn vieren hebben we er keihard voor gewerkt. Ik herinner me goed het moment na 1200 meter waarop we de kop overnamen. Toen kon het niet meer fout gaan.
“In Utrecht werden we traditiegetrouw met koetsen van het Spoorwegmuseum naar de kroegjool op het Janskerkhof gebracht. Voor de Triton-leden ben je dan de gevierde man, maar andere USC- of UVSV-leden hebben geen flauw idee. Die denken: leuk feestje en wie ben jij? Dan weet je meteen dat je heldenstatus van korte duur is. Aan de andere kant: bij het Spoorwegmuseum zag ik dagen later nog steeds de blaadjes liggen die van onze overwinningskransen waren gevallen. Dat vond ik toch wel een heel mooi gezicht.
“Het was sowieso een mooi roeijaar voor me. Samen met mijn Triton-clubgenoot Pieter van Veen won ik het studentenwereldkampioenschap in China en het NK. En we behaalden de A-finale in de World Cup in Varese. Sinds dit najaar maak ik ook deel uit de van Nederlandse roeiselectie. Dat betekent dat ik nu op de Bosbaan in Amstelveen train. Het doel is om me te kwalificeren voor de Olympische Spelen in Parijs, misschien samen met Pieter in de Twee Zonder. Daar ga ik alles voor geven.
“Wat dat allemaal betekent voor mijn studie, weet ik nog niet. Ik doe de master Bioinformatics & Biocomplexity en tot nu toe is het me gelukt om mijn programma behoorlijk bij te benen, maar het kan zijn dat ik het roeien nu even voorrang ga geven.”
Bosbaan of Merwedekanaal?
“Bij het Merwedekanaal zit natuurlijk het meeste gevoel. Het is geen perfect roeiwater, maar in mijn eentje in de skiff kon ik er altijd wel goed uit de voeten. Maar voor nu kies ik voor de Bosbaan en het trainen met de Nederlandse selectie daar."
Deelnemen aan de Olympische Spelen of de Varsity winnen?
“Dat is wel een heel lastige. Bedoel je dan ik mijn blik (medaille, red.) moet inleveren? Dat zal mijn vriendin niet leuk vinden. Het is de gewoonte dat winnaars hun blik aan hun vriendin geven. Die kan er dan een ketting van maken. Maar als ik echt moet kiezen, denk ik toch dat ik voor deelname aan de Spelen ga."
Met je clubgenoot Pieter van Veen samen in de boot of samen in de kroeg?
“Ah, dat is gemakkelijker. In de boot. Pieter is niet zo’n feestneus."
Caroline Gremmen moest door longcovid de UU verlaten
‘Mijn leven ziet er nu heel anders uit’
“Ik was receptionist in het Langeveld, bij Sociale Wetenschappen, toen corona uitbrak in 2020. Wij werkten door tijdens de lockdown. Eind november 2021 kreeg ik corona. Als laatste van ons gezin. Eerst kwam onze jongste ziek thuis. Heel zijn klas had corona. Daarna werd onze oudste ziek en toen mijn vrouw. Na anderhalve week waren zij weer beter, maar ik werd alsmaar zieker en zieker. Terwijl ik toch gevaccineerd was.
“Half december stuurde de arts me naar het ziekenhuis. Ik was moe, moe, zo moe. Ik had geen kracht meer in mijn lijf. Vlak voor nieuwjaar mocht ik naar huis. Er stond een ziekenhuisbed in de woonkamer. Dat heeft er een jaar gestaan. Verschrikkelijk vond ik het. Ik kreeg fysio om mijn benen weer aan de praat te krijgen. Ik moest opnieuw leren lopen. Ik had overal pijn; hoofdpijn, mist in mijn hoofd. Was snel overprikkeld en dan schakelde mijn brein uit. Ik heb ook nog tien weken lang iedere dag hyperbare zuurstoftherapie ondergaan, maar ook dat bracht niet het gewenste resultaat.
“Begin 2022 stelde de bedrijfsarts voor dat ik weer zou gaan werken. Dat wilde ik heel graag. Ik wilde weer beter worden, weer werken, weer met de hond wandelen, met de jongens erop uit, klussen. Ik wilde mijn leven terug.
“Ik kon nog niet achter de receptie zitten. Te veel prikkels. Ik kreeg eerst administratief werk, maar ik kon me daarop niet concentreren. Toen kreeg ik de taak om door de gebouwen te lopen en te kijken wat er gerepareerd moest worden. Na een half uur was ik al bekaf. Ik heb opgebouwd tot zes uur per week, maar ik ging over mijn grenzen heen en kreeg een terugslag.
“Het is nu twee jaar later en werken gaat niet meer. Een bed verschonen en een was draaien, is nu een dagtaak voor mij. Het is elke dag weer afwachten hoeveel energie ik heb en met welke klachten ik ’s ochtends opsta. De artsen weten niet hoe ze me kunnen helpen. Voor mijn gezin is het ook wennen, zij hebben zich moeten aanpassen, dat vind ik moeilijk.
“Ik weet dat ik niet de enige ben. Een half miljoen mensen hebben longcovid. Niemand weet of er kans op herstel is. Ik zit in een appgroep met zestig lotgenoten die ook de zuurstoftherapie hebben ondergaan en we appen over ons ziekteverloop, therapieën of het nieuwste onderzoek zoals dat van de UU.
“Na twee jaar ziek zijn, is het klaar. Ik heb ruim twintig jaar met heel veel plezier op de universiteit gewerkt. Aan het einde dus bij Sociale Wetenschappen. Het was er echt gezellig; het is een cliché misschien, maar het zijn heel sociale mensen. Dit was ook niet het afscheid dat ik wilde. Ik had graag nog tot mijn pensioen willen blijven werken.”
Kou of warmte?
“Warmte. Ik heb het nu altijd koud, tot op het bot. Het is een raar soort kou die van binnenuit komt.”
Hond of kat?
“Hond. Ik ben altijd een hondenmens geweest. Het zijn de trouwste maatjes die onvoorwaardelijk van je houden. Toen mijn bed in de woonkamer stond, zat onze hond altijd bij mij op bed.”
Lezen of tv kijken?
“Ik kan het allebei niet meer goed doordat ik mijn aandacht er niet bij kan houden en ook snel overprikkeld raak. Maar als ik echt een keuze moet maken is het tv kijken, omdat ik dat samen kan doen met mijn gezin en als het te veel wordt, sluit ik mijn ogen gewoon.”
Aardwetenschapper Eldert Advokaat ontdekte een verloren continent
‘We gaan nu de vruchten plukken van mijn reconstructie van Argoland’
“Zo’n 155 miljoen jaar geleden brak er aan de noordwestkust van Australië een stukje continent af. Lang wisten wetenschappers niet waar Argoland, zoals het verloren continent genoemd is, zich bevond. Mijn co-auteur Douwe van Hinsbergen en ik zijn er na zeven jaar onderzoek achter gekomen dat Argoland in meerdere fragmenten onder de jungle van grote delen van Indonesië en Myanmar schuil gaat.
“Ik heb nooit fulltime aan het onderzoek gewerkt, maar ik heb wel altijd veel ruimte gekregen om aan het project te werken. Nadat de financiering afgelopen was, bleef ik daarmee doorgaan omdat ik het zo ontzettend leuk vond. Soms had ik wel momenten dat ik dacht: jeetje dit onderzoek duurt zo lang, ga ik dit ooit wel afkrijgen? Maar wat heel erg hielp was om mezelf geen deadlines te geven en rustig door te werken.
“Het is een hele opluchting om het artikel over Argoland uiteindelijk gepubliceerd te hebben. Er zit momenteel wat meer rust in mijn hoofd. Zowel de reacties van de media als van collega-wetenschappers waren bovendien erg positief. Dat verbaasde me enigszins, omdat vooral wetenschappers best kritisch kunnen zijn. En bij gebrek aan data heb ik nu eenmaal enkele aannames in mijn onderzoek moeten maken.
“Familie en vrienden lazen ook over mijn onderzoek en snapten gelukkig wat ik allemaal gedaan heb. Dat vond ik erg leuk om te horen. Ik denk dat het goede persbericht dat we samen met persvoorlichter Stephan van Meulebrouck opstelden daar zeker bij geholpen heeft.
“Nu begint eigenlijk het leukste deel van het project omdat we de vruchten kunnen plukken van mijn reconstructie. Er komen mensen naar me toe die zeggen: ik heb een hele database van magmatische gesteenten, zullen we die eens integreren met jouw gegevens?”
Liever wonen op Antarctica of in de Sahara?
“In de Sahara, want daar zijn de stenen beter ontsloten. In Antarctica ligt er een dikke laag sneeuw op.”
Lesgeven of onderzoek doen?
“Allebei eigenlijk. Ik vind lesgeven altijd heel inspirerend. Het helpt me om dingen uit te leggen en dat is weer nuttig voor onderzoek. Ik vind onderzoek namelijk ook heel leuk om te doen maar je moet het wel kunnen uitleggen en lesgeven leert je hoe je dat moet doen.”
Argoland of Atlantis?
“Argoland natuurlijk. Dat zal altijd bij me blijven.”
Irem Zoodsma was in Turkije toen de aarde beefde
‘De botsing van wereldbeelden maakt me vaak verdrietig’
“Mijn moeder is Turks, en ik was al meerdere keren in Turkije geweest. Daarom vond ik het zo geweldig dat ik in 2022 met een Erasmusbeurs naar de Bogazici universiteit kon gaan. Die staat in Turkije bekend als een prestigieuze universiteit met strenge toelatingseisen. Het is ook de universiteit, waar mijn oma vroeger heeft gestudeerd.
“Een jaar lang volgde ik colleges, maakte ik vrienden, leerde ik de taal en kreeg ik een nauwer contact met mijn familie. Ik had net het gevoel wat opgebouwd te hebben en toen was de uitwisseling alweer voorbij. Dat wilde ik niet. Daarom besloot ik wat langer te blijven. Ik ging werken in een restaurant, maakte muziek en trok veel op met mijn nieuwe vrienden.
“Begin 2023 werden we in Turkije opgeschrikt door de aardbeving. Hoewel Istanbul niet geraakt was, had dit nieuws een enorme impact. Iedereen zat gekluisterd aan de televisie of volgde social media. Mensen uit het gebied deelden beelden van hun kapotte huizen of van familieleden die nog onder het puin vast zaten. Het was een stroom van ellende die voorbijkwam.
“Ik wilde wat doen. Eerst ging ik naar het gemeentehuis om te helpen met het verzenden van hulpgoederen. Ik kreeg ook vaak de vraag of ik er niet voor kon zorgen dat er vanuit Nederland bijdragen kwamen. Mensen hebben dan toch bepaalde verwachtingen dat je wellicht iets kan doen. Ik nam contact op met mijn studievereniging Atlas en samen organiseerden wij in Utrecht een lezing waarbij de honorair consul van de Nederlandse ambassade in Turkije sprak.
“Door die benefietavond wisten we enkele honderden euro’s op te halen. Ik was blij dat zij dit samen met mij wilden doen. Mijn voorstel was het geld aan een Turkse theatergroep te geven. Deze groep maakte voorstellingen over de Nederlandse Jip en Janneke, maar dan gericht op kinderen in de getroffen gebieden. Daarnaast deelden ze ook kinderboeken uit. Met het geld wilde ik vooral boeken financieren.
“Het is uiteindelijk nooit gelukt om het geld over te maken. In Nederland wilden de studenten facturen en bewijzen zien van hoe het geld besteed zou worden. Maar zo werkt dat niet in Turkije. Uiteindelijk is het een botsing van wereldbeelden, iets waar ik vaker tegen aanloop. Ik snap beide kanten, maar het maakt me ook verdrietig. Uiteindelijk is het geld naar het Rode Kruis gegaan.
“Ik ben zelf ook een paar dagen naar het getroffen gebied geweest. Ik liep mee met een project in Antakya. Een vriend, die van beroep clown is, hielp kinderen met rouwverwerking en deed tegelijkertijd onderzoek naar de emotionele begeleiding bij een ramp van deze omvang. Antakya is een bijzonder gebied waar Soennieten, Alevieten en Turkse/Arabische Christenen goed samenwoonden. De vraag is helaas of na zo’n ramp die culturele harmonie blijft bestaan.
“Nu doe ik weer een master Arts & Society in Utrecht. Mijn tijd in Turkije was zeer leerzaam. Ik heb alle lessen gevolgd, maar geen tentamen gemaakt. Ik was daar gewoon.”
Tussenjaar of studeren?
“In principe studeren. Het is alleen jammer dat je soms een tussenjaar nodig hebt omdat je na een jaar studeren helemaal opgebrand bent.”
Baklava of pepernoten?
“Moeilijk. Pepernoten vind ik zo leuk. Roetveegpieten strooien ze op straat en ouders vinden het niet erg als hun kinderen ze oppakken. Maar baklava vind ik lekkerder.”
Wilders of Erdogan?
“Wilders is een groot fan van Atatürk, de grondlegger van het moderne Turkije die streed tegen de Islam. Door die obsessie met Turkije is hij daar in bepaalde kringen bekend en gewaardeerd. Erdogan is voor mij erger. Hij heeft macht en heeft vrienden van mij opgesloten. Wilders heeft die kans nog niet gehad.”