In gesprek met de rector over academische vrijheid (1)

‘Als een gesprek bestaat uit het stellen van eisen, is dat een ingewikkelde manier van praten’

Henk Kummeling tijdens een lezing van Maya Wind. Foto: DUB
Henk Kummeling tijdens een lezing van Maya Wind. Foto: DUB

Een maandje geleden ontving het College van Bestuur een brief van het prestigieuze British Society for Middle Eastern Studies. Hierin stond dat het instituut zich grote zorgen maakt over restricties die de universiteit hanteert bij het organiseren van een lezing over Palestina en noemt deze regels in strijd met de vrijheid van meningsuiting voor studenten en medewerkers van de Universiteit Utrecht. Aanleiding was dat een van de leden van de society, de Britse hoogleraar Neve Gordon, zijn lezing over de boycot van Israëlische universiteiten niet in een universitair binnenstadspand kon geven omdat de organisatie zich niet wilde houden aan de restrictie dat niet meer dan 50 mensen in het publiek mochten zitten. In de brief staat: “Het is ironisch dat zelfs activiteiten zoals de lezing van Neve Gordon over het belang van academische vrijheid in tijden van extreem geweld in het Midden-Oosten te maken krijgen met beperkende maatregelen van de Universiteit Utrecht.”

Lezing Gordon_1

Lezing van Neve Gordon vond plaats in centrum BAK. foto DUB

In een opinie op DUB zegt Alessandra Spadaro, universitaire docent Internationaal en Europees Recht,  dat het opleggen van restricties voor de lezing van Gordon een arbitraire beslissing en een ongepaste inmenging in de academische vrijheid is. “Als we deze keuze overlaten aan het universiteitsbestuur, kan die morgen beslissen - misschien onder druk van bepaalde politieke of religieuze groeperingen - dat lezingen over onderwerpen als genderidentiteit en reproductieve rechten “politiek” zijn en dus mogen beperkt worden.”

Henk Kummeling beaamt dat de communicatie rond deze zaak beter had gekund. En dat het bestuur zeker niet voor ogen heeft om mensen of lezingen op de universiteit te verbieden. “Maar academische vrijheid is nooit absoluut en het betekent dus ook niet dat alles zo maar mag. Soms zijn er andere criteria die ook een rol spelen.”

Academische vrijheid is nooit absoluut en het betekent dus ook niet dat alles zo maar mag

De universiteit hanteert sinds de zomer een aantal regels voor extracurriculaire activiteiten rondom Gaza en Israël. “Dat speelt vooral in de binnenstad, omdat je daar door de indeling van historische panden met overwegend kleine zalen een andere veiligheidssituatie te maken hebt dan in het Utrecht Science Park. Denk aan smalle gangen om in geval van nood de uitgang te vinden of brandgevaar”, zegt de rector. “Het advies van de afdeling Security was dat je activiteiten rondom dit onderwerp momenteel in de binnenstad alleen kunt doen in bepaalde zalen waar maximaal 50 tot 60 mensen in kunnen. Dat advies is overgenomen.” De rector geeft aan dat zo’n activiteit met meer dan 50 aanmeldingen wel plaats had kunnen vinden in het Utrecht Science Park. Maar dat is nooit gecommuniceerd met de organisatoren. “Het is vervelend dat dit niet is gebeurd.”

Deze slechte communicatie over de voorwaarden om een debat over de situatie in Israël en Palestina te organiseren, veroorzaakte een discussie over academische vrijheid aan de Universiteit Utrecht. Die kwam volgens critici onder druk te staan. En dat terwijl de rector zelf zegt zich juist sterk te maken voor academische vrijheid. Verstaan zij dan wel hetzelfde onder dat begrip?

Kummeling: “Voor mij is academische vrijheid de ruimte die een onderzoeker of een docent krijgt om nieuwe vragen op te werpen, om nieuwe problemen aan te pakken en de vrijheid krijgt om die te verkennen en toe te passen in zijn onderwijs en onderzoek.” Hij zegt er direct bij dat academische vrijheid niet onbegrensd is en dat het niet gelijk is aan vrijheid van meningsuiting. “Academische vrijheid is geen vrijbrief. Je bent altijd gebonden aan de academie en aan de code wetenschappelijke integriteit. Het moet passen binnen de regels van het academisch onderzoek en de kwaliteitseisen die we stellen voor het onderwijs. Een wetenschapper moet zich altijd openstellen voor andere invalshoeken en zich openstellen voor kritiek.”

De actievoerders eisen dat de ander hun standpunt overneemt, anders ben je een moral outcast. 

Dat is wat hij mist in het debat met de pro Palestinabeweging als het gaat om het stoppen van de samenwerking met Israëlische universiteiten. “Je moet serieus bereid zijn om naar elkaar te luisteren en bereidheid te tonen de argumenten van de ander mee te nemen. Je hoeft er uiteindelijk niet mee eens te zijn, maar je moet laten zien dat je het standpunt van de ander begrijpt. 

“Wij zijn al lang voor de bezettingen in gesprek gegaan met de studenten en medewerkers die actie voeren. Zij geven echter aan dat zij dit niet als een gesprek ervaren hebben. In zekere zin was dat gevoel wederzijds, want het gesprek bestond er vooral uit dat de eisen werden herhaald, waaronder dus de eis om niet meer samen te werken met Israëlische universiteiten. De actievoerders eisen dat de ander hun standpunt overneemt, anders ben je een moral outcast. Als een gesprek bestaat uit het stellen van eisen, is dat een ingewikkelde manier van praten. Het komt uit een handboek voor politieke activisten dat aangeeft dat je niet in gesprek moet gaan.”

Kummeling in gesprek met End Fossil Occupy Foto: DUB

Kummeling in gesprek met bezetters End Fossil Occupy in Minnaert gebouw, maart 2023 Foto: DUB

"Dat dit in Utrecht zo loopt is niet uniek voor onze universiteit. Je ziet hetzelfde patroon bij andere universiteiten in binnen- en buitenland. De acties die op dit moment gevoerd worden volgen een internationaal handboek voor politieke activisten. We hebben dat als bestuur ook gezien. Daarin wordt als strategie genoemd dat je geen gesprekken voert met bestuurders, want het risico daarvan is dat het de zuiverheid van je standpunt aantast. De opstellers van het handboek zien de medezeggenschap als handlangers van het bestuur terwijl juist die medezeggenschap voor de belangen van studenten en medewerkers opkomt. Als ik zoiets lees dan denk ik: dat betekent dat de gesprekken waarom we worden gevraagd, niet bedoeld zijn om elkaar te vinden. En dus niet om met elkaar te onderzoeken of er een gemeenschappelijke basis is.” 

Reactie van actievoerende studenten en medewerkers van de UU
De actievoerders zien dat anders. De studenten van Utrecht Student Encampement geven aan dat ze meer dan eens het bestuur hebben uitgenodigd voor een debat met studenten en medewerkers op een locatie die zij zelf konden aangeven, maar dat het bestuur dat steeds laat afweten. "Voor ons is een publieke bijeenkomst belangrijk omdat het ons niet meer dan normaal lijkt dat het bestuur zich op de inhoud heeft te verantwoorden naar haar studenten en medewerkers - in het algemeen en zeker wat betreft de voortdurende uitroeiing en schending van de rechten van het Palestijnse volk waar haar onderzoekspartners bij betrokken zijn." Ze zeggen niet met een handboek te werken. "Het enige handboek dat we volgen is dat van internationaal recht en wetenschappelijke ethiek." 
Ook de medewerkers van UU staff for Palestine herkennen zich niet in het beeld van de rector. "Wij vinden het jammer dat de rector opnieuw niet inhoudelijk ingaat op onze -op wetenschap gebaseerde- argumenten voor een academisch boycot, maar in plaats daarvan met ongefundeerde en ongeloofwaardige verwijten komt over een vermeend handboek en de medezeggenschap. Wij zijn in gesprek met leden van de medezeggenschap en nemen hun werk serieus." 

Pro-Palestina demonstranten bij het Bestuursgebouw, 13 mei 2024. Foto: DUB

Pro-Palestina demonstranten bij het Bestuursgebouw, 13 mei 2024. Foto: DUB

Kummeling erkent dat ze voor de zomervakantie eenmalig een uitnodiging hebben ontvangen. Maar dat het College van Bestuur en de actievoerders van de UU het niet eens konden worden over de voorwaarden voor een goede dialoog. Zo willen de studenten en medewerkers in kwestie alleen in gesprek als er minimaal tweehonderd aanwezigen bij mogen zijn, die mogen meepraten. Tegelijk organiseerde het bestuur een universitair brede dialoog over het onderwerp. Twee studenten hadden zich aangemeld. De één kwam niet opdagen, de ander las een statement voor en liep toen weg. Medewerkers hadden direct aangegeven niet mee te willen doen aan deze dialoog. De manier van dialoog van de actievoerders werkt volgens Kummeling niet. “Ik was in het voorjaar bij een bijeenkomst met de wetenschapper Maya Wind. Vooraf werd gezegd dat het een academische dialoog zou zijn waarbij iedereen de ruimte zou krijgen zijn mening of kijk te geven. Daar was geen sprake van. In een panel moeten mensen zitten die vraagtekens durven te stellen, die de bronnen kritisch bekijken. Hier zat een panel die geen enkele kritische noot had, het was een panel met enkel applaus. De enige die de oren gewassen werd, waren de twee leden van het College van Bestuur. We kunnen dat wel hebben, maar het heeft niet het karakter van een academisch gesprek. Het was een zaal vol emotie en geschreeuw. Daardoor realiseerde ik mij wel dat het niet voor de hand ligt om tweehonderd mensen uit te nodigen voor een gesprek. Als je daadwerkelijk een poging wil wagen om elkaars standpunten te kennen en verkennen, moet je een diepte-investering doen in elkaar. En dat kun je niet doen met tweehonderd mensen die ook allemaal willen meepraten.”

Het bestuur verwijt dus de actievoerders weinig openheid en weinig kritische reflectie. Hoe zit dat dan met henzelf. Hebben zij dat wel? Kummeling: “Bij en naar aanleiding van alle gesprekken hebben wij ons eigen standpunt nog eens goed tegen het licht gehouden. Zitten we op de goede weg? Moeten we nog zaken meer onderzoeken? We hebben al onze samenwerkingen met wetenschappers uit Israël geëvalueerd en gepubliceerd. En daar waar we twijfelden, hebben we de samenwerkingen voorgelegd aan het Kennisloket Veiligheid, een samenwerkingsverband van de overheid en de inlichtingendiensten die ons informatie geven over betrokkenheid van bijvoorbeeld Israëlische universiteiten bij de strijd in Gaza en in hoeverre ze mensenrechten schenden. 

Als je daadwerkelijk een poging wil wagen om elkaars standpunten te kennen en verkennen, moet je een diepte-investering doen in elkaar. 

"We hebben ook een aantal potentiële nieuwe samenwerkingsverbanden on hold gezet. Soms tot groot verdriet van de betrokkenen. Daarnaast zijn we bezig om een afwegingskader te maken om onze samenwerking in de toekomst goed te beoordelen. Welke criteria hebben we als het gaat om fossiele industrie of mensenrechten? We hebben ons dus wel degelijk achter de oren gekrabd en gezocht naar transparantie. Dan voelt het gek dat op Instagramposts telkens wordt herhaald dat we niet transparant zijn.”

De actievoerders hebben weinig begrip voor het standpunt van het College van Bestuur. Ze vinden dat elke samenwerking met een Israëlische universiteit taboe moet zijn. Dat is op zich geen belemmering voor de academische vrijheid van individuele wetenschappers. Het gaat om de instituties die volgens hen medeplichtig zijn aan de genocide, apartheid en kolonialisme door hun betrokkenheid bij de militaire industrie die het werk van de militairen mogelijk maakt. Ze zeggen ook dat de academische vrijheid op veel Israëlische universiteiten systematisch onder druk staat  vanwege de onderdrukking van Palestijnse studenten. Daarnaast verwijzen ze naar universiteiten in Gaza die platgebombardeerd zijn.

Pro-Palestina demonstranten bezetten UNL

Bezetting door pro Palestina actievoerders van gebouw Universiteiten van Nederland in juni 2024.

Kummeling stelt dat je niet per definitie wetenschappers van een land moet uitsluiten, hoe fout het regime ook is. “Het meeste verzet in Israël tegen de premier Netanyahu komt juist vanuit de universiteiten daar. Een aantal wetenschappers verzet zich juist tegen de gewelddadigheden. Dan werkt het averechts als je precies deze mensen gaat uitsluiten. Science diplomacy noemen we dat. Het zijn de wetenschappers die kunnen bijdragen aan een omwenteling als een regime niet democratisch opereert. Daarbij stellen we wel voorwaarden. De wetenschapper in kwestie of de instelling waar je meer samenwerkt moet voldoende academische vrijheid hebben om echt onafhankelijk als onderzoeker of docent te werken. Dat weet je pas wanneer je echt met iemand contact hebt. Gaat dat niet goed, dan moet je de samenwerking stoppen.”

De kritiek dat Israëlische universiteiten samenwerken met defensie of een ministerie vindt hij onvoldoende overtuigend. “Wij werken ook samen met ministeries, en moeten vanwege de gespannen geopolitiek situatie niet uitsluiten dat wij in de toekomst ook de vraag krijgen om samen te werken met defensie of het ministerie van defensie. Dat is ook logisch. Het criterium is of je voldoende academische vrijheid hebt. ”

Je moet  niet per definitie wetenschappers van een land uitsluiten, hoe fout het regime ook is.

Kummeling zegt dat hij achteraf grote vraagtekens heeft bij de door de regering afgedwongen algemene boycot van Russische universiteiten waardoor de samenwerking abrupt werd gestopt. “Wij krijgen van Russische wetenschappers te horen dat ze die voedingsbodem en het contact met onze universiteiten missen, ook om zelf onafhankelijk te kunnen werken en wat te betekenen voor het andere geluid in dat land. “Wij willen niets met Poetin te maken hebben of met een universiteit van Sint-Petersburg waar de rector zegt Poetin te steunen. Dat zijn wel criteria.”

Een voorbeeld uit het verleden is het contact dat de Universiteit Utrecht heeft gehouden met de University of Western Cape in Zuid-Afrika ten tijde van de apartheid. “Dat is goed geweest. Want mede dankzij onze uitwisseling ontstond een voedingsbodem voor actieve democratie. UWC was na de apartheid de hofleverancier van de nieuwe constitutie en waren UWC'ers volop vertegenwoordigd in het kabinet van Mandela.” Toen ik er vorig jaar was samen met de toenmalige minister van OCW en vertegenwoordigers van de andere Nederlandse kennisinstellingen, werd er nog een keer gezegd hoe belangrijk het destijds is geweest voor hen om een life line met wetenschappers van andere universiteiten te houden.

Henk Kummeling ontvangt het eredoctoraat van de University of Western Cape. Foto: Media Office UWC

Henk Kummeling ontvangt eredoctoraat van de University of Western Cape in september 2024. Foto: Media Office UWC

Toch zijn er ook andere zaken waar je bij internationale samenwerking rekening moet houden. Kijk bijvoorbeeld naar China. “Een aantal jaar terug joeg de Nederlandse overheid ons naar China. We moesten de samenwerking zoeken, want daar lag de toekomst. Maar China is ook niet het land met de beste mensenrechten, denk aan de Oeigoeren. Ook blinken niet alle universiteiten uit op het gebied van academische vrijheid. Daarna moesten we terughoudend zijn, enerzijds vanwege de angst dat China op het gebied van kennisveiligheid informatie zou stelen en anderzijds omdat men bang was voor economische concurrentie. Nu heeft de Nederlandse overheid sinds een half jaar weer een wetenschappelijke attaché aangesteld in Bejing.

“Als universiteiten moeten we onze eigen koers kunnen bepalen. We moeten daarbij niet naïef zijn, maar samenwerking kan werken. Denk aan de uitwisseling van informatie over vaccins toen corona kwam. Maar ook hier geldt dat we alleen samenwerken wanneer het wat oplevert voor ons en de wetenschappers waarmee we werken voldoende academische vrijheid hebben. Anders moet je het niet doen, maar dat ervaar je vaak pas als je met mensen samenwerkt.”

Het gesprek met de rector vond plaats voor de bezetting van Drift 13 op vrijdag 15 november. Het tweede deel van het gesprek met de rector over academische vrijheid verschijnt binnenkort. Dan zullen we met name ingaan op de vrijheid die docenten hebben in het onderwijs en de invloed van de overheid op de academische vrijheid. 

Advertentie