Gevolgen van rigoureuze bezuinigingen groot voor Utrechtse faculteiten
Decanen: ‘Word hier maar eens níet droevig van’
Het was voor de zomer al aangekondigd: de Universiteit Utrecht moet bezuinigen. Deze conclusie werd getrokken nadat de formerende partijen hun plannen bekendmaakten. De faculteiten en diensten waren toen al bezig met het maken van hun begroting voor 2025 en hielden al enigszins rekening met een harde klap. Na Prinsjesdag bleek dat er zelfs nog minder geld naar de universiteiten zou gaan.
Voor de UU kom het neer op een bezuiniging van 35,1 miljoen in 2025. De UU krijgt in dat jaar in totaal 707 miljoen van de Nederlandse overheid. In 2026 en de jaren daarna ontvangt de UU nog minder geld. Hoeveel is nog niet helemaal duidelijk. Er wordt rekening gehouden met een totale korting van 10 procent.
Volgend jaar teren de meeste faculteiten in op hun reserves, maar dat gaat in de jaren daarna niet meer lukken. Bij de faculteit Geesteswetenschappen is de bodem al bereikt.
Klap uitgedeeld
Tijdens een rondgang van DUB blijkt dat de faculteitsdecanen ongekend hard oordelen over de grote bezuinigingen op het hoger onderwijs. “Een aanslag op onderwijs en wetenschap”, zo vindt decaan Sociale Wetenschappen Leoniek Wijngaards-De Meij.
Geneeskundedecaan Arno Hoes vreest dat met de bezuinigingen de infrastructuur voor innovatie in Nederland wordt afgebroken. Iets wat niet zo snel weer hersteld kan worden. “Terwijl Nederland een kennisland is en juist veel verdient aan innovatie. Met de bezuinigingen wordt een klap uitgedeeld aan dat waar we heel goed in zijn.”
Voor decaan Geesteswetenschappen Thomas Vaessens weegt het willekeurige karakter van de bezuinigingen zwaar. Het effect daarvan op medewerkers en studenten is volgens hem groot. “Het idee dat er een regering zit die zegt dat het hoger onderwijs zijn prioriteiten moet heroverwegen, en die die uitspraak kracht bijzet door een miljard te bezuinigen – word daar maar eens níet droevig van.”
Wilco Hazeleger, decaan van Geowetenschappen, ontmoette onlangs onderwijsminister Eppo Bruins toen klimaatwetenschapper Detlef van Vuuren de Spinozapremie in ontvangst nam. Bij die gelegenheid vertelde Bruins trots te zijn op de wetenschappers. Tegelijkertijd vroeg de minister medewerking van de universiteiten om zijn bezuinigingsopdracht van 1 miljard te realiseren. “Maar hij had ook kunnen zeggen: ‘ik ga voor de wetenschap staan en zorgen dat er minder bezuinigd hoeft te worden’.”
Teleurstelling
De decanen van de faculteiten die middelen vanuit de sectorplannen krijgen, zijn opgelucht dat de sectorplannen uiteindelijk toch overeind zijn gehouden. Aanvankelijk waren de geluiden dat deze middelen zouden sneuvelen. “Het slechtste idee ooit”, vond en vindt Bètadecaan Isabel Arends. Het zou immers gaan om structurele gelden en er waren al mensen vast in dienst genomen.
Maar nu is er bij alle decanen grote verontwaardiging omdat de starters- en stimuleringsbeurzen het kind van de rekening zijn geworden. De startersbeurzen worden geschrapt en de stimuleringsbeurzen gehalveerd. Ook deze bezuiniging heeft grote consequenties, waarschuwen de decanen. Met deze beurzen konden extra mensen aangenomen worden zodat jonge docent-onderzoekers meer tijd zouden krijgen voor bijvoorbeeld hun onderzoek.
Directeur Mark van de Streek van Diergeneeskunde noemt het “zeer betreurenswaardig dat rijksmiddelen die bedoeld waren om broodnodige rust en ruimte te creëren weer worden ingetrokken”. Volgens Geesteswetenschappen-decaan Vaessens is de beslissing “een bittere pil”. Het is bij die faculteit onder meer onduidelijk wat er gebeurt met de plannen om het opleidingenaanbod te ‘verduurzamen’, om docenten meer onderzoekstijd te geven en meer phd’s aan te stellen.
Decaan Elaine Mak van Recht, Economie, Bestuur en Organisatie (Rebo) zegt: “We balen ervan dat de starters- en stimuleringsbeurzen zo snel weer stoppen. We zijn er net twee jaar mee bezig om alles in gang te zetten en het begon goed te lopen. De omslag is enorm.”
Minder internationale studenten
Ook over het inperken van de internationalisering aan de universiteiten zijn de faculteiten niet te spreken. De nieuwe wet ‘Internationalisering in Balans’ die het aantal internationale studenten moet terugdringen en Nederlands weer de voertaal op universiteiten moet maken, baart grote zorgen. Net zoals de bezuinigingsopdracht die daar aan gekoppeld is.
De faculteit Rebo ziet nu het aantal internationale studenten bij Economie al teruglopen. De faculteit inventariseert hoeveel internationale docenten een cursus Nederlands willen gaan doen zodat zij ook les kunnen geven in de nieuw op te zetten Nederlandstalige track van Economie.
De decaan van Bètawetenschappen, Isabel Arends, heeft gelijksoortige zorgen: “We horen van alle kanten dat er nog veel meer bèta-studenten nodig zijn om aan de maatschappelijke vraag te voldoen. Bètafaculteiten merken nu al dat studenten wegblijven. In Utrecht valt dit nog mee, maar die ontwikkeling is ronduit zorgelijk.”
Ze vreest daarnaast dat vanwege de langstudeerboete minder studenten voor een bèta-opleidingen gaan kiezen, omdat die soms het imago hebben moeilijk te zijn. “Of dat studenten het niet meer aandurven om te kiezen voor combinatieopleidingen zoals wis- en natuurkunde, die wij aanbieden. Dat zou echt een verarming zijn.”
Bij Geneeskunde moeten studenten soms wachten voordat ze aan hun coschappen kunnen beginnen of tussen coschappen, waardoor ze kunnen uitlopen. “Vooral voor studenten die geen rijke ouders hebben zal de langstudeerboete voor meer studiestress zorgen”, zegt Geneeskundedecaan Hoes.
Hoe en waarop de verschillende faculteiten precies gaan bezuinigen in 2025 kunnen de decanen vaak nog niet zeggen, zo blijkt deze maand uit DUBs ‘rondje’. Hier en daar moest de medezeggenschap nog instemmen met de aangepaste begrotingen. Maar wat de decanen dus niet onder stoelen of banken steken is hun boosheid en de grote zorgen die ze zich maken over de toekomst van onderwijs en onderzoek.
Bètawetenschappen:
‘We moeten de broekriem aantrekken’
Decaan Isabel Arends van de faculteit Bètawetenschappen zegt: “Het schrappen van de starters- en stimuleringsbeurzen vanaf 2025 raakt ons net zo hard als het korten op de plannen voor de middelen voor de sectorplannen had gedaan. Ook daar kregen we zo’n 5 miljoen per jaar voor. Het wordt vanaf volgend jaar voor beginnende universitair docenten moeilijker om een onderzoekslijn op te zetten en een PhD aan te stellen.
“Het vervelende is dat er al verwachtingen waren gewekt voor volgende jaren. Sommige mensen moeten nu teleurgesteld worden. Het maakt ons alles bij elkaar minder aantrekkelijk als werkgever. En dan neemt de innovatiekracht van ons en Nederland af.
“Voorheen hadden we buffers waarmee we onderzoekers iets extra’s konden bieden, maar die ruimte is er straks echt niet meer. We krijgen een lager bedrag per student dan voorheen. Daar hebben alle faculteiten veel last van, wij als studentrijke faculteit zeker. Ook de stijging van de cao-lonen voelen wij.
“We moeten de broekriem aantrekken. We zijn uiterst terughoudend met het aannemen van nieuwe medewerkers, we bezuinigen op apparatuur en op de inhuur van mensen, en er zijn nog wel een aantal zaken te noemen.”
Diergeneeskunde:
‘Er is geen paniek en die willen we ook niet’
Directeur Mark van de Streek van Diergeneeskunde zegt dat de faculteit dankzij reserves de tekorten voor 2025 kan opvangen. “Maar vanzelfsprekend maken ook wij ons zorgen om de bezuinigingen op het hoger onderwijs en de gevolgen daarvan. Het maakt ook dat we extra kritisch kijken naar uitgaven.”
“Voor 2026 en verder hebben we de drie departementen gevraagd met een toekomstbestendig financieel plan te komen. Daar hebben ze tot het eind van dit kalenderjaar de tijd voor. Daar wil ik niet op vooruit lopen. Maar in eerste instantie gaat het om efficiënter werken en vooral: keuzes maken. We willen ook besparen op de facultaire ondersteuningsorganisatie, maar op welke manier is nog niet bekend.”
“De begroting voor 2025 heeft de titel verscherpte dijkbewaking. We kijken kritisch naar onze kosten en ook naar welke vacatures we wel of niet opvullen. We hebben op dit moment geen vacaturestop. Van de studenten heb ik tot nog toe geen specifiek zorgelijke geluiden gehoord. Maar ik kan me heel goed voorstellen dat studenten zich wel zorgen maken over de zogeheten langstudeerboete. Diergeneeskunde is een heel pittige studie.”
“Als bestuur proberen we rust en stabiliteit te brengen en goed met onze medewerkers te communiceren. Er is geen paniek en die willen we ook niet.”
Geesteswetenschappen:
‘Dit gaat ons hard raken’
Voor de faculteit Geesteswetenschappen komen de bezuinigingen op een erg vervelend moment, zegt decaan Thomas Vaessens. “Dit gaat ons hard raken.”
De decaan is vooral bang dat de vernieuwing waar zijn faculteit aan werkt, in gevaar komt. Het faculteitsbestuur wil vooral inzetten op meer interdisciplinaire samenwerking op de thema’s die in het landelijke sectorplan voor de geesteswetenschappen zijn benoemd. Op die manier moet het brede palet aan disciplines van de faculteit betaalbaar blijven.
Vaessens lanceerde zijn ideeën twee jaar geleden toen de faculteit er financieel gezond voor leek te staan dankzij extra universitaire investeringen en de verwachte starters- en stimuleringsbeurzen en sectorplangelden. Maar de financiële huishouding ziet er inmiddels een heel stuk minder rooskleurig uit. Vooral de cao-verhoging met 9 procent kwam in 2023 hard aan. Daar komen de huidige bezuinigingen nog eens bovenop.
“Het is een goed signaal dat de sectorplannen gehandhaafd blijven, omdat onze vernieuwingsagenda nu niet van tafel hoeft. Tegelijkertijd raken we dat geld elders weer kwijt. Per saldo voeren we de komende jaren de vernieuwingsagenda uit zonder dat we er de benodigde extra middelen voor hebben.”
De conceptbegroting voor 2025 van de faculteit laat inderdaad nu al een fors tekort zien van meer dan 7 miljoen. Met het College van Bestuur werd dit najaar overlegd over een convenant waarover binnenkort meer duidelijkheid moet komen. “We beraden ons momenteel op maatregelen die al in 2025 en 2026 effect hebben, maar het zal straks vooral van maatregelen voor de lange termijn moeten komen.”
Geneeskunde:
‘Vrees voor nog meer bezuinigingen’
Hoewel Geneeskunde op een iets andere manier gefinancierd wordt dan andere faculteiten - het UMC Utrecht krijgt ook geld van de ziektekostenverzekeraars en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport - voelt ook die faculteit volgens decaan Arno Hoes de gevolgen van bezuinigingen.
“Het UMC Utrecht is net als de universiteit bezig met een grote vernieuwbouwopgave. Daarnaast hebben we een nog grotere cao-verhoging gehad dan de universiteiten, ook onze docenten en onderzoekers vallen daar onder. De recente bezuinigingen van het nieuwe kabinet komen daar bovenop. We staan er financieel goed voor, maar het is een flinke opgave.”
“Het nieuwe kabinet bezuinigt op onder andere het Nationaal Groeifonds, NWO en ZonMW waar het UMC Utrecht veel geld binnenhaalt. Er zullen minder subsidies beschikbaar zijn en de concurrentie zal toenemen. Maar we kunnen geen concrete inschattingen maken in de trant van: er moet zoveel personeel uit of we kunnen een apparaat niet kopen.”
“Eigenlijk zegt de overheid: wetenschap en innovatie zijn niet zo belangrijk, terwijl Nederland een kennisland is en juist veel verdient aan innovatie. Met de bezuinigingen wordt een klap uitgedeeld aan datgene waar we heel goed in zijn. Daarnaast vrezen we dat zodra het kabinet andere bezuinigingen in het regeerakkoord niet kan waarmaken dit verder ten koste gaat van het geld voor wetenschap en innovatie.”
Geowetenschappen:
‘We willen geen overhaast beslissingen’
Het komende kalenderjaar ziet er volgens decaan Geowetenschappen Wilco Hazeleger “niet florissant uit”. “Maar onze uitgangspositie is niet slecht”, vult hij aan.
De faculteit was voor de zomer al voorbereid op het zware weer en gaat interen op reserves, zegt hij. Er wordt gewerkt aan de laatste aanpassingen aan de begroting van 2025. Waar er geld verdwijnt, wil hij pas bespreken als de begroting in de faculteitsraad is geweest.
Ondertussen bereidt de faculteit zich voor op de jaren daarna. “We zijn nu aan het kijken waar we kunnen besparen. We zitten in een verkennende fase en willen geen overhaaste beslissingen nemen.”
Dat minister Bruins niet op de sectorplannen maar op de starters- en stimuleringsbeurzen bespaart, is een opluchting voor een aantal onderzoekers van Geo. “We hebben jonge UD’s aangenomen voor dat geld en de meesten zitten nog in het tijdelijke deel van hun contact. Zij waren erg bang hun baan weer kwijt te raken. Als faculteit hadden we ze wel gezegd dat hoewel het sectorgeld vervalt dat niet betekent dat zij moeten vertrekken. Maar als je op zo’n plek zit, maak je je ongerust. Dat is logisch.”
Wel moet net als bij de bètafaculteit een aantal collega’s teleurgesteld worden die volgend jaar rekenden op een startersbeurs. “Het creëren van rust en ruimte zoals bij de toekenning van de gelden werd beloofd, zit er dus niet in.”
Van een vacaturestop is geen sprake, zegt de decaan. “Wij maken elk jaar een strategische personeelsplanning waarin we kijken of er mensen met pensioen gaan of om andere redenen vertrekken. Het is nu van nog groter belang om te kijken of degenen die vertrekken worden vervangen of dat we het werk anders kunnen invullen.”
Hazeleger hoopt op goed nieuws na de demonstratie van alle universiteiten op 14 november. “We demonstreren mee omdat het ons allemaal in het hart raakt.” Even na de demonstratie wordt de onderwijsbegroting besproken in de Tweede Kamer. De decaan heeft hogere verwachtingen van de stemming in de Eerste Kamer. “Ik hoop echt op goed nieuws.”
Faculteit Recht, Economie, Bestuur & Organisatie:
‘We willen vasthouden aan onze ambities’
Als hoogleraar Rechtsgeleerdheid was Rebo-decaan Elaine Mak voorzitter van een onafhankelijke commissie die een rechtsstatelijke toets van het regeerakkoord uitvoerde. Zij signaleerde dat het afwijken van de eerdere toezeggingen van de overheid strijdig is met het beginsel van een voorspelbare en betrouwbare overheid. “De toezegging aan het hoger onderwijs die in 2022 op papier was gezet, wordt nu teruggedraaid. Het is zorgwekkend dat het zo gaat.”
“Onze faculteit komt in 2025 ruim een miljoen te kort. We zijn een financieel gezonde faculteit en we hebben genoeg reserves om dit op te vangen. In de jaren erna loopt het tekort verder op naar enkele miljoenen in 2028. In 2026 en 2027 moeten we daarom ook bezuinigingen. Het wegvallen van de starters- en stimuleringsbeurzen is de grootste hap uit de begroting. We hadden een deel hiervan nog niet uitgegeven. We vangen er nu de eerste klappen van het wegvallen van middelen mee op.”
“We willen aan onze ambities vasthouden. Doordat we wat meer tijd hebben, geeft dat ons de gelegenheid om betere inhoudelijke keuzes te maken, waarbij we ook rekening houden met de werkdruk. Daarnaast zoeken we naar ‘quick wins’ op onze uitgaven als organisatie, bijvoorbeeld door minder vaak op externe locaties te vergaderen.”
In het onderwijs zullen volgens Mak de inkomsten van de faculteit teruglopen door lagere studentenaantallen. De omvang van de staf zal gaandeweg daarop moeten worden aangepast, waar mogelijk door natuurlijk verloop. “Hierbij willen we goed blijven kijken naar wat er nodig is voor goed onderwijs, zoals de kleinschaligheid en vormen van toetsing. Daarbij kun je denken aan bijvoorbeeld een kleiner aanbod van keuzevakken, waardoor je ervoor zorgt dat er wel voldoende docenten zijn om vakken te geven.”
“Van het wetenschappelijk personeel hoor ik dat docenten met een tijdelijk contract zich zorgen maken. Dat is logisch. Op dit moment is de situatie voor een tijdelijke docent onzekerder dan voorheen.”
Sociale Wetenschappen:
‘We gaan ons uiterst best doen om werkdruk niet te verhogen’
“Het is te vroeg om uitspraken te doen over de consequenties van de bezuinigingen”, zegt decaan Leoniek Wijngaards-de Meij. “Het is duidelijk dat de bezuinigingen op alle vlakken gevoeld gaan worden en dat we het met minder personeel moeten doen.
Sociale Wetenschappen loopt in 2025 het overgrote deel van 4,5 miljoen euro van de starters- en stimuleringsbeurzen mis.
“Voor de periode vanaf 2026 zijn de exacte bedragen nog onbekend, maar we gaan uit van bezuinigingen – onder meer door kortingen voor langstudeerders en internationale studenten – die oplopen tot 10 procent van onze omzet.”
“We onderzoeken op dit moment hoe we de bezuinigingen het beste kunnen opvangen. Voor de zomer hebben wij een vacaturestop ingesteld die de komende jaren zal blijven gelden. Dit betekent dat tijdelijke contracten in principe niet worden verlengd en dat medewerkers die vertrekken of met pensioen of emeritaat gaan niet vanzelfsprekend opgevolgd zullen worden.”
“Het faculteitsbestuur is met verschillende gremia van de faculteit en de universiteit in gesprek over welke keuzes we op korte en lange termijn moeten maken om op onderwijs, onderzoek en bedrijfsvoering te kunnen besparen. Hierbij houden we goed hoe de bezuinigingen zich verhouden tot het strategisch plan van de universiteit en welke impact ze hebben op de werkdruk. We gaan ons uiterste best doen om ervoor te zorgen dat deze bezuinigingen niet leiden tot een verhoging van werkdruk.”
“Maar het is duidelijk dat door de keuzes van het kabinet het land op achterstand wordt gezet en de pijlers onder onze kenniseconomie aan het wankelen zijn gebracht.”
Universitaire Bestuursdienst:
'Restrictief vacaturebeleid en scherpe keuzes'
Directeuren van de Universitaire Bestuursdienst wilden niet met DUB praten voordat de bezuinigingsmaatregelen aan de medewerkers waren voorgelegd. Deze week werd de Dienstraad ingelicht en kregen medewerkers een mail.
Daaruit blijkt dat de dienst in 2025 een tekort heeft van 14,7 miljoen. Die situatie maakt slimme en scherpe keuzes noodzakelijk, aldus de directeuren. Daarbij wordt het langetermijnperspectief in de gaten gehouden en de ambities die in het universitaire strategisch plan zijn vastgelegd.
Een belangrijke consequentie is dat er nu al kritisch gekeken wordt of openstaande vacatures wel moeten worden ingevuld. De inhuur van externen zal worden beperkt. Ook stellen de directeuren voor “sommige projecten of programma af te schalen, aan te passen of stop te zetten”.
Zo zal het budget voor het USO-fonds voor onderwijsinnovatie en het budget voor het Sustainability Office kleiner worden. Ook het IT-investeringsbudget wordt verlaagd. Maar er wordt gestreefd naar soberheid op alle fronten, zo komt er ook geen livestream meer bij de Dies en Opening Academisch jaar. De verwachting is dat meer maatregelen nodig zijn om in de jaren na 2025 financieel stabiel te zijn.