Met partners fossiele industrie en Israël
Studenten U-raad negatief over kader nieuwe samenwerkingen

Het nieuwe Integrale Afwegingskader van de Universiteit Utrecht (UU) biedt wetenschappers handvatten hoe om te gaan met nieuwe (buitenlandse) onderzoekssamenwerkingen met mogelijk (veiligheids)risico’s en ethische bezwaren.
Er werd halsreikend naar het kader (met solis-id) uitgekeken. Het universiteitsbestuur wil ermee gehoor geven aan de druk vanuit de universitaire gemeenschap om kritischer te kijken naar samenwerkingen met Israëlische universiteiten en de fossiele industrie.
De UU liet in 2023 weten geen nieuwe samenwerkingen meer te willen met fossiele bedrijven die zich onvoldoende committeren aan het Akkoord van Parijs om de klimaatopwarming te beperken tot 2 graden. Toch blijft samenwerking mogelijk met partners, die niet aan deze voorwaarden voldoen, doordat in het nieuwe kader uitzonderingen worden gemaakt.
Fossiel industrie
De studentgeleding van de Universiteitsraad is kritisch op het kader (met solis-id) en vindt dat het “niet af genoeg voelt”. Volgens Vuur en de Partij voor de Utrechtse Student (PvdUS) gaat de universiteit “niet streng genoeg” om met nieuwe samenwerkingen met de fossiele industrie.
Vuur en de PvdUS willen dat fossiele bedrijven een ‘groene’ score moeten hebben op hun korte en middellange termijn doelstellingen voor broeikasgasreductie. Momenteel is een ‘oranje’ score op deze criteria voldoende om te slagen voor de partnertoets die is toegevoegd om fossiele bedrijven te beoordelen.
De Vrijmoedige Studentenpartij (VSP) staat lijnrecht tegenover de andere studentenpartijen. Zij vindt de UU juist “te streng en ziet graag ongelimiteerde samenwerking met deze partners”. De beperkingen voor de fossiele industrie druist in “tegen de academische vrijheid van individuele onderzoekers”.
Israël
Vuur en PvdUS willen dat er óók een partnertoets wordt toegevoegd aan het ‘kader kennisveiligheid’ dat specifiek gaat over onderzoekssamenwerkingen die een veiligheidsrisico vormen. Daarnaast moet er benoemd worden dat samenwerkingen in bezet gebied niet mogen.
Daarmee doelt de studentgeleding op Israëlische instellingen die gevestigd zijn of een dependance hebben in een bezet Palestijns gebied. Het Internationaal Gerechtshof oordeelde vorig jaar dat de Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden onwettig is. Rector Henk Kummeling zei tijdens een eerdere Universiteitsraadsvergadering dat de UU samenwerkingen in bezet gebied niet accepteert.
Ethische afwegingen
Vuur oordeelt hard over de samenwerkingen met Israëlische universiteiten. Het is “onacceptabel” dat Israëlische partners “medeplichtig” zijn aan de onderdrukking van Palestijnen. De UU liet vorig jaar weten dat alle samenwerkingen met Israëlische instanties door konden gaan, omdat deze niet bijdroegen aan een verslechtering van mensenrechtenschendingen.
De personeelsgeleding van de U-raad is wel positief advies over het Integrale Afwegingskader. Zij vindt dat het kader “handvatten” biedt “voor de onderzoekers, research support officers” en het “bestuur over hoe om te gaan met onderzoeken waar ethisch afwegingen” moeten worden gemaakt. De personeelsgeleding vindt dat er nu gekeken moet worden of het kader in de praktijk werkt en zij “hecht sterk” aan een tussentijdse evaluatie.