UU teert in op reserves, maar lang niet zoveel als gehoopt
In de begroting voor het jaar 2020 waarin vooruitgekeken wordt naar de inkomsten en uitgaven van het kalenderjaar, werd financieel ‘scherp aan de wind gezeild’. Er zou 26,6 miljoen euro meer worden uitgegeven dan er zou binnenkomen. De universiteit had daarbij zelfs al rekening gehouden met een eventuele meevaller van 8 miljoen euro van het ministerie van Onderwijs die de UU de jaren daarvoor ook na de zomer had binnengekregen. De reserves moesten niet oplopen, zei toenmalig vicevoorzitter Annetje Ottow, omdat de overheid anders zou kunnen gaan korten op de universiteiten.
Inmiddels is duidelijk dat het ‘spaargeld’ van de UU binnen de voorgeschreven marges vallen van het ministerie. Desondanks was het de bedoeling het beschikbare geld daadwerkelijk uit te geven aan waar het ooit voor was bedoeld: het versterken van het onderwijs en onderzoek.
Toen het coronavirus zich in maart 2020 aandiende, werd verwacht dat dit jaar extra kosten gemaakt moesten worden. Hierdoor zouden de reserves met nog meer dan 26,6 miljoen slinken. Die kosten kwamen er ook, maar de crisis zorgde ook voor onverwachte meevallers. Dat blijkt uit de jaarrekening 2020 die inzicht geeft in de exacte inkomsten en uitgaven van de universiteit van het afgelopen kalenderjaar.
In totaal had de UU aan inkomsten in 2020 een bedrag beschikbaar van bijna 928 mijoen euro. Dat is zo'n 35.000 euro meer dan in 2019 werd gedacht. De universiteit gaf een kleine 934 miljoen uit.
Het is de universiteit in 2020 niet gelukt om 26,6 miljoen op de reserves in te teren. Deze zijn maar geslonken met nog net geen 6 miljoen euro. Dat is in elk geval wel een stuk meer dan in 2019. Toen wilde de universiteit 31,3 miljoen meer uitgeven dan er binnenkwam. Aan het eind van het jaar bleek dit slechts 300.000 euro te zijn. Extra meevallers waren hieraan debet.
Corona mee- en tegenvallers
De coronapandemie heeft het aantal eerstejaars flink doen stijgen – in de bachelor met bijna 10 procent en in de master met 7 procent. Ondanks de reisbeperkingen nam ook het aantal internationale studenten toe. De extra collegegelden zorgden voor een dikke plus, zeker van de studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER) van wie het aantal met een kwart steeg. Zij betalen het veel hogere instellingstarief. In totaal kwam er 5 miljoen meer collegegeld binnen dan werd verwacht. De universiteit denkt dat 2 miljoen van studenten is die door de coronapandemie zijn gaan studeren omdat ze bijvoorbeeld niet een jaartje konden gaan backpacken.
Daarnaast kwam er geld binnen voor onderzoek dat gerelateerd is aan corona. Hiervan profiteerden met name de faculteiten Diergeneeskunde en Geneeskunde. Met deze inkomsten was geen rekening gehouden.
Een andere meevaller, die wel werd verwacht, is de besparing op congres-, reis- en verblijfkosten. In totaal is hieraan 12 miljoen euro minder uitgegeven.
Toch heeft de crisis de UU in 2020 ook geld gekost. Heel precies zijn een aantal kosten niet te berekenen waardoor de universiteit op sommige gebieden met schattingen werkt, zoals het collegegeld. Het onderzoek dat door corona vertraging heeft opgelopen en níet door het ministerie vergoed wordt, bedraagt zo’n 2 miljoen. De omzet van de universiteit is zo’n 5 miljoen lager uitgevallen. Hier vallen bijvoorbeeld de opbrengsten uit cursussen van Parnassos en Summer School onder en zaalverhuur. Het aanpassen van de gebouwen voor de coronamaatregelen plus de thuiswerkvergoeding voor de werknemers heeft zo’n 6 miljoen euro gekost.
Ook is er minder verlof opgenomen door corona. Voor niet-opgenomen verlofuren moet de universiteit geld reserveren. Was dit in 2019 al een fors bedrag van 22 miljoen euro, afgelopen jaar is dat toegenomen met 4 miljoen euro.
Andere meevallers
Zoals ook in voorgaande jaren het geval was, kwam er van de overheid extra geld naar Utrecht. Zo kreeg de UU 3 miljoen vanuit het sectorplan bèta-techniek van onderzoeksfinancier NWO en 6 miljoen voor de lerarenopleidingen waarop niet was gerekend. Ook was het bedrag hoger dat de UU kreeg uit Europese fondsen voor onderzoek. Daarnaast waren de opbrengsten uit bepaalde licenties van aan de universiteit verbonden partijen zoals de Utrecht Holding onverwacht hoog (5 miljoen).
Groei van het aantal personeelsleden
De afgelopen jaren is faculteiten op het hart gedrukt om meer docenten aan te nemen. Dit om met kleinere groepen studenten te werken in het kader van kleinschalig onderwijs en om de werkdruk van docenten te verlichten. Hiervoor hebben de faculteiten ook geld gekregen. Onder meer uit de basisbeursmiljoenen. Er zat echter niet veel schot in waardoor de werkdruk hoog bleef en de reserves groeiden. In 2020 is er - en met name in de laatste paar maanden - meer vaart ingekomen, zei voorzitter Anton Pijpers tijdens de commissievergadering van de U-raad waar de jaarrekening werd besproken.
De versnelling is ingezet vanwege de groei van het aantal studenten, het extra werk dat het online onderwijs met zich meebrengt en de wens om met kleinere groepen studenten te werken in het kader van kleinschalig- en intensief onderwijs waarvoor de basisbeursmiljoenen dienen. Behalve nieuwe docenten zette de zette ook extra in op de ondersteuning van het onderwijs door bijvoorbeeld het aanstellen van student-assistenten. Uiteindelijk is het aantal personeelsleden in 2020 gegroeid met 282 fte; fte staat voor fulltime-eenheden, het aantal mensen ligt hoger. Eind 2020 telde de UU 7916 fte, van wie 4144 vallen onder het wetenschappelijk personeel. Voorzitter Pijpers zegt blij te zijn een stijgende lijn te zien: in 2019 waren er 181 fte aan nieuwe collega’s. In percentages is het personeelsbestand gegroeid met 3,9 procent, in 2019 met 2,5 procent.
Het aandeel tijdelijke contracten onder het wetenschappelijk personeel is gegroeid van 22,4 naar 22,9 procent. Volgens de afspraak mag maar 22 procent een tijdelijk contract hebben, maar gezien de groei van het aantal eerstejaars en de extra docenten die nodig waren voor het online onderwijs ziet de UU dit als een niet te vermijden groei.
Stond in de begroting dat er aan salarissen 603 miljoen zou worden uitgegeven, in werkelijkheid blijkt dat 644 miljoen te zijn geworden. De personeelskosten bedragen 60 procent van de lasten van de UU.
Actievoerende studenten en docenten
Ondanks de gezonde financiële huishouding van de UU, vindt de Universiteit Utrecht dat er structureel meer geld nodig is voor het hoger onderwijs. Op de Alarmdag van 6 april werd hier nog aandacht voor gevraagd. Geschat wordt dat 1,1 miljard euro meer nodig is. De begroting voor het wetenschappelijk onderwijs, zo werd betoogd, is niet meegegroeid met de toename van het aantal studenten in het hoger onderwijs. Dit houdt in dat er al jaren per student per jaar steeds minder geld binnenkomt. Dit zorgt onder meer voor grote onderwijsgroepen, onbetaald overwerk bij docenten en felle concurrentie tussen wetenschappers voor onderzoeksgeld.
De financiële voorspoed is ook terug te vinden bij een aantal faculteiten. Vooral de financiën van de Bètafaculteit springt in het oog. Volgens de begroting zouden de bèta’s 4,2 miljoen interen op hun reserves, maar aan het eind van het jaar blijft een bedrag over van plus 5,1 miljoen. De faculteit kreeg meer geld binnen uit de tweede en derde geldstroom, wat geld voor onderzoek is afkomstig van onderzoeksfinanciers zoals NWO, de Europese Unie of bedrijven.
De faculteit Diergeneeskunde heeft een miljoen minder uitgeven. De faculteit heeft “wrang genoeg” zoals de directeur het in de faculteitsraad noemde, geprofiteerd van de coronacrisis. Hoewel aanvankelijk de dierklinieken alleen nog spoedgevallen mocht behandelen en gevreesd werd voor een inkomstendaling, bleek dat achteraf mee te vallen. Daarbij werden haar wetenschappers ingezet voor onderzoek naar het coronavirus wat niet alleen zorgde voor meer inkomsten, maar er ook extra personeel aangenomen moest worden. De bezuiniging die de faculteit in 2020 en 2021 moest realiseren, is daardoor versneld gehaald. Er hoeven nu ook geen personeelsleden meer af te vloeien.
Bij de faculteit Geesteswetenschappen is meer geld uitgegeven dan de begroting van 2020 voorspelde en wel 1,3 miljoen euro. Dit komt doordat er meer personeel is aangenomen en er veel minder verlofdagen zijn opgenomen dan in 2019 werd gedacht. Verlofdagen vertegenwoordigen een bepaald bedrag dat door de faculteit opzij gezet moet worden en dus niet kan worden uitgegeven. Hoewel in de hele universiteit er minder verlof is opgenomen, staan er bij Geesteswetenschappen hier geen grote ‘plussen’ tegenover verklaarde voorzitter Anton Pijpers in een commissievergadering van de U-raad. “Het kan snel mis gaan als een paar zaken net de verkeerde kant op vallen”, verklaarde directeur Miranda Jansen het verlies tijdens de faculteitsraadsvergadering van Geesteswetenschappen.
De faculteit Geowetenschappen heeft echt last van de maatregelen die nodig zijn om de pandemie in te dammen. Zo kon veel veldwerk niet doorgaan en konden daardoor ook geen nieuwe projecten geworven worden. Dit scheelt naar schatting 4 miljoen euro aan inkomsten.