Bellingcat-achtig onderzoek laat zien:
Politie gebruikte inderdaad geweld tegen demonstranten
Pro-Palestinademonstranten bezetten op 7 mei de binnenplaats van de Universiteitsbibliotheek in de binnenstad en een dag later een universiteitspand aan Drift 25. Beide werden beëindigd door de politie. Hoewel de politie stelde dat de avond rustig was verlopen, gebruikte de politie volgens de actievoerders veel geweld. Studenten zouden zijn geslagen met knuppels en bij twee zouden hun slagaders zijn dichtgeknepen waardoor ze flauwvielen.
De inzet van de politie kwam het universiteitsbestuur op kritiek te staan, onder meer vanuit actievoerders, docenten en ouders van studenten. Een grote groep docenten van internationaal recht en mensenrechten stelde dat het sturen van de ME onnodig en disproportioneel was.
Open source onderzoek
“Binnen onze gemeenschap heeft dit tot vragen geleid over de rol van de universiteit, de inzet van de politie en de incidenten die daarbij zouden hebben plaatsgevonden”, schreef de universiteit in de zomer. Het universiteitsbestuur wilde daarom weten wat er precies gebeurd is tijdens de bezettingen en gaf het Utrechtse Global Justice Investigations Lab voor de zomer de opdracht om een onafhankelijk onderzoek uit te voeren naar de bezettingen van 7 en 8 mei.
Het onderzoekslab reconstrueerde de gebeurtenissen van 7, 8 en 9 mei met openbare bronnen. Aan het onderzoek werkten twee studenten mee en universitair hoofddocent Giancarlo Fiorella, die naast zijn werk bij het onderzoekslab vier dagen in de week bij het open source-onderzoeksplatform Bellingcat werkt.
De onderzoekers bekeken mediaberichten en berichten op sociale media van de politie, studenten en docenten. Daarnaast bekeken de twee student-onderzoekers de bewakingsbeelden van de universiteit. De beelden zijn gebruikt om achteraf te controleren of de tijdlijn, die opgesteld is met open bronnen, volledig en kloppend was. De onderzoekers hebben de acties van demonstranten, het universiteitsbestuur, het stadsbestuur en de politie onderzocht. Hierbij zijn geen mensen die bij de demonstraties aanwezig waren, geïdentificeerd.
Volgens het hoofd van het Global Justice Investigations Lab, Brianne McGonigle Leyh, is het typisch voor open source onderzoek om bij conflicterende verhalen een feitelijke tijdlijn te maken. “We proberen met feiten aan te tonen wat er op welk moment is gebeurd. Het doel is hierbij niet om deze gebeurtenissen te analyseren of een conclusie aan het onderzoek te verbinden.”
Het Global Justice Investigation Lab is een nieuwe cursus die studenten vorig jaar voor het eerst konden volgen. De methode van Global Justice Investigation Lab is vergelijkbaar met de werkwijze van onderzoekscollectief Bellingcat. Bellingcat maakte bekendheid met een aantal spraakmakende onthullingen. Onderzoekers van het platform toonden aan wie er betrokken waren bij het neerhalen van vlucht MH17 en reconstrueerden de aanloop naar de Turkse couppoging in 2016.
Studenten worden in de cursus gekoppeld aan een niet-gouvernementele organisatie (ngo) die open source onderzoek doet naar mensenrechtenschendingen en milieuschade. Zij krijgen training van Bellingcat-onderzoekers, waarin zij onder meer leren hoe ze online afbeeldingen kunnen ‘geolokaliseren’: het bepalen van de geografische locatie aan de hand van een IP-adres. Ook leren ze een tijdlijn te maken van gebeurtenissen en met satellietbeelden vliegtuigen te volgen. Een groep studenten onderzocht bijvoorbeeld vorig jaar voor Amnesty International de aanvallen op journalisten tijdens demonstraties.
Chronologische tijdlijn
Met de sociale mediabeelden en nieuwsberichten heeft het lab een nauwgezette tijdlijn opgesteld, waarbij om de paar minuten een video aantoont wat er gebeurde. De onderzoekers omschrijven alleen wat er op de beelden te zien is en verbinden hier geen conclusies aan.
Uit die beelden is op te maken dat de politie meerdere keren geweld gebruikte tegen demonstranten. Op 8 mei (bezetting van Drift 25) heeft de politie pepperspray gebruikt en met schilden en wapenstokken demonstranten geslagen. Ook zijn er demonstranten hardhandig gearresteerd. De politieagenten gingen over op geweld nadat demonstranten de Wittevrouwenstraat blokkeerden. Demonstranten wilden voorkomen dat bussen met arrestanten via die straat afgevoerd werden.
In het rapport wordt bij elke gebeurtenis gelinkt naar de openbare bron, die gebruikt is om de scène te omschrijven. In dit artikel wordt er alleen verwezen naar het rapport van het Global Justice Investigations Lab en niet naar de gebruikte bron. Hieronder worden de scènes beschreven, waarin de politie overging op geweld en wat hieraan vooraf ging.
De tijdlijn volgens het onderzoeksrapport
Pro-Palestinademonstranten zetten in de namiddag van 7 mei tenten op de binnenplaats van de UBB. Tussen 20.30 en 23 uur zijn de eerste politieagenten te zien. Om 22.45 spreekt collegevoorzitter van het universiteitsbestuur Anton Pijpers de demonstranten vanuit de fietsenstalling van de UBB toe en verzoekt de demonstranten om het plein te verlaten. Volgens berichtgeving van RTV Utrecht verlieten ongeveer zestig demonstranten het plein en ongeveer vijftig demonstranten bleven op het plein.
Om 23:00 uur komt het tot “een korte confrontatie tussen de demonstranten en politie” schrijven de onderzoekers van het Global Justice Investigations Lab. Op beelden is te zien dat de politie toegang tot de binnenplaats van de UBB probeert te forceren. Het hek is afgesloten met een slot en een groep demonstranten probeert de politieagenten tegen te houden. Op de video is een politieagent te zien die hoorbaar zegt: “Afstand houden, anders ga ik pepperspray gebruiken.” Daarna zegt diezelfde agent: “Laat mij even, jongens” en gebruikt vervolgens pepperspray tegen een demonstrant. De agent gebruikt de spray voor een tweede keer. Twee demonstranten die recht tegenover de agent staan, wenden hun gezicht abrupt van de spray af. Ze kreunen en hoesten hoorbaar.
Op een andere video, die gelijktijdig is gemaakt door iemand aan de andere kant van de poort en achter de politieagenten staat, is te zien hoe de politieagenten het slot van de poort open proberen te wrikken en met hun wapenstokken op de poort slaan. De politieagent die in de vorige alinea pepperspray gebruikte, is ook te zien. Een politieagent gebruikt de pepperspray met tussenpozen ongeveer tien seconden lang, waarna hij met zijn wapenstok tegen de poort aanslaat om de demonstranten waarschijnlijk achteruit te dwingen. Het lukt de agenten daarna om het slot van de poort te verwijderen.
De politie verwijdert tussen 00:24 en 00:34 de demonstranten van de UBB-binnenplaats en zet hen in bussen. Op meerdere video’s is te zien dat verschillende demonstranten door de politie over de grond worden gesleept naar de U-OV-bus. Andere demonstranten lopen met de politie mee.
Foto: DUB
Bezetting van Drift 25
De volgende dag op 8 mei verzamelt een groep demonstranten op het Domplein om onder meer steun te betuigen aan de demonstranten die de avond ervoor gearresteerd werden. Rond 18 uur verplaatsen de demonstranten zich naar de Drift en dringen nummer 25 binnen, het pand dat naast de hoofdingang van de universiteitsbibliotheek ligt.
Om 21:30 uur arriveert Anton Pijpers en praat met demonstranten in de deuropening. De demonstranten worden verzocht om voor 22:00 te vertrekken, maar een deel van de demonstranten kiest ervoor om te blijven. Om 23:40 meldt Pijpers met een megafoon het pand te vorderen. Hij zegt dat het pand leeg moet zijn om 00:05. Sommige demonstranten verlaten het pand, terwijl andere blijf.
Op een post op X die om 01:25 werd geplaatst, is te zien dat de politie het pand aan de Drift binnengaat. Een groep ME’ers breekt de barricade voor de deur af. Een grotere groep agenten, te zien in een andere Instagramvideo, probeert een aantal demonstranten te verwijderen. De demonstranten zitten in het pand arm-in-arm op de grond, zingen en scanderen leuzen.
In een video wordt "een persoon door meerdere agenten aan zijn hoofd en nek eruit getrokken. De menigte barst vervolgens in geschreeuw uit over de behandeling.” Ook staat in het rapport: “Uit de camerabeelden van de universiteit blijkt dat het gebouw om 01:25 bijna helemaal leeg is. Dit is nadat politieagenten de laatste vijf of zes demonstranten door de achterdeur van Drift 25 heeft verwijderd.”
Demonstranten blokkeren Wittevrouwenstraat
In een Instagrampost van Encampment UU en Utrecht4Palestine worden demonstranten opgeroepen om zich te verplaatsen naar de Wittevrouwenstraat en deze straat te blokkeren, zodat de bus met gearresteerde demonstranten er niet doorheen kan. Een journalist meldt op X dat een groep demonstranten richting het oosten naar het einde van de Wittevrouwenstraat loopt en weigert om aan de kant te gaan. De politie gebruikt pepperspray en op een afbeelding is te zien dat demonstranten hun gezichten wassen nadat ze werden gepeppersprayed.
“Op een andere video, op Instagram gedeeld om 02:06, is te zien dat de politielinie oprukt via de Wittevrouwenstraat richting het kleine gebied tussen de Wittevrouwenbrug en Lucasbolwerk. De video laat zien dat demonstranten arm-in-arm staan. Demonstranten worden geduwd door politieschilden. Minstens één politieagent is te zien die meerdere keren demonstranten met zijn wapenstok slaat, waarbij hij op hun torso’s en benen slaat. Een agent spreekt door een microfoon: “…Zal overgaan tot het gebruiken van geweld…”
Arrestaties
“Op een video op X is te zien dat de politie een demonstrant arresteert. De man die wordt gearresteerd, ligt op de grond en is geboeid. De mensen die hem arresteren zijn politiemensen in burger. Een van de agenten draagt een keffiyeh en een ander lijkt een Palestijnse vlag om zijn nek te hebben. Dit suggereert dat dit undercoveragenten zijn.”
Op een foto van RTL Nieuws is te zien dat een persoon gearresteerd wordt door politieagenten. Deze persoon trekt een gepijnigd gezicht. Het gezicht en haar van de persoon zijn nat, “mogelijk door pepperspray of een ander middel om de pepperspray te verwijderen”.
Ook is op een compilatievideo van RTL Nieuws te zien waarin een demonstrant uit een U-OV-bus probeert te komen en schreeuwt: “(onverstaanbaar)…heb hulp nodig!...(onverstaanbaar)”. Twee politieagenten duwen de persoon naar achteren, waardoor hij op de grond valt. De agenten tillen hem vervolgens met geweld op. Een andere video op X laat hetzelfde voorval zien, waarschijnlijk slechts momenten nadat de demonstrant door de politie van de grond is opgetild. “Dezelfde demonstrant is zichtbaar in een U-OV-bus, schreeuwt tegen de twee agenten en duwt tegen hen aan. Deze demonstrant wordt vervolgens weer tegen de binnenkant van de bus aan gegooid. Die herstelt zichzelf en nadat twee politieagenten in de bus zijn gestapt, vertrekt deze.”
Foto: James Huang
Tijdlijn analyseren
Volgens het hoofd van het Global Justice Investigations Lab, Brianne McGonigle, is de tijdlijn “een eerste stap”. Ze hoopt dat de tijdlijn wordt aangegrepen door de universitaire gemeenschap om het uitgebreider over het onderwerp te hebben. “In het rapport wordt duidelijk wat er gebeurt is, maar wat betekent dit dan voor de studenten en politie? Wat betekent dat in termen van verantwoordelijkheid? Wat is noodzakelijk en proportioneel? Ik hoop dat anderen vanuit hun eigen perspectief de resultaten zullen analyseren en dat deze gebruikt worden om verdere dialogen te voeren over de protesten op de universiteitscampus.
“Een tijdlijn geeft alleen fragmenten weer van berichten die anderen naar buiten brengen en die geverifieerd kunnen worden. Het rapport zou completer zijn als het met andere onderzoeksprocessen zou worden aangevuld. Het rapport is maar een deel in een hopelijk groter proces. Als andere onderzoekers of studenten het onderzoek willen voortzetten en bijvoorbeeld interviews willen afnemen, zou dat van grote meerwaarde zijn.
“Demonstraties zijn ook bedoeld om een beetje verontrustend en verstorend te zijn, maar er zijn uiteraard beperkingen. Als er protesten plaatsvinden op de campus is de universiteit de perfecte plek om te praten over datgene wat er aan de protesten ten grondslag ligt. Er is een reden dat mensen demonstreren. Er moet een open ruimte zijn waarin mensen over deze onderwerpen kunnen discussiëren. Het moet worden aangemoedigd dat mensen zich vrij voelen om te zeggen waarom zij demonstreren.”
Eenzijdig beeld
Een woordvoerder van de politie zegt namens de driehoek (politie, gemeente en Openbaar Ministerie) dat het rapport "eenzijdig is" en “geen nieuwe informatie” bevat. “Er staan geen onjuistheden in het rapport, maar het onderzoek geeft bij voorbaat een eenzijdig beeld, omdat het om een open bronnenonderzoek gaat. Het geeft een overzicht van de manier waarop de buitenwereld de situatie heeft meegekregen. De onderzoekers baseren zich in het rapport op de beschrijvingen van sociale mediaberichten en nieuwsberichten, maar berichten van demonstranten worden altijd met een bepaalde bedoeling de wereld in geslingerd. De berichten van de politie zijn niet meegenomen in het rapport. We kunnen onze beelden vanwege privacyredenen niet delen.”
De politie staat achter hun optreden, laat de woordvoerder weten. “Alle geweldsinzet van de politie wordt geëvalueerd. In het geval van het optreden bij de bezettingen is deze als proportioneel beoordeeld. Dit hebben we in mei en juni al toegelicht en raadsvragen hierover zijn uitgebreid behandeld.” De gemeente is bezig met een evaluatie. Zij voert gesprekken met betrokkenen om te onderzoeken hoe mensen het ervaren hebben. Dat onderzoek is nog in een voorbereidende fase laat een woordvoerder van de gemeente Utrecht weten.
Rector Henk Kummeling laat in een schriftelijke reactie weten: “Het is fijn dat er nu een overzicht is van de gebeurtenissen begin mei, want daarover gingen en gaan veel verhalen rond. Met dit rapport hebben we meer zicht op het feitelijk verloop van gebeurtenissen. Op basis van een eerste lezing staan er, hoewel niet alle gebeurtenissen bekend waren bij het College van Bestuur, geen grote verrassingen in het rapport. Maar dat betekent natuurlijk niet dat er niets te leren valt. Daarom gaan we dit rapport delen met onze zeggenschaps- en medezeggenschapsorganen, bijvoorbeeld de decanen en de U-raad, om daarover het gesprek te voeren en na te gaan welke aandachts- en leerpunten eruit naar voren komen.”
Privacy
De onderzoekers van het Global Justice Investigations Lab bekeken beelden waarop ook mensen te zien zijn, waardoor ze met persoonsgegevens werkten. In een privacyverklaring van het onderzoek staat: “Bij het lezen van sociale mediaberichten of bij het bekijken van de camerabeelden bestaat er de kans dat onderzoekers in aanraking komen met berichten of beelden die iets zeggen over de politieke overtuigingen van demonstranten of omstanders.”
De studenten bekeken de bewakingsbeelden en noteerden alleen algemene waarnemingen en geen gegevens van individuele personen. De beelden werden niet bekeken door docenten, zodat volgens de universiteit uitgesloten kan worden dat demonstranten die herkenbaar in beeld zijn, hier negatieve gevolgen van kunnen ondervinden tijdens hun studie.
Mensen die op het beeldmateriaal van het onderzoek te zien zijn, hebben verschillende rechten. In de verklaring staat: “Ze mogen bijvoorbeeld weten óf de UU persoonsgegevens van hen gebruikt. En als dat zo is, mogen ze hun persoonsgegevens inzien. Als er fouten in staan, mogen ze die laten verbeteren. Bovendien kunnen ze de UU vragen om hun persoonsgegevens te wissen; hiervoor gelden wel bepaalde voorwaarden.”