Begroting 2024 goedgekeurd
Zorgen over toekomstige financiën UU
In 2024 wil de universiteit net als voorgaande jaren interen op de reserves. De UU denkt ruim 25 miljoen euro meer uit te geven dan aan inkomsten worden verwacht. In voorgaande jaren was er ook een negatieve begroting om de reserves te verkleinen. Maar ook in 2025 en 2026 denkt de UU meer geld uit te geven dan er binnenkomt. Het gaat dan om 20, 5 miljoen in 2025 en om 16,4 miljoen in het jaar daarna. Maar het universiteitsbestuur houdt wel een slag om de arm vanwege oplopende kosten en rente en een nieuw kabinet.
Dit is te lezen in de UU-begroting van 2024 die het universiteitsbestuur traditiegetrouw aan het einde van het kalenderjaar aan de Universiteitsraad voorlegt. Hoeveel krijgt de UU in 2024 van de overheid, hoeveel collegegeld komt er binnen en wat zouden onderzoekers krijgen aan beurzen? Daartegenover staan de vaste uitgaves als energie- en salariskosten en maakt het bestuur keuzes waar de UU het komende jaar extra geld aan wil uitgeven of wil investeren in nieuwe initiatieven.
Hoewel de huishoudboekjes van de afgelopen jaren bijzonder positief waren en de UU elk jaar veel minder geld uitgaf dan gedacht en er bijna altijd wel meevallers waren, wordt komend jaar voorzichter omgesprongen met de reserves. De vooruitzichten voor 2025 en 2026 zijn zelfs somber voor de faculteiten. Het universiteitsbestuur spreekt al van “ombuigingen” waarvoor begin 2024 afspraken met de faculteiten worden gemaakt.
Komend jaar is er nog niet zoveel aan de hand, aldus Margot van der Starre die in het universiteitsbestuur over de financiën gaat. De universiteit trekt zelfs extra geld uit om een nieuw softwareprogramma te kopen voor personeelszaken. Dat heet Asturias. Dat moet het huidige programma SAP gaan vervangen, waar onder meer gegevens van al het personeel in staat en zorgt voor het uitbetalen van salarissen. SAP loopt op zijn laatste benen Daar wordt in 2024 al 4 miljoen voor opzij gezet. Ook gaat er extra geld naar de directie ICT. Door de groei van het aantal werknemers en het aantal studenten doen meer mensen een beroep op de universitaire ICT waar tegemoet aan gekomen moet worden. Ook moet de beveiliging van de ICT-systemen op orde blijven.
Meer vaste contracten en hogere bouwkosten
Het is opvallend dat de vooruitzichten voor de faculteiten somber zijn. Tot dit voorjaar was het adagium dat faculteiten vooral geld moesten uitgeven omdat er te veel geld op de plank lag. Faculteiten, zo was het idee, waren te voorzichtig met hun geld uit angst voor financiële tegenslag waardoor reorganisaties onvermijdelijk werden. De laatste jaren drong het universiteitsbestuur er daarom op aan dat faculteiten geld uit moesten geven. Bleven ze aan het eind van het jaar toch meer geld over dan volgens de universitaire regels mag, dan werd het teveel afgeroomd zoals dat vorig jaar bij de Bèta’s gebeurde.
Het universiteitsbestuur kwam met beleid om faculteiten te stimuleren meer mensen, en met name universitair docenten, in vaste dienst te nemen. Dit onder meer om aan de cao-voorwaarde te voldoen dat maar 22 procent van al het personeel een tijdelijk contract mag hebben. Het beleid is vrij succesvol te noemen. Het aantal mensen met een vast contract is gestegen en door een nieuwe cao-definitie zit de UU bijna op het nieuwe streefpercentage van 13 procent.
Het gevolg is wel dat de personeelslasten met het jaar stijgen. Dit jaar kwam daar ook de loonsverhoging van 9 procent bij. De universiteit kreeg deze verhoging vergoed van de overheid, alleen niet voor de onderzoekers van wie het salaris wordt betaald door externe financiers uit de tweede of derde geldstroom zoals van NWO. Het universiteitsbestuur besloot dat de faculteiten die verhoging uit eigen zak moesten betalen. Maar totdat het einde van het onderzoeksproject blijft die extra kostenpost, omdat NWO bijvoorbeeld reeds gegeven beurzen niet verhoogt. Ook elke niet-opgenomen vrije dag drukt op de begroting. Elk van die dagen is ook 9 procent duurder geworden. Dat geld moeten faculteiten achter de hand houden en mogen ze pas weer voor andere zaken gebruiken als de dagen zijn opgenomen.
Door deze financiële tegenvaller voor faculteiten verminderden de reserves in rap tempo. In die mate zelfs dat een aantal faculteiten verwacht de jaren na 2024 te weinig geld in kas te hebben voor de verplichte ‘bufferreserve’. Komend jaar is dit al een probleem voor de faculteit Geesteswetenschappen. Van der Starre denkt dat de faculteiten de financiën komend jaar nog zelf rondkrijgen en wil alleen te hulp schieten als de nood aan de man is.
Geld om te (ver)bouwen
De universiteit als geheel ziet de kosten ook stijgen. Dit heeft onder meer te maken met de gestegen bouwkosten. De bouwplannen voor de komende jaren worden geschat op 1,8 miljard euro uitgaande van het huidige prijspeil. Maar die kosten zullen naar verwachting verder stijgen door onder meer hogere salarissen van bouwvakkers en duurder wordende bouwmaterialen. Het universiteitsbestuur wil daarom haast maken met de uitvoering. Projecten lopen nu te veel uit, wat weer zorgt voor een verdere kostenstijging. Het voortvarend aanpakken van oude gebouwen is bovendien gunstig voor de energierekening. Verduurzaamde panden en nieuwbouw zijn energiezuiniger.
Om de bouwplannen te realiseren ontkomt de universiteit er niet aan om in de nabije toekomst geld te lenen. De afgelopen jaren was de rente 0 procent, maar nu ziet zij de rente stijgen. De UU wil daarom de bouw zoveel mogelijk betalen met eigen geld. Rente die de UU nu nog krijgt op het geld dat op de bank staat, wil het bestuur daarom in een spaarpot stoppen. Dat geld gaat dan gebruikt worden voor bouwprojecten waardoor er minder geleend hoeft te worden.
De Universiteitsraad ging hierover in discussie met Van der Starre in een eerdere commissievergadering. Want onttrekt het bestuur op die manier niet geld dat aan onderwijs of onderzoek besteed moet worden? Van der Starre is het niet eens met die denkwijze. “De gebouwen zijn bedoeld voor onderwijs en onderzoek.”
Ruk naar rechts
Ook de verkiezingen maken de universiteit behoedzamer. Een nieuw kabinet bestaande uit PVV, NSC en BBB kan betekenen dat er na volgend jaar minder geld naar het hoger onderwijs gaat. Nu gaan in Den Haag al stemmen op om geld uit het Nationaal Groeifonds te halen. Dit fonds verdeelt 20 miljard euro in vijf jaar tijd voor onderzoek, innovatie en scholing voor structurele en duurzame economische groei. Van de 18 projecten die hieruit geld krijgen, is de UU betrokken bij 11.
De partijen zeggen ook de instroom van internationale studenten te willen verminderen wat een derving van inkomsten kan betekenen. Ook zeggen berekeningen dat het aantal jongeren in Nederland afneemt en dus ook het aantal studenten. Dat zorgt weer voor een lagere bijdrage van het rijk. Behoedzaamheid voor de komende jaren is dan ook geboden. Begin 2024 wil het universiteitsbestuur met faculteiten om tafel om de inkomsten en uitgaves samen onder de loep te nemen zodat er voor de jaren 2025 en 2026 een sluitende begroting gemaakt kan worden en elke faculteit voldoende geld in reserve heeft.
Financiële positie 2024
De discussie in deze raadsvergadering spitst zich toe over de bestemming van 4,9 miljoen euro. Dit bedrag heeft de UU extra ontvangen van het ministerie van Onderwijs en is nagekomen collegegeld. Het ministerie had op een lagere instroom van studenten gerekend dan in werkelijkheid het geval was. Het CvB wil dit geld in het huisvestingspotje stoppen, maar dat gaat in tegen de afspraak tussen het universiteitsbestuur en de U-raad dat collegegelden direct doorgesluisd worden naar de faculteiten.
Van der Starre verdedigt deze beslissing. In een eerdere versie van de begroting had het bestuur toevallig een precies even groot bedrag via het Universitaire Verdeelmodel doorgesluisd naar de faculteiten. Dit bedrag was afkomstig van gekregen rente. Na die versie werd pas bedacht een reservepotje voor huisvesting aan te leggen waar in de toekomst de spaarrente in gestopt zou worden. Toen de nabetaling van collegegelden binnenkwam dacht het CvB dit zonder problemen in de huisvestingspot te kunnen stoppen. Kwestie van labels verhangen, dus.
Stemverklaringen
Fraai vonden de U-raadsleden dit niet en dat zorgde er voor dat drie leden een stemverklaring aflegden. Studentleden Jonathan Koelewijn en Casper Bruijning zeiden dat de besprekingen met de U-raad niet helder zijn verlopen en er het een en ander is fout gegaan in de communicatie waarvoor ze verbeteringen willen zien. Zij stemden uiteindelijk wel in, net als 15 andere raadsleden.
Vijf raadsleden stemden tegen onder wie personeelslid Gert Folkers die zich tijdens eerdere vergaderingen en tijdens deze ook weer zichtbaar boos maakte. Hij legde uit waarom hij tegen stemde. “Bij vaststelling van de budgetten voor 2024 was nog de opdracht aan de faculteiten om hun reserves zo snel mogelijk in te zetten, een paar maanden later bij bespreking van de Q2 (financiële rapportage van de UU over het tweede kwartaal, red.) en later Q3 bleek dat de financiële positie van de faculteiten zeer achteruit gegaan is en dat tevens de prognose voor de reservepositie voor de faculteiten voor de middellange termijn zeer zorgwekkend is.” Hij kon dat toen al niet rijmen met het geld dat de UU uittrekt voor ICT en in mindere mate voor Asturias. Nu het CvB de collegegelden niet wil doorsluizen, vindt hij dat “onacceptabel” gezien “de krappe budgetten van de faculteiten”.