financiering hoger onderwijs

Miljoenennota: Veertig miljoen voor beter onderwijs

Het universitaire onderwijs kan beter, vindt minister Plasterk. Om de instellingen een handje te helpen stelt hij tot 2012 gemiddeld 40 miljoen euro beschikbaar. Een deel van dat geld komt uit de aardgasbaten. De universiteiten moeten daarmee hun onderwijs kleinschaliger maken, programma's voor topstudenten ontwikkelen en hun docenten bijscholen. Ook worden instellingen aangemoedigd een begin te maken met de graduate schools, waarin universiteiten 'promotieopleidingen' aanbieden. Daarvoor is met ingang van de nieuwe begroting jaarlijks twee miljoen euro beschikbaar.

Daarnaast trekt Plasterk structureel 3,3 miljoen euro uit om de studieuitval terug te dringen. Het bescheiden bedrag is ook bedoeld om meer contacturen te realiseren en meer docenten in te huren.

Over het grootste deel van het onderwijsbudget voor universiteiten is weinig nieuws te melden. Ruim 3,4 miljard euro gaat naar de reguliere 'lumpsumbekostiging': de basisfinanciering waarmee de universiteiten hun deuren openhouden. Per student geeft OCW in 2008 gemiddeld 5800 euro per jaar uit, honderd euro meer dan dit jaar. Grote herzieningen in de subsidieberekeningen laten voorlopig nog op zich wachten. In november presenteert de minister zijn strategische agenda, waarin hij met een voorstel komt voor een nieuw bekostigingssysteem.

De studiefinanciering staat voor 3,65 miljard op de OCW-begroting, wat neerkomt op een stijging van vierhonderd miljoen euro ten opzichte van 2007. Een aanzienlijk deel daarvan is toe te schrijven aan de invoering van het collegegeldkrediet (120 miljoen euro) en 'meeneembare' beurzen voor Nederlandse studenten in het buitenland (34 miljoen euro). De kosten van de ov-studentenkaart vallen in 2008 ongeveer 270 miljoen euro hoger uit dan in 2007. De simpele reden is dat de kosten voor 2007 al grotendeels waren betaald in 2006.

Voor de hogescholen is het komende jaar bijna 2,1 miljard euro gereserveerd. De bekostiging per student blijft daar net als vorig jaar steken op 5600 euro.

HOP

Geld voor huisvesting universiteit

Het bedrag wordt stapsgewijs vrijgegeven. In 2004 komt er 15miljoen, in 2005 loopt het bedrag op tot 25 miljoen euro en vanaf 2006 krijgen de universiteiten de volle 35 miljoen per jaar. Debedragen komen bovenop de 5 miljoen structureel die het kabineteerder had bestemd voor de gebouwen.

De hoge kosten voor (her-)huisvesting zijn een van debelangrijkste oorzaken voor de verslechtering van de financielepositie van universiteiten. De instellingen kregen in 1995 hetvastgoed van het rijk cadeau zonder voor de nieuwbouw en renovatiete worden gecompenseerd.

Zes instellingen sloten het afgelopen boekjaar af met eentekort. De universiteit Twente zag zich eerder dit jaar zelfsgenoodzaakt om 160 arbeidsplaatsen te schrappen. Ook deUniversiteit Utrecht sluit gedwongen ontslagen niet langer uit.

De VSNU reageert met gemengde gevoelens op de voorgenomentoekenning. Zij ziet het als een erkenning van een oud probleem,maar stelt dat de genoemde bedragen bij lange na niet voldoendezijn. De vereniging van universiteiten stelt in een position paperdat universiteiten jaarlijks 150 miljoen euro extra nodighebben.

Pas in een volgende kabinetsperiode zal een beslissing wordengenomen over de extra middelen. Het Utrechtse college van bestuurziet in het voornemen vooralsnog geen reden de aangekondigdebezuinigingen aan te passen.

HOP, Peter Hanff/XB

 

Bezuinigen treffen universiteit én student

Hermans gaat de afspraken uit het regeerakkoord zonder mankerenuitvoeren. Dat betekent voor de universiteiten en de studenten datzij moeten meebetalen aan de bezuinigingen die de geheleoverheidssector zijn opgelegd.

Het extra geld voor studiefinanciering gaat Hermans gebruikenvoor het versoepelen van de leeftijdsgrens. Nu verliest een studenthet recht op beurs of lening als hij 27 jaar wordt. Straks behoudthij dat recht, als hij maar vóór zijn 25-ste aan destudie begonnen is. Dat kost 35 miljoen. De verhoging van deprestatienorm in het eerste jaar gaat niet door, en dat kostHermans 28 miljoen. Daardoor houdt een student die in zijn eerstejaar tenminste 21 studiepunten haalt zijn beurs. Ritzen had dienorm willen verhogen naar 28 punten. Nog eens 10 miljoen gulden isHermans kwijt aan mildere regels voor eerstejaars met eenaanvullende beurs. Als die niet genoeg punten halen, hoeven zevoortaan alleen hun basisbeurs, en niet ook nog hun aanvullendebeurs terug te betalen.

De universiteiten moeten in 1999 rekenen op een bezuiniging van25 miljoen gulden; in het jaar 2002 is dat bedrag opgelopen totruim 100 miljoen. Deze bedragen komen bovenop een bezuiniging van200 miljoen die het vorige kabinet de universiteiten al hadopgelegd. Voor Utrecht komt dat naar verwachting neer op eenkorting die zal oplopen van 3 à 4 miljoen gulden komend jaartot minstens twintig miljoen in 2002. Meer duidelijkheid daaroverkrijgt de UU eind deze week van het ministerie.

Daarnaast hangt de universiteiten nog een korting boven hethoofd op het gebied van de ziektekosten. Het kabinet wil namelijkdat de overheidssector - waaronder de universiteiten - minder gaatmeebetalen aan de ziektekostenverzekering van haar werknemers. Eenbedrag daarvoor is nog niet in de begroting opgenomen.

Hoeveel Hermans per saldo voor de OV-kaart kwijt is, staat nogevenmin vast. Dat studenten de keus houden tussen een week- of eenweekendkaart, kost hem 170 miljoen gulden méér dan ervorig jaar voor de kaart was uitgetrokken. Ritzen ging er destijdsnog van uit dat hij een goedkoop contract met deopenbaar-vervoersbedrijven kon sluiten,zonder vrije keus.

Een deel van de extra uitgaven komt ooit terug in de kas van hetministerie. Studenten die niet genoeg punten halen, moeten in detoekomst namelijk niet alleen hun basisbeurs, maar ook de kostenvan hun OV-kaart terugbetalen. Dat gaat hen ongeveer 85 gulden permaand kosten. Maar het ministerie kan de opbrengst van dezemaatregel pas ver na het jaar 2000 boeken.

HOP, HO