Begroting 2025 verdeelt Universiteitsraad
Financiën universiteit nog omgeven met grote onzekerheden
In het nieuwe kalenderjaar gaat de UU 35,1 miljoen euro bezuinigen. Dat heeft het universiteitsbestuur nu met de universiteitsraad afgesproken. De bezuinigingen kunnen tot 2029 nog oplopen tot 70 of 80 miljoen euro is de verwachting. Deze voorspelling is net als de begroting voor 2025 met grote onzekerheden omgeven.
Zeker is dat in 2025 veel zaken duurder worden, waardoor bepaalde vaste lasten stijgen. De inflatie wordt geschat op 3 tot 4 procent, maar in sommige sectoren kan deze wel 10 procent zijn, denkt het universiteitsbestuur. Daarnaast krijgen alle universitaire medewerkers er 1 procent salaris bij per januari wat niet voor alle salarissen gecompenseerd wordt door de overheid.
Ook is de verwachting dat er volgend jaar minder inkomsten zijn van de overheid, zo wordt geschat dat het aantal nieuwe studenten daalt. De financiering van de rijksoverheid is onder meer gebaseerd op het aantal studenten dat een universiteit heeft. Daarnaast krijgt de universiteit last van de Haagse bezuinigingen op onderwijs. De bedroegen aanvankelijk 1 miljard maar zijn nu teruggebracht. De Tweede Kamer is inmiddels akkoord, maar de Eerste Kamer gaat na het kerstreces pas stemmen over de onderwijsbegroting van minister Bruins. In de begroting van de UU is geen rekening gehouden met deze wijziging, want deze boodschap kwam nadat de begroting van de UU was opgesteld en nadat de U-raad hierover had vergaderd. Eventuele consequenties moeten nog bestudeerd worden.
De bezuiniging zou dus nog iets kunnen meevallen voor 2025. Mocht dat het geval zijn, dan krijgen de faculteiten en diensten daar elk hun deel van, beloofde vicevoorzitter Margot van der Starre tijdens de vergadering met de Universiteitsraad op 9 december. Maar er kunnen ook nog tegenvallers aankomen. Zo is in de begroting geen rekening gehouden met de gevolgen van een eventuele invoering van de langstudeerboete en de gevolgen van het invoeren van de Wet internationalisering in balans. Nu lijkt de langstudeerboete van de baan, maar onduidelijk is wat dit betekent voor de universiteiten. Dit omdat het ministerie de bezuiniging die met deze boete bereikt moest worden, al had ingeboekt. Ook over het terugdringen van Engels in het hoger onderwijs en de instroom van internationale studenten moet nog worden gestemd. Deze wet kan gevolgen hebben voor onder meer de instroom en daarmee voor de inkomsten van de UU.
Aantal banen loopt al terug
Voor alle faculteiten en diensten hebben de bezuinigingen grote gevolgen. De meeste faculteiten teren flink in op hun reserves. De hele universiteit heeft inmiddels een selectieve vacaturestop ingevoerd. Nadat het aantal banen in 2023 nog groeide, is het aantal voltijdsbanen dit jaar al gedaald met een procent en dit percentage loopt op tot 4 procent eind 2027. De verwachting is dat er 378 voltijdsbanen met een vast contract verdwijnen.
Waar volgend jaar grote klappen vallen is bij de UBD die vanwege het karakter van de dienst geen reserves mag hebben en 14,7 miljoen moet bezuinigen en natuurlijk bij Geesteswetenschappen. Ook is er minder geld beschikbaar voor het vastgoed, omdat er maximaal 15 procent van de omzet hieraan uitgegeven mag worden per jaar. Als de omzet daalt, daalt dus ook het bedrag dat aan huisvestingsplannen uitgegeven mag worden.
Verschil van mening tussen u-raadsleden
De Universiteitsraad vergaderde maandag 9 december over de begroting, dus voordat de kabinet een compromis had gesloten met een meerderheid in de Tweede Kamer. De leden blijken verdeeld. Personeelslid en econoom Frank van der Salm stemt in. Hij vindt de begroting “solide en degelijk”. Hij ziet dat de meeste faculteiten “financieel solide” zijn en vertrouwt op het woord van het universiteitsbestuur dat Geesteswetenschappen gesteund wordt als gedwongen ontslagen noodzakelijk blijkt. Hij ziet ook dat er al pijnlijke keuzes zijn gemaakt in de hele universiteit; in de rapportage van het derde kwartaal van de UU ziet hij een sterke daling van het tijdelijke personeel. Hij betwijfelt wel of de bezuiniging op het honours onderwijs wijs is, omdat die “maar voor 1,3 miljoen” is ingeboekt.
Van der Salm vindt het vreemd dat de U-raad vandaag om instemming wordt gevraagd, terwijl de Dienstraad nog een advies moet uitbrengen over de begroting van de UBD en daarmee dus de bezuiniging van 14,7 miljoen die naar verwachting nog oploopt in de jaren na 2025. Hij vindt dit veel, maar vraagt zich af of er bij de UBD niet toch meer te halen valt.
Personeelslid namens de bèta’s Gerhard Blab gaat niet akkoord met de begroting en stemt tegen. Ten eerste vindt hij het een probleem dat de begroting niet stoelt op de kaderbrief die in het voorjaar is gemaakt. De kaderbrief biedt inzicht in de te verwachten inkomsten van het rijk over het nieuwe begrotingsjaar en de twee jaren daaropvolgend en vormt de basis voor de begroting van de verschillende faculteiten en diensten. Nadat de kaderbrief was gemaakt, werd er in de Haagse onderwijsbegroting geschoven met posten waarop bezuinigd wordt. Die leken pas definitief tijdens de presentatie van de Miljoenennota op Prinsjesdag. Volgens de universitaire regels zou het bestuur de kaderbrief dus hebben moeten aanpassen.
Ten tweede vindt Blab de opgelegde bezuiniging voor 2025 te groot en vindt dat er te snel en zonder visie gesneden is in uitgaven. Hij snapt dat het universiteitsbestuur wil anticiperen op landelijke bezuinigingen maar ziet geen reden om dat nu al zo fors te doen, zeker omdat politiek Den Haag er ook nog niet uit is. “Daardoor is er nu al veel onrust ontstaan en structurele schade veroorzaakt op de werkvloer.” Waarmee hij onder meer doelt op de selectieve vacaturestop waardoor de werkdruk al is opgelopen. Hij vreest dat er overhaaste beslissingen zijn genomen terwijl de schade voor 2025 beperkt had kunnen blijven. Komend jaar had in alle rust nagedacht kunnen worden over bezuinigingsmaatregelen.
Van hoofdlijnenakkoord naar regeerakkoord naar Miljoenennota
Het universiteitsbestuur zegt niet anders te hebben kunnen en willen handelen. De kaderbrief ging uit van het hoofdlijnenakkoord en na die tijd hebben alle universiteiten lopen lobbyen om de pijn te verzachten. “We probeerden de sectorplannen en de starters- en stimuleringsbeurzen te behouden. We hebben de raad mondeling geïnformeerd over de veranderingen, omdat we niet wisten hoe we dat anders hadden moeten doen”, zegt Van der Starre. Toen de onderdelen hun begroting indienden, was dat nog voor Prinsjesdag, de dag waarop meer duidelijk werd over de bezuinigingen. Daarna kwamen ook nog de onderhandelingen met de oppositiepartijen die tot wijzigingen leiden.
Rector Henk Kummeling reageert op de opmerking van Van der Salm over het schrappen van het facultaire honoursonderwijs. “Door het aanpassen van het onderwijsmodel kunnen we het honoursonderwijs afschaffen.”
Verder bezuinigen op de UBD is volgens de rector niet verstandig. “Dan snijden we in de dienstverlening die met name onderwijs en onderzoek raken. We willen samen met de faculteiten kijken welke dienstverlening we in de lucht willen houden, bijvoorbeeld als het gaat om de begeleiding aan studenten. We moeten voorzichtig zijn met de gedachte dat op de UBD meer te bezuinigen is.”
Er blijft dit jaar waarschijnlijk geld over
Voorzitter Anton Pijpers vraagt zich af waar Gerhard Blab heeft gehoord dat faculteiten vinden dat er te veel en te snel wordt bezuinigd. “Dat is niet aan ons terug gekoppeld.”
Blab zegt dat hij die conclusie kan trekken als hij ziet hoe de faculteiten en diensten er financieel voorstaan na het derde kwartaal, de zogeheten Q3-rapportage. “Ik zie dat faculteiten veel minder hebben uitgegeven dat ze vorig jaar hadden begroot. We zien ook dat vacatures niet worden ingevuld. De faculteiten zijn in crisismodus geschoten. Het probleem is hoe de opdracht van het college wordt waargenomen op de werkvloer.”
In de Q3-rapportage is te lezen dat verwacht werd dat het zogeheten exploitatieresultaat 4,7 miljoen is, maar het gerealiseerde bedrag uitkomt op 26,6 miljoen euro. Van der Salm ziet de “meevaller” ook. “Maar dat doet niet af aan de noodzaak tot bezuinigen.”
Collegevoorzitter Pijpers zegt dat als er aan het einde van het jaar geld overblijft dit naar de reserves gaat van de faculteiten die minder hebben uitgegeven dan begroot.
Onnodige schade
Personeelslid Gert Folkers van de Bètafaculteit heeft net als Blab bezwaar tegen de procedure. Hij vindt het bovendien storend dat de “adviserende rol van de U-raad niet ten volle benut is” en niet is gevraagd mee te denken over de wijze waarop de universiteit kan bezuinigen. “Er had een andere beslissing genomen kunnen worden.” De miljoenen die niet van de reserves betaald kunnen worden en waar bezuinigingen voor nodig zijn, hadden uit de risicomarge betaald kunnen worden en van het geld dat dit jaar overblijft, zegt hij. De risicomarge is een potje van het universiteitsbestuur waaruit calamiteiten gedurende een kalenderjaar betaald kunnen worden. Daar zit elk jaar - en dus ook in 2025 - 5 miljoen in. “Als we dat hadden gedaan, dan hadden we rustig kunnen nadenken over de bezuinigingen. De druk die het college op de faculteiten legt, sijpelt door naar de departementen en die gaan vervolgens bezuinigen op personeel. En dat had mijns inziens niet gehoeven.” Personeelslid Erna van Wilsem sluit zich aan bij Folkers. “Er is al schade aangericht. Als ik zie dat Q3 positief is, denk ik dat die voorkomen had kunnen worden en dat vind ik zorgelijk.” Folkers stemde niet in, Wilsem deed dit na twijfel wel.
Van der Starre zegt dat alle faculteiten in november hadden kunnen aangeven dat het ze niet zou lukken. “Maar die indruk gaven ze ons niet. Het was te doen. De faculteiten kunnen eigenlijk redelijk goed door. Alleen bij vastgoed, UBD en Geesteswetenschappen zijn er problemen.”
Anton Pijpers vindt dat er van paniekvoetbal geen sprake is. “Ze mochten reserves aanspreken en dat hebben ze gedaan.”
Studentlid Saban Caliskan steunt de personeelsleden die het over paniekvoetbal hebben. Volgens hem zien veel UU’ers de bezuinigingsopdracht als een dreigend ontslag.
Snoeien met beleid
Volgens Van der Starre blijft het gesprek gaande hoe de bezuinigingen precies worden ingekleed. Het bestuur wil met name snoeien in zaken die de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek niet aantasten. Maar er zullen volgens haar een aantal “nee-keuzes” gemaakt moeten worden. “Moeten we alle programma’s en projecten voortzetten?” Als het gaat om de ondersteuning kan bijvoorbeeld bespaard worden op menskracht en licenties als het aantal IT-applicaties die allemaal hetzelfde doen, wordt teruggebracht. “En hoeveel geheugenopslag hebben we echt nodig?” De kosten hiervan groeien elk jaar. Ook wordt gedacht om minder zzp’ers in te huren, of zzp’er in dienst te nemen wat scheelt in personeelskosten.
Ook als het gaat over welke bouwprojecten prioriteit krijgen, zal in het voorjaar nader overleg volgen met de raad, zegt ze. “Wat we niet gaan stopzetten zijn de werkzaamheden voor het Kruytgebouw, diergeneeskunde en het Van Unnik. We kunnen eventueel wel het tempo vertragen en naar de investeringen kijken.”
In februari zegt Anton Pijpers worden de ideeën voor de korte termijn besproken en dat kan, vult Henk Kummeling aan, een brainstormsessie met de raad zijn.
Na een korte schorsing waarin de U-raadsleden met elkaar overleggen over de begroting van 2025 wordt er gestemd: 16 leden stemmen in, 7 doen dat niet.
NB: Drie dagen na deze U-raadsvergadering keurde ook de Raad van Toezicht de begroting voor 2025 goed.