financien uu

Aan het eind van elk kalenderjaar maakt het universiteitsbestuur een begroting voor het jaar daarop waarin het bestuur een schatting maakt van de inkomsten en uitgaven. De Universiteitsraad heeft op de begroting instemmingsrecht.

Elk kwartaal wordt de Universiteitsraad door middel van een kwartaalrapportage - genaamd Q1, Q2, Q3, Q4 - op de hoogte gehouden of de uitgaven in de pas lopen met de voorspelling in de begroting of dat er bijvoorbeeld bijgestuurd moet worden. Deze kwartaalrapportages worden gevolgd door een jaarrekening wat inzicht geeft in de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven van de Universiteit Utrecht van het afgelopen jaar.

Elk voorjaar wordt de zogeheten kaderbrief besproken met de Universiteitsraad. Hierin geeft de universiteit een voorspelling over de basisinkomsten voor de komende drie jaar en biedt enig inzicht in de financiële ruimte van de UU. De faculteiten en andere universitaire onderdelen gebruiken de kaderbrief om hun begroting voor het komende jaar te maken .

'Bezuinigingsdruk zal nog jaren aanhouden'

Collegelid Wim Kardux over toekomst UU

Na alle sombere berichten over bezuinigingen en reorganisaties die de afgelopen maanden in deze kolommen zijn verschenen, biedt de begroting zelf nog maar weinig nieuws. Tot 2006 blijft de universitaire exploitatie een tekort vertonen. Daarna moeten de bezuinigingen in faculteiten en diensten de kosten zover hebben teruggedrongen dat weer voorzichtig kan worden gedacht aan het aanvullen van de lege universitaire kas.

Een teleurstelling is dat het tekort over het lopende boekjaar met ruim 16 miljoen euro aanzienlijk hoger zal uitvallen dan eerder werd verwacht. Als voornaamste oorzaak voor die tegenvaller noemt collegelid Wim Kardux het feit dat de verwachtingen over het effect van de bezuinigingen te hooggespannen zijn geweest. "Het kost heel veel tijd om een reorganisatie op een sociaal verantwoorde manier door te voeren. Dat merken we aan den lijve als het gaat om de Bestuursdienst en het is dus logisch dat het ook bij andere diensten en in faculteiten niet zo snel gaat als we hadden gehoopt. Inmiddels hebben alle onderdelen echter duidelijke plannen gepresenteerd om hun tekort terug te dringen. Wij hebben dan ook goede hoop dat zij hun begroting over een paar jaar op orde hebben."

Vanaf 2007 kunnen we dus weer voorzichtig aan een positief resultaat gaan denken, maar intussen is de kas leeg en moet de universiteit de komende jaren vele miljoenen lenen. Zo veel reden voor optimisme is er dus niet.

"Dat klopt. Zoals we al eerder hebben duidelijk gemaakt, stijgen de huisvestingslasten zo sterk dat we volgend jaar al door onze financiële reserves heen zijn. En dat gaat nog wel even door. We moeten komend jaar al 75 miljoen euro lenen om rond te komen en daar zal het zeker niet bij blijven."

Is dat niet riskant?

"Op zich niet, want we zijn nog voldoende solvabel, zoals dat heet. De banken blijken meer dan bereid om ons het geld tegen een aantrekkelijke rente te verstrekken. Maar door die leningen, krijgen we wel te maken met een forse rentelast, die we de komende jaren uit de exploitatie zullen moeten betalen. We kunnen dus niet zo doorgaan."

Er mag de komende jaren dus eigenlijk niets meer mis gaan.

"De situatie is inderdaad nog allesbehalve rooskleurig. Ik verwacht weliswaar dat we de komende jaren de nodige efficiencywinst kunnen boeken door het inrichten van gezamenlijke servicecentra voor faculteiten en diensten. Maar veel zal afhangen van de vraag of de onderdelen nu zo doordrongen zijn van de ernst van de situatie dat ze serieus werk gaan maken van de door ons opgelegde bezuinigingen."

Maar dat laat onverlet dat zich op het terrein van de huisvesting weer nieuwe tegenvallers kunnen voordoen.

"Dat verwacht ik niet. Het lijkt er op dat we nu echt alle problemen in onze gebouwen in kaart hebben gebracht. Maar dat neemt niet weg dat we alles op alles zullen moeten zetten om de huisvestingskosten nu verder in de hand te houden. Vandaar ook dat we onlangs hebben besloten om een aantal plannen uit te stellen. Anders was een nieuwe bezuinigingsronde onvermijdelijk geweest."

Met als gevolg, om de begroting te citeren, 'dat de kwaliteit van een deel van de huisvesting voor een langere periode onder het gewenste niveau zal blijven en dat de risico's ten aanzien van de bedrijfszekerheid in een aantal gebouwen zullen oplopen'.

"Dat klopt. Uiteraard garanderen we de veiligheid van medewerkers en studenten, maar ideaal is anders. Wat de installaties betreft balanceren we in sommige gebouwen op het randje."

In de begroting staat dat het Kruytgebouw tot 2016 in gebruik zal blijven. Wat gebeurt er daarna mee?

"Dan zal het, net als het Wentgebouw, worden afgestoten en vervangen door nieuwbouw aan de westkant van De Uithof. Ook het Androclusgebouw van Diergeneeskunde zal in diezelfde periode worden vervangen door nieuwbouw. Voor al die ruim dertig jaar oude gebouwen geldt dat renovatie zo duur wordt, dat je er beter nieuwbouw voor in de plaats kunt zetten."

Wat betekent dat voor de bestaande gebouwen, met name voor het Wentgebouw dat al in 2009 zal worden afgestoten?

"Dat is een vraag, waarover we ons nu snel moeten buigen. We hopen uiteraard een nieuwe gebruiker te kunnen vinden. Zo niet, dan zit er weinig anders op dan het gebouw te slopen."

Tot slot, hoe lang gaat het nog duren voordat de UU weer financieel gezond is?

"Dat is moeilijk te zeggen. Alleen al op het gebied van de huisvesting verwacht ik dat we nog jaren nodig hebben om de afschrijvingen en de investeringen permanent in evenwicht te krijgen. Maar ook als dat ons lukt en als we intussen verschoond blijven van nieuwe verrassingen uit Den Haag, zullen onderzoek en onderwijs nog lange tijd onder een forse bezuinigingsdruk moeten leven. Voorlopig is er dus weinig reden voor optimisme."

EH

 

Universiteit nog tot 2006 in rode cijfers

Hoofdoorzaak voor het tekort is het feit dat de aan de faculteiten en diensten opgelegde bezuinigingen pas vanaf volgend jaar hun beslag gaan krijgen. Tot die tijd eisen de Haagse kortingen en de sterk gestegen huisvestingskosten hun tol. Dat het tekort over het huidige boekjaar nog aanzienlijk hoger uitvalt dan werd verwacht, wijt het college van bestuur mede aan de door verschillende oorzaken onverwacht sterk gestegen personeelslasten.

Uit de aan de begroting gekoppelde meerjarenprognose blijkt dat de universiteit pas vanaf 2007 in rustiger vaarwater terecht komt. Wel moet tot 2009 een bedrag van ongeveer 335 miljoen euro worden geïnvesteerd in renovatie van bestaande gebouwen en in nieuwbouw voor het Wentgebouw. Een aanzienlijk deel van dat bedrag moet op de kapitaalmarkt worden geleend. Tot nu toe heeft de universiteit al leningen ter waarde van 75 miljoen euro afgesloten.

Uit het aan huisvesting gewijde begrotingshoofdstuk blijkt dat niet alleen het Wentgebouw door nieuwbouw zal worden vervangen, zoals het U-blad vorige week meldde. Op wat langere termijn zullen ook het Kruytgebouw (Biologie en Scheikunde) en het Androclusgebouw (Diergeneeskunde) van de hand worden gedaan. Volgens de nu bekende planning moet rond 2016 voor die twee gebouwen vervangende nieuwbouw beschikbaar komen.

In een interview in het Ublad van 18 november legt collegevoorzitter Kardux uit dat die keuze is gemaakt ‘omdat renovatie van de verouderde gebouwen zo duur wordt, dat je er beter nieuwbouw voor in de plaats kunt zetten’. Nog niet bekend is wat er met het Went-. Kruyt- en Androclusgebouw gaat gebeuren.

EH