De Utrechtse School voor post-doctoraal onderwijsgaat haar activiteiten volgend jaar fors inkrimpen. Dat blijkt uitde vorige week gepubliceerde universitaire begroting 1999. Ging in1997 nog ruim negen ton om aan de Admiraal Helfrichlaan, voorkomend jaar ligt dat bedrag op zes ton.
Directeur L. Schöningh van De Utrechtse School stelt metklem dat er slechts sprake is van een tijdelijke teruggang in deactiviteiten van DUS, dat op dit moment alleen de tweejarigeleergang 'Politie Leiderschap' onder haar hoede heeft. Daarnaast isDUS betrokken bij een soortgelijke opleiding voor de top van debrandweer. Volgens Schöningh vindt dit jaar een heroverwegingplaats van het activiteitenpakket van DUS, waarbij minder de nadrukzal komen te liggen op het traditionele post-academisch onderwijsen meer op een nieuw faculteitsgrens-overschrijdend aanbod. Halfnovember zal het college zich uiitspreken over de plannen enSchöningh verwacht na 1999 dan ook weer een toename van deDUS-activiteiten.
De teruggang in de activiteiten van De Utrechtse School vormteen van de weinige opvallende posten in een universitairebegroting, die verder vooral rust en voorzichtig optimismeuitstraalt. Rust, omdat faculteiten en diensten dit jaar niethoeven te vrezen voor een extra korting; optimisme omdatverschillende onderdelen in de afgelopen jaren forse eigeninkomsten blijken te hebben gehad, waardoor de universitairebedrijfsreserve met een bedrag van 265 miljoen gulden op dit momentgoed op peil is. Vooral Natuur- en Sterrenkunde en Scheikunde warengrootverdieners. De twee middelgrote bèta-faculteiten hieldenin 1997 elk bijna vijf miljoen gulden over, zo blijkt uit debegroting, die duidelijk maakt dat ook het ACCU vorig jaar met eenoverschot van 2,5 miljoen gulden niet slecht heeft geboerd.
Dankzij de eigen inkomsten, die jaarlijks nog met gemiddeld vijfprocent toenemen, kunnen de faculteiten de teruglopendecollegeldinkomsten en andere kortingen op dit moment zonder veelproblemen opvangen. Toch waarschuwt het college voorzelfgenoegzaamheid. Met name voor de bouw van de nieuweUniversiteitsbibliotheek en het Instituut voor ToegepasteGeowetenschappen en voor de verbouwing van Diergeneeskunde en hetWentgebouw zijn de komende jaren enorme bedragen nodig, die vooreen deel door de onderdelen zelf zullen moeten worden opgebracht.Een verdere verhoging van de eigen inkomsten moet dan ook mogelijkzijn, aldus het college dat de faculteiten waarschuwt om in ditopzicht nog'scherper aan de wind' te gaan varen.
EH