financien uu

Aan het eind van elk kalenderjaar maakt het universiteitsbestuur een begroting voor het jaar daarop waarin het bestuur een schatting maakt van de inkomsten en uitgaven. De Universiteitsraad heeft op de begroting instemmingsrecht.

Elk kwartaal wordt de Universiteitsraad door middel van een kwartaalrapportage - genaamd Q1, Q2, Q3, Q4 - op de hoogte gehouden of de uitgaven in de pas lopen met de voorspelling in de begroting of dat er bijvoorbeeld bijgestuurd moet worden. Deze kwartaalrapportages worden gevolgd door een jaarrekening wat inzicht geeft in de daadwerkelijke inkomsten en uitgaven van de Universiteit Utrecht van het afgelopen jaar.

Elk voorjaar wordt de zogeheten kaderbrief besproken met de Universiteitsraad. Hierin geeft de universiteit een voorspelling over de basisinkomsten voor de komende drie jaar en biedt enig inzicht in de financiële ruimte van de UU. De faculteiten en andere universitaire onderdelen gebruiken de kaderbrief om hun begroting voor het komende jaar te maken .

Meevaller van veertig miljoen

De opvallend forse omvang van het exploitatieoverschot over 1998 blijkt uit de onlangs door het college van bestuur gepubliceerde jaarrekening. De cijfers laten zien dat op centraal niveau achtmiljoen gulden werd overgehouden, terwijl bij de faculteiten en diensten in totaal 28 miljoen gulden meer binnenkwam dan werd uitgegeven. De totale begroting van de universiteit beloopt bijnanegenhonderd miljoen gulden.

Een belangrijke verklaring voor het hoge overschot vormt de sterke stijging van de inkomsten uit contractactiviteiten. In totaal verrichtte de universiteit in 1998 voor 221 miljoen gulden aan werk voor derden, waarvan voor 99 miljoen aancontractonderzoek.

Hoewel de meevaller in dank wordt aanvaard, constateert het college van bestuur toch dat er kennelijk iets mis is met de manier waarop faculteiten en diensten hun begroting opstellen. Een aantalramingen is duidelijk van onvoldoende kwaliteit, aldus eenbegeleidende brief, en met de betreffende onderdelen is inmiddelsafgesproken dat zij een beter kloppende begroting voor het jaar2000 inleveren. Ook moeten de onderdelen zorgen dat het college zosnel mogelijk na 1 juli de beschikking heeft over betrouwbare halfjaarcijfers, waarmee bij het opstellen van een gewijzigdebegroting rekening kan worden gehouden.

EH

 

Uraad eist zeggenschap over meerjarenbegroting

Centraal in de plannen van het college staat het voornemen om inUtrecht een meerjarenbegroting in te voeren. Op dit moment werkt deuniversiteit met een éénjarige begroting die jaarlijks indecember wordt vastgesteld. Dat gebeurt op basis van een in junivan hetzelfde jaar geactualiseerd meerjarenperspectief (IFS). Sindsde invoering van de nieuwe hoger onderwijs wet MUB in 1997 mag deUniversiteitsraad over de begroting alleen nog maar advies geven.Voor het vaststellen van het IFS heeft het college van bestuurechter nog wel de instemming van de Universiteitsraad nodig.

Om de financiële planning beter te stroomlijnen heeft hetcollege nu besloten om het IFS af te schaffen en in plaats daarvaneen meerjarenbegroting in te voeren. Op zich heeft niemand daarproblemen mee. Waar de Universiteitsraad echter wel bezwaar tegenmaakt is dat zij daardoor het instemmingsrecht over het langetermijnbeleid kwijt dreigt te raken en zich voortaan zou moetenbeperken tot het geven van een betrekkelijk vrijblijvendadvies.

In een uitgebreide commissievergadering maakte deUniversiteitsraad maandagavond duidelijk niet akkoord te zullengaan met een zo vergaande inperking van zijn bevoegdheden. "Wil deRaad een volwaardige gesprekspartner van het college van bestuurblijven, dan dient over zo'n essentieel onderwerp als hetmeerjarenbeleid ook echt serieus te kunnen worden meebeslist", zeistudent Roy Erkens, die namens de voltallige U-raad het woordvoerde.

Rector Voorma reageerde verbaasd op de stellingname van deraadsleden, omdat er naar zijn mening eigenlijk niets aan de handis. "De meerjarenbegroting wordt vastgesteld op basis van onsnieuwe bekostigingsmodel. En dat wordt ter instemming aan uvoorgelegd. De begroting zelf is niet meer dan een technischeuitwerking van dat model. Dus ik zie het probleem eigenlijk nietzo." Maar die uitleg was de raad wat al te simpel."Instemmingsrecht is een belangrijke bevoegdheid. Die geven wijniet graag uit handen", stelde personeelsvertegenwoordiger dr.André Manders. "Het college van bestuur zegt zelf dat het onzebevoegdheden niet doelbewust wil inperken. Dan kan het toch geenprobleem zijn om ons instemmingrecht te geven ten aanzien van demeerjarenbegroting?"

Verrast door de forse tegenstand zegde secretaris Kardux toe dathet college van bestuur nog een keer goed naar het voorstel zalkijken. "We zullen ons beraden. Maar dat betekent nog niet dat weuw suggestie één twee drie zullen overnemen."

EH

 

Raad Rechten niet akkoord met begroting

Hoofdpunt van kritiek vormde het bestuursbesluit om zonder enigevoorafgaande discussie met de raad de bestuurs- en beheerstaak uitde functieomschrijving van het personeel te schrappen. De 0,2 ftedie hoogleraren en senior docent/onderzoekers tot nu toe terbeschikking hadden voor bestuurlijke taken worden toegevoegd aanhun onderzoekstijd, terwijl junioren er onderwijstijd bijkrijgen.

Volgens het faculteitsbestuur spoort dit besluit met de nieuweuniversitaire wet MUB en met de Utrechtse WP-FLOW regeling, waarinbestuurs- en beheerstaken niet meer apart staan vermeld. Datbetekent natuurlijk niet dat bestuurlijke taken niet meer zullenworden uitgevoerd of dat de werkdruk hoger zal worden, stelt hetbestuur. Het onderwijsbestuur en de leiding van het facultaireonderzoeksinstituut zullen bij de inzet van docenten enonderzoekers vanzelfsprekend rekening houden met binnen dedisciplinegroep gemaakte afspraken over bestuurlijk werk.

In de faculteitsraad werd met de nodige scepsis op dezegeruststellende woorden gereageerd. Verschillende sprekers zeidente vrezen dat de werkdruk in de praktijk wel degelijk hoger zalworden omdat personeelsleden ongetwijfeld geacht wordenbestuurstaken meer in hun vrije tijd uit te voeren.

De raadsleden eisten een inhoudelijke discussie in devergadering van februari alvorens met de begroting te kunneninstemmen. In die vergadering zal het bestuur ook meer uitlegmoeten geven over de in de ogen van verschillende raadsleden welerg forse verhoging van de compensatie voor bestuurswerk. Tenslottewil de raad zijn zegje kunnen doen over de plannen om aio'svoortaan een honderd procent onderzoeksaanstelling te geven.Volgens het bestuur was dat besluit al een half jaar geleden in deraad genomen, maar geen van de aanwezige raadsleden kon zich daariets van herinneren.

Utrechtse School doet stap terug

De Utrechtse School voor post-doctoraal onderwijsgaat haar activiteiten volgend jaar fors inkrimpen. Dat blijkt uitde vorige week gepubliceerde universitaire begroting 1999. Ging in1997 nog ruim negen ton om aan de Admiraal Helfrichlaan, voorkomend jaar ligt dat bedrag op zes ton.

Directeur L. Schöningh van De Utrechtse School stelt metklem dat er slechts sprake is van een tijdelijke teruggang in deactiviteiten van DUS, dat op dit moment alleen de tweejarigeleergang 'Politie Leiderschap' onder haar hoede heeft. Daarnaast isDUS betrokken bij een soortgelijke opleiding voor de top van debrandweer. Volgens Schöningh vindt dit jaar een heroverwegingplaats van het activiteitenpakket van DUS, waarbij minder de nadrukzal komen te liggen op het traditionele post-academisch onderwijsen meer op een nieuw faculteitsgrens-overschrijdend aanbod. Halfnovember zal het college zich uiitspreken over de plannen enSchöningh verwacht na 1999 dan ook weer een toename van deDUS-activiteiten.

De teruggang in de activiteiten van De Utrechtse School vormteen van de weinige opvallende posten in een universitairebegroting, die verder vooral rust en voorzichtig optimismeuitstraalt. Rust, omdat faculteiten en diensten dit jaar niethoeven te vrezen voor een extra korting; optimisme omdatverschillende onderdelen in de afgelopen jaren forse eigeninkomsten blijken te hebben gehad, waardoor de universitairebedrijfsreserve met een bedrag van 265 miljoen gulden op dit momentgoed op peil is. Vooral Natuur- en Sterrenkunde en Scheikunde warengrootverdieners. De twee middelgrote bèta-faculteiten hieldenin 1997 elk bijna vijf miljoen gulden over, zo blijkt uit debegroting, die duidelijk maakt dat ook het ACCU vorig jaar met eenoverschot van 2,5 miljoen gulden niet slecht heeft geboerd.

Dankzij de eigen inkomsten, die jaarlijks nog met gemiddeld vijfprocent toenemen, kunnen de faculteiten de teruglopendecollegeldinkomsten en andere kortingen op dit moment zonder veelproblemen opvangen. Toch waarschuwt het college voorzelfgenoegzaamheid. Met name voor de bouw van de nieuweUniversiteitsbibliotheek en het Instituut voor ToegepasteGeowetenschappen en voor de verbouwing van Diergeneeskunde en hetWentgebouw zijn de komende jaren enorme bedragen nodig, die vooreen deel door de onderdelen zelf zullen moeten worden opgebracht.Een verdere verhoging van de eigen inkomsten moet dan ook mogelijkzijn, aldus het college dat de faculteiten waarschuwt om in ditopzicht nog'scherper aan de wind' te gaan varen.

EH