Scheidend hoofdredacteur blikt terug op 15 jaar DUB

'Het is de functie van DUB om te laten zien wat er speelt in de universitaire gemeenschap'

Dag dag Ries Foto: Ivar Pel
Ries Agterberg: ‘ Ook binnen de Utrechtse universitaire gemeenschap zijn uitersten te horen’ Foto's: Ivar Pel

Eén keertje ben ik als student geïnterviewd door het papieren  Ublad. Ik was student Nederlands en liet in 1986 mijn stem horen over het gebrek aan docenten bij de opleiding. Op de voorpagina nog wel. “Er zijn werkgroepen waarop negentig mensen inschrijven, maar waaraan uiteindelijk maar vijftien studenten kunnen deelnemen,” vertelt student Ries Agterberg.  Blijkbaar niets nieuws onder de zon want nog altijd is er een tekort aan docenten en kunnen studenten niet elke cursus volgen die ze zouden willen.

Het is een mooi voorbeeld van het werk van een universiteitsblad. Problemen die studenten of docenten ervaren kunnen in het blad aan de orde gesteld worden. Bestuurders worden ter verantwoording geroepen en regelmatig leidt dat tot bewustwording van wat er speelt op de universiteit en soms ook tot een verbetering van de situatie. 

Podium voor talent
Begin jaren 90 deed ik mijn eerste journalistieke ervaring op bij het Ublad. Veelal met recensies van voorstellingen en interviews over cultuur. Een van mijn eerste artikelen was een interview met de Utrechtse student Ronald Giphart. Ik bezocht hem in het Overvechtziekenhuis waar hij verscholen zat achter een grote balie. Tijdens zijn diensten als nachtportier had hij gewerkt aan zijn eerste roman  Ik ook van jou , een studentikoos boek over een best wel zwaar onderwerp. 

Dit is ook een functie van een universiteitsblad, vind ik: het bieden van een podium aan studenten met talent. Door ze de gelegenheid te bieden om zelf te schrijven of ze in de etalage te zetten wanneer ze tijdens de studietijd met bijzondere initiatieven komen, op wat voor gebied dan ook.

Na omzwervingen bij de universiteitsbladen Mare uit Leiden en Univers uit Tilburg, kreeg ik in 2010 de kans om terug te keren op het oude honk. In al die jaren was er veel veranderd, maar ook opvallend veel hetzelfde gebleven. Ter afscheid zet ik een paar opvallende observaties over de positie van een onafhankelijk universiteitsblad binnen de Universiteit Utrecht van de afgelopen 15 jaar op een rij.

Dag dag Ries Foto: Ivar Pel

1. Van papieren Ublad naar het digitale DUB

Toen ik in 2010 solliciteerde bij het Digitale Universiteitsblad vond achter de coulissen een heuse machtsstrijd plaats. Inzet was het opheffen van het papieren Ublad. In plaats daarvan moest een digitaal medium komen. De Universiteit Utrecht zou de eerste universiteit zijn met alleen een digitaal universiteitsblad. Met name het College van Bestuur was een groot voorstander, maar vond ook steun bij de redactieraad en de toenmalige hoofdredacteur. 

Voornaamste argumenten waren de sterk teruglopende oplage en de noodzaak te bezuinigen. De redactie verzette zich tegen deze vernieuwing en ook binnen de universitaire gemeenschap was de toon kritisch. Men vreesde het einde van de onafhankelijke universiteitsjournalistiek. “Mensen gaan geen lange lappen tekst achter hun pc zitten lezen. Dit betekent echt de doodssteek voor wat meer diepgravende, inhoudelijke journalistiek”, stelde universiteitsraadslid Max Patelski. Hij richtte de website redhetublad.nl op. Er kwam zelfs een bezetting van het bestuursgebouw om de afschaffing van het Ublad te voorkomen. Zij zagen een complot van het bestuur om zich te ontdoen van dat ‘ lastige’ medium.

Dat was het moment dat ik binnenkwam. Mijn inzet is geweest om van DUB wel degelijk een kritisch onafhankelijk medium te maken met een groot bereik binnen de universitaire gemeenschap. Natuurlijk heeft ieder medium zijn eigen kracht. Een papieren weekblad ligt voor het grijpen, naar een website moet je surfen. Bovendien is een weekblad een geheel waar je doorheen bladert, terwijl bezoekers op een site vaak willekeurig hoppen van het ene naar het andere artikel. Daarentegen is een website voor iedereen bereikbaar, ook voor degene die niet dagelijks op de universiteit aanwezig zijn. 

Wat enorm geholpen heeft bij de ontwikkeling, is de afspraak met het bestuur had afgesproken dat alle medewerkers en studenten automatisch de nieuwsbrief zouden ontvangen. Hierdoor krijgt nog steeds iedereen die zich niet actief afmeldt een overzicht van het laatste nieuws in de mailbox.

Het bereik van DUB is inmiddels vele malen groter dan het Ublad. In de afgelopen jaren is het aantal unieke bezoekers per maand gegroeid van rond de 30.000 in 2011 tot rond de 100.000 in 2024.   Dat zijn hoge cijfers, maar daar moet ik wel een kanttekening bij maken. Soms komen mensen via een zoekmachine bij een al populair artikel terecht. Zo is ons artikel Het studentikoze woordenboek: van aanduwen tot ufje en zeester vele jaren het meest gelezen artikel van het jaar en hebben al zo’n 600.000 bezoekers het artikel bekeken.

Het digitale universiteitsblad heeft ook inhoudelijk wel degelijk impact. Regelmatig worden in de universiteitsraad vragen gesteld naar aanleiding van publicaties in DUB, bijvoorbeeld over thema’s als sociale veiligheid, stages, onderwijsevaluaties, tijdelijke docenten of werkdruk.  

Een mooi voorbeeld van impact vind ik een verhaal uit 2016 van een promovendus waarin hij stelt dat de wijze waarop de Universiteit Utrecht cijferlijsten omzet naar het Amerikaanse Grade Point Average nadelig uitpakt voor studenten die naar het buitenland willen. Toenmalige rector Bert van der Zwaan erkende dat de UU een tikkie streng was en mede naar aanleiding daarvan hebben Nederlandse universiteiten het grading systeem aangepast. 

Daarnaast worden bij verschillende Kamerdebatten artikelen van DUB aangehaald om een vraag aan de minister te stellen, zoals deze vraag over tijdelijke aanstellingen van GroenLinks Kamerlid Lisa Westerveld.

2. Eigenaarschap bij de universitaire  gemeenschap

Als onafhankelijk medium is DUB niet het uithangbord van de Universiteit Utrecht, maar in de eerste plaats het platform voor alle studenten en medewerkers van de universiteit. Hoogleraar Pieter Hooimeijer benadrukte het als voorzitter van de redactieraad keer op keer: Het eigenaarschap van DUB ligt bij de universitaire gemeenschap. De redactieraad bestaat uit wetenschappers, andere UU-medewerkers, studenten en externe journalisten en houdt toezicht op de inhoudelijke koers van DUB. Zo wordt de onafhankelijkheid gegarandeerd. 

De afgelopen jaren is de afdeling communicatie van de universiteit gigantisch gegroeid en hanteren ze ook meer en meer een journalistieke werkwijze. Maar uiteindelijk wordt deze manier van werken gebruikt om  een boodschap over te brengen. Wat willen we als universiteit vertellen? Het grote verschil met DUB is dat de zevenkoppige redactie in eerste instantie kijkt wat voor studenten en medewerkers belangrijk is om te weten. Aan welke informatie is behoefte, ook als het geen prettig nieuws is voor de universiteit? 

De meerderheid van de collegeleden die mijn hoofdredacteurschap de revue hebben gepasseerd, zijn zich terdege bewust van het verschil tussen communicatie en journalistiek en respecteren onze onafhankelijkheid. Al wordt niet alles wat we publiceren met gejuich ontvangen. Het kan bijvoorbeeld pijnlijk worden als artikelen gaan over het bestuur zelf, zoals de declaraties van bestuursleden. Toch werden de publicaties knarsetandend geaccepteerd.

Slechts één keer leidde het schrijven van een artikel tot een conflict. Het viel ons op dat de toenmalige collegevoorzitter Marjan Oudeman veel bijbanen had en vroegen ons af hoe dat te combineren was met een voltijdse baan en in hoeverre er sprake kon zijn van belangenverstrengeling. Dit verhaal werd ons niet in dank afgenomen en leidde tot een tijdelijke communicatiestop. Wij vonden het echter een relevant verhaal voor de universitaire gemeenschap.

3. Angst voor vrije meningsuiting

Een van de kenmerken van een universiteit is de vrije uitwisseling van ideeën. De academische vrijheid staat hoog in het vaandel. Toch heb ik de afgelopen jaren gemerkt dat die vlieger niet helemaal opgaat.  

Bestuurders op verschillend niveau zijn in deze wereld bang voor reputatieverlies. Ze vinden het super wanneer DUB aandacht besteed aan hun project, maar waken er voor dat er geen negatieve zaken genoemd worden. Dat geldt zowel voor universitaire als studentenbestuurders.

Van menig blogger, opiniemaker of kritische medewerker kregen we achteraf te horen dat ze door een decaan of andere leidinggevende waren aangesproken op hun mening op DUB. “Het is misschien wel waar, maar nu kan iedereen het lezen. Daar zijn we niet blij mee”, kregen ze dan te horen.

We horen ook steeds vaker dat studenten of medewerkers niet aan een artikel willen meewerken omdat ze op voorhand bang zijn daarover te worden aangesproken. Ze denken dat het slecht is voor hun carrière. Het is nooit bewezen dat dit bij een beoordeling of sollicitatie een rol speelt, maar het is wel een gevoel dat blijkbaar leeft.

Gelukkig zijn er studenten en medewerkers die zich niet laten weerhouden om kritische opmerkingen te uiten. Ik vond zelf de opinie van Spinozaprijswinnaar Birgit Meyer over de bezuinigingen bij de faculteit Geesteswetenschappen een sterk en moedig verhaal. Maar recent ook de directe reactie van het Skills Lab op de aangekondigde bezuiniging. Het gaf de lezer weerwoord en daarmee een breder perspectief.   

4. Een gemeenschap onder druk

Als één ding de laatste duidelijk is geworden, is dat je niet meer kunt spreken over dé universitaire gemeenschap. Polarisatie zoals die zichtbaar is in de maatschappij, wordt ook merkbaar op de universiteit. 

Voor mij werd dat onder meer duidelijk in het grote project dat we vanuit de kring hogeronderwijsmedia, waarin alle universitaire en hogeschoolbladen samenwerken hadden opgezet over diversiteit in tijden van polarisatie. We wilden met alle hogeronderwijsmedia een onderzoek doen naar de beleving van diversiteit in het hoger onderwijs. Het was een strategisch speerpunt van veel universiteiten en hogescholen. Wij wilden weten hoe de studenten en medewerkers diversiteit en het beleid daarop ervaarden?

Het onderzoek werd ondermijnd door het platform GeenStijl die een oproep deed om de landelijk uitgezette enquête te saboteren. Desalniettemin is uit het hele onderzoek toch veel duidelijk geworden. Zo kregen diversiteitsmedewerkers zelf te maken met overschrijdend gedrag, alleen al vanwege hun functie. En uit de Utrechtse antwoorden die al binnengekomen waren voor de sabotage, bleek duidelijk dat er op de universiteit veel onvrede bestaat. De ene groep vindt dat ze te weinig serieus genomen worden, de andere groep vindt dat het diversiteitsbeleid is doorgeslagen en voelt zich daar ongemakkelijk bij. 

Een voorbeeld van zo’n tegenstelling was een artikel naar aanleiding ‘Black lifes matters’. Daarin gaven studenten en wetenschappers aan hoe zij institutioneel racisme ervaren. Zo stelden een geïnterviewde dat iedere witte Nederlander in essentie een racist is. Zij bedoelde daarmee dat de witte gemeenschap zoveel privileges heeft en daarmee profiteert van die achtergrond, dat je het racistisch zou kunnen noemen. De meeste Nederlanders vinden dat je  een racist bent als je bewust mensen discrimineert. Dus voor veel lezers was dit verhaal een schop tegen de schenen en er ontstond een felle discussie die voor beide partijen pijnlijk was. 

Het bleek de voorbode van een nieuwe tendens. We merken op DUB ook dat de tegenstelingen tussen groepen groter zijn geworden. In de reacties is de toon scherper, soms agressiever of ronduit beledigend. Om die reden moeten we vaker reacties schrappen.

Ook de pro-Palestina actievoerders gebruiken een harde toon. Ik kan me wel vinden in hun protest op de universiteit, maar de toon is nu en dan intimiderend, zowel richting bestuur als richting andere studenten en medewerkers van de gemeenschap. Ze deinzen niet terug voor op de persoon gerichte acties, soms spreken zen mensen aan op hun Joods zijn en stellen dat iemand die het niet eens is met hun ideeën ten aanzien van een algehele boycot van Israëlische universiteiten, zelf medeplichtig is aan genocide.

Aan de andere kant groeit op de universiteit de groep ‘ rechtse studenten’ . Ook zij hanteren een heftig jargon waarin ze zich verzetten tegen diversiteit en internationalisering. Een van de studentleden maakte in een opinie de een groep studenten belachelijk omdat zij ‘ tegenwoordig vier keer van studie én van gender kunnen wisselen‘. Daar voelden met name de queerstudenten zich onprettig door. 

Ik heb het altijd belangrijk gevonden om alle partijen van die gemeenschap wel de kans te geven hun mening op DUB te kunnen uiten, ook al gaat het dan om uitersten. Het is een functie van DUB om te laten ziet er leeft binnen de universitaire gemeenschap. Al moet je waken over de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Wanneer is een boodschap tè kwetsend? Daarover wordt ook binnen de redactie flink gediscussieerd. 

Dag dag Ries Foto: Ivar Pel

Minor journalistiek 
Tot slot wil ik een pleidooi houden voor meer aandacht voor journalistiek in het onderwijsprogramma. Journalistiek ligt maatschappelijk onder vuur en er is veel discussie over de functie van  journalistiek in de maatschappij. Bij een universiteit die studenten wil opleiden om een bijdrage te leveren aan een betere wereld, zou een journalistiek onderwijsprogramma waarin gereflecteerd wordt over de rol van de media een essentieel onderdeel moeten zijn. En bij voorkeur vanuit een interdisciplinaire benadering.

We merken dat veel studenten willen verkennen of de journalistiek iets voor hen is. Ze kunnen bij ons ervaring opdoen als freelancer of stagiaire. Maar als ze op het gebied van onderwijs iets willen doen, zijn de mogelijkheden zeer beperkt. Er is een enkele cursus, maar voor een master moet je naar Amsterdam, Leiden of Groningen. En zelfs een minor journalistiek heeft de UU niet.

Een paar jaar geleden heb ik dat aangekaart en kwam ik met een voorstel om een minor  sustainable journalistiek  op te zetten. Toenmalige rector Henk Kummeling was enthousiast, maar de universitaire regel dat zo’n initiatief door één faculteit gedragen moet worden hielp niet mee. Ook de dreigende bezuinigingen niet. Gelukkig wordt er gewerkt aan een alternatief, een minor bestaande uit cursussen die al gegeven worden. Ik hoop dat dit het startpunt kan zijn. En dat DUB in de toekomst een rol kan spelen bij die minor.

Inspirerende omgeving
De universiteit is een mini maatschappij en DUB doet daar verslag van. Zo hebben we een schat aan ervaring opgebouwd en lopen we bij voortduring tegen dilemma’s op die spelen binnen de gemeenschap. De universitaire journalistiek kan de nieuwe generatie studenten helpen hun visie op de maatschappij te ontwikkelen. 

Het was voor mij een waar genoegen om 15 jaar rond te lopen op de universiteit. Het is een inspirerende omgeving waar ik als journalist met heel verschillende mensen vanuit totaal onderscheidende achtergronden heb mogen spreken. De receptionist die zijn vaste plek kwijt raakte, de activist die zich tijdens een bezetting druk maakte over zijn tentamen de volgende dag, de corpsstudent die zich inzette voor het goede doel, de bestuurder met fonkelende ogen omdat hij voor het eerst opa was geworden, de tijdelijke docent die zo graag een academische carriere zou willen, de student uit India die weer terug moest naar haar moederland. Ik kreeg gevoelens van euforie mee, maar ook van zorg en frustratie. Persoonlijke verhalen kleuren de universiteit. Ik heb er veel van geleerd en dat neem ik voor altijd mee. 

Login to comment

Reacties

We stellen prijs op relevante en respectvolle reacties. Reageren op DUB kan door in te loggen op de site. Dat kan door een DUB-account aan te maken of met je Solis-ID. Reacties die niet voldoen aan onze spelregels worden verwijderd. Lees eerst ons reactiebeleid voordat u reageert.

Dank voor je goede werk Ries.

Advertentie