Xander Bronkhorst
“Ja, dat is echt gras. U zou moeten zien hoeveel toewijding van de groundsmen daar in gaat zitten.” Het in smetteloos wit geklede bejaarde stel is in de eerste lentezon op weg naar een vroeg tennispartijtje en prijst zich gelukkig met het lidmaatschap van de exclusieve Hurlingham Club. Aan de oevers van de Theems staan in West-Londen meer dan 16 hectare strakgroene tennis-, cricket-, polo- en crocquetvelden tot de beschikking, en daarbij nog enkele fijne tea- & dinner faciliteiten.
Hier is de Britse upper class nog onder elkaar. Van de nieuwrijke Russen, die hun intrek hebben genomen in de nabijgelegen luxe appartementencomplexen, is voorlopig weinig te vrezen. Wie geen kind is van een Hurlinghamlid, moet zo´n vijftien jaar wachten voordat hij bovenaan de wachtlijst staat.
He’s a giant
Dit is de perfecte omgeving voor een van die vele merkwaardige rituelen die de Britse sportwereld kenmerkt: de Boat Race Weigh In, oftewel de weging van de zestien deelnemers aan de jaarlijkse roeistrijd tussen Oxford en Cambridge. Eén van de mannen die op de weegschaal komen te staan, is Sjoerd Hamburger, in Utrecht afgestudeerd in de Algemene Sociale Wetenschappen en prominent lid van de studentenroeivereniging Orca. Hij is na Delftenaar Gerritjan Eggenkamp in 2002 de tweede Nederlander die is geselecteerd voor de Oxford Blue Boat.
In het neoclassicistische clubhuis geniet het geheel uit mannen bestaande journaille van een ononderbroken stroom aan gegrilde eitjes op toast, gekruide worstjes met spek omwikkeld en ham- en zalmsandwiches. Wat ze weten over Sjoerd? “He´s massive, a giant”. Bladerend in de persmap gaan ze op zoek naar zijn gegevens. Met 2,05 meter is Sjoerd de langste van alle deelnemers, maar niet de langste ooit. Dat was Cambridge-oarsman Josh West, die begin deze eeuw deelnam en twee centimeter langer was.
Statistieken, en dan vooral de historische duiding van de getallen, daar blijkt het in de dagen voor de 155ste editie van de Boat Race om te gaan. ITV-commentator Peter Drury wil dat nog wel even illustreren in zijn aankondiging van het ceremonieel. “De bootrace vindt op precies dezelfde dag plaats als vorig jaar. Dat is alleen in 1912 eerder gebeurd. En we weten allemaal wat er in 1912 aan de hand was, toch? Beide boten zonken. Dus jongens …”
Maar vandaag moet eerst de belangrijke vraag worden beantwoord of de dark blues van Oxford of de light blues van Cambridge dit jaar de zwaarste crew hebben. Belangrijk, want de geschiedenis zegt dat de boot met het meeste gewicht de beste kansen heeft en de bookies, waar stevig wordt ingezet op de winnaar, weten dat. De roeiers zelf, zo vertelt een correspondent van Australische roeibladen, proberen met vele liters water het aantal kilo´s tijdelijk nog wat op te vijzelen. “Vroeger smokkelden ze ook allerlei ijzeren voorwerpen mee, maar in dat strakke outfit dat ze tegenwoordig dragen, is dat niet mogelijk.”
Mentale tik
Als de eerste roeiers, de ‘boegen’ OF BOEGBEELDEN? van beide teams, het podium opkomen, wordt meteen duidelijk dat dit ook de gelegenheid is voor wat psychologische oorlogsvoering. Waar de Amerikaanse Cambridge-roeier Rob Weitemeyer schaterlachend Schwarzenegger-poses ten beste geeft, staart de Pool Michal Plotkowiak naast hem emotieloos in het niets, een houding die door de zeven volgende Oxford-roeiers wordt gekopieerd. Ook door Hamburger die vooral zijn best doet nog langer te lijken dan hij al is: de teller stopt bij de 101,8 kilo.
Wanneer de computer zijn werk heeft gedaan, kan Peter Drury de melding maken dat de Oxford-boot van dit jaar met een gemiddeld gewicht van 99,7 kilo de zwaarste ooit zal zijn. De journalisten snellen weg om telefonisch dat indrukwekkende feit door te bellen naar hun redacties.
Sjoerd Hamburger schuift even later aan op het zonovergoten terras voor een gesprek dat herhaaldelijk onderbroken zal worden voor fotosessies met één van de fotografen. Vooral een plaatje met de meer dan 40 centimeter kortere Cambridge-stuurvrouw Rebecca Dowbiggin is gewild.
“Ach ja, je weet dat dit eigenlijk helemaal nergens over gaat. Hier win je de race niet”, zegt hij met de hem kenmerkende Friese nuchterheid over het toneelspel dat vooraf ging, “maar tegelijkertijd is het toch wel leuk om als zwaarste ploeg ooit de boeken in te gaan. Dan geef je ook even een mentale tik weg. Daar wil je wel wat extra flesjes water voor drinken.”
Over het jolige gedrag van enkele Cambridge-roeiers kan hij zijn ergernis nauwelijks verbergen. “Ze denken misschien dat ze grappig doen. Wij willen vooral uitstralen dat we professioneel en serieus bezig zijn.”
Hamburger weet dat de Oxford-boot inmiddels veruit favoriet is. En niet alleen vanwege het gewicht dat er in zit. De ploeg wordt alom beschouwd als één van de sterkste Oxford-ploegen ooit. Hamburger incluis namen liefst vijf van de acht ooit deel aan een Olympische Spelen. “Alle odds zijn in ons voordeel, maar daar houd ik me niet mee bezig. Winnen doe je op het water. Voor mij telt dat de boot gewoon lekker loopt de laatste tijd.”
Van onderlinge intriges zoals die bekend zijn uit True Blue, de vermaarde film naar aanleiding van het boek van Oxford-coach Daniel Topolski over de race van 1987, is hem niets gebleken. Destijds trok een aantal Amerikaanse toproeiers zich zes weken voor de start terug, omdat één van hun landgenoten plaats moest maken voor de Schotse president van de selectie. “In september hebben we met zijn allen nog eens naar die film gekeken, maar ik moet zeggen dat alles dit jaar in orderly fashion is verlopen, zoals ze dat hier zeggen. Natuurlijk de selectieprocedure was keihard, maar er was groot respect onderling en de sfeer bleef goed. De beste grap die we met elkaar hebben uitgehaald? Misschien dat we een jongen hadden wijsgemaakt dat hij urine en een schijtsample moest meebrengen bij het kennismakingsgesprek met de dokter van het team, zelfs met een fake-mailadres van de arts. Ik vond dat erg lachen.”
30.000 pond
Het voornemen van Hamburger om ooit de Boat Race te gaan roeien nam vastere vormen aan toen hij een aantal jaar geleden een fixture, een trainingswedstrijd, tegen een Blue Boat roeide. “Toen zag ik wat die wedstrijd werkelijk betekende.” Na de enigszins teleurstellend verlopen Olympische Spelen waar hij dertiende werd in de skiff, was het moment aangekomen. “Ik wilde een jaar studeren en daarnaast een mooi roeiprogramma draaien. Dan is dit natuurlijk de mooiste combinatie. Een gerenommeerde universiteit en een legendarische wedstrijd.”
Het bedekte gemor over het feit dat de Oxford-boot slechts twee Britten kent en dat de universiteit zijn academische status te grabbel lijkt te gooien door overal ter wereld talentvolle roeiers te scouten, vindt hij kinnesinne. Amerikaanse toestanden met uitzonderingsposities voor topsporters kent Oxford volgens hem niet. “We hadden een hele sterke jongen in onze selectie die hier een PhD deed. Die moest vertrekken omdat de kwaliteit van zijn onderzoek niet voldoende was. Daar wachten ze dus niet even mee tot hij de Boat Race heeft kunnen roeien.”
Ook het feit dat deze Weigh In enkele dagen eerder plaatsvindt dan normaal omdat enkele roeiers nog MBA-examens hebben de week voor de race, zegt volgens hem genoeg. “Die jongens willen die examens echt halen, anders kunnen ze 30.000 pond inschrijfgeld door de plee spoelen. En zoveel is het roeien nu ook weer niet waard.``
Hamburger zelf stelt ook de normale strenge en bureaucratische sollicitatieprocedure te hebben doorlopen. Hij vindt zelfs dat het strakke studeerregime het jaar Oxford eerder tot een uitdaging maakt dan de voorbereidingen voor de Boat Race. “De trainingsbelasting van 12 keer per week, daar was ik wel aan gewend, maar er komt hier zoveel meer bij kijken.”
Hij schetst een doorsnee dag: “Zes uur opstaan, zeven uur op de ergometer, opschieten om op tijd in de collegebanken te zitten, ’s middags met twee minibusjes naar de loods, iets voor vijven terug zodat je de avondcolleges kunt volgen, en uiteindelijk tot tien uur in de bieb aan je essays werken. En denk maar niet dat er met de deadlines is te sjoemelen. Dan mag je drie keer boatracer zijn, je doet het gewoon zoals ieder ander.”
Zijn Orca-trainer Els Stronks, als Neerlandica verbonden aan de UU, wist niet wat ze zag toen hij met haar skypte vanuit een trainingskamp in Frankrijk. ‘Sjoerd, wat zie je eruit!!!’, kreeg hij te horen. “Ja, bruut trainen en ook nog eens twee essays maken. Op een gegeven moment val je om en word je letterlijk ziek.”
Zijn studiegenoten van de master Evidence Based Social Intervention heeft de Utrechter echter nooit verteld dat hij trainde voor het grootse roei-evenement. “Dan zou het alleen daar over gaan, daar had ik geen zin”.
Hoewel hij absoluut geen tijd of puf had voor drinkgelagen en “´s avonds vieze woorden poepen”, kon hij op zijn College niet verbergen dat hij eind maart één van de helden van de universiteit hoopt te zijn. “Als je een universitair ???? sportteam mag vertegenwoordigen dan ontvang je een blue, een blauw colbertje. Daar willen ze tijdens het diner van het College waar iedereen aanwezig is wel even melding van maken. Zo merk je steeds weer dat je deel uitmaakt van meer dan anderhalve eeuw geschiedenis.”
Ik moet er nog van roeien
Na zijn optreden aanstaande zondag op de Theems - waar naast de kwart miljoen toeschouwers op de kades wereldwijd vele tientallen miljoenen televisiekijkers getuige van zullen zijn - zit zijn Oxfordtijd er bijna op. In zijn laatste term moet Hamburger zijn thesis schrijven. Daarvoor hoeft hij niet meer continue in Engeland te zijn. In Nederland wil hij aan de slag met een nationale equipe met opnieuw als doel te schitteren in Londen, maar dan tijdens de Olympische Spelen van 2012.
En hij hoopt wat meer tijd door te kunnen brengen met zijn “vriendinnetje”. Hamburger blijkt al bijna een jaar een relatie te hebben met ex-wereldkampioene schaatsen Paulien van Deutekom, voormalig studente Pedagogiek in Utrecht. “We hebben elkaar een aantal jaar geleden leren kennen tijdens een werkgroep van sportpedagoog Albert Buisman en zijn altijd mailcontact blijven houden. Vorig jaar zijn we een keertje koffie gaan drinken en van het een kwam het ander. Maar het is echt niet slim van een zomersporter om iets te beginnen met een wintersporter. Alles bij elkaar is ze hier twee keer hgeweest.”
Als het interview is afgelopen, krijgt Hamburger voor de zoveelste keer een sandwich aangeboden. Gretig tast hij toe en knikt naar het overijverige personeelslid. “Thank you very much. I need to grow. ” En dan in het Nederlands. “Ik moet er nog van roeien.”
Uren later zijn we enkele honderden meters verderop aan de overkant van de Theems. Vanuit de karakteristieke oude bootloodsen nabij Putney Bridge nemen de acht Oxford-roeiers hun helgele boot op de schouders. Ze lopen met grote zwarte laarzen het stenen talud af.
Hier begint zondag ook de race. Precies 4 miles en 374 yards oftewel 6779 meter verderop, vlak voor Chiswick Bridge, zullen de acht weten of daar de eeuwige roem van hun universiteit ligt te wachten. Sean Bowden, al twaalf jaar de Oxford-coach kijkt goedkeurend hoe zijn jongens beginnen aan hun dagelijkse outing op de rivier. Eerder bij de Hurlingham Club heeft hij nog onomwonden zijn vertrouwen uitgesproken in Hamburger. “Sjoerd is natuurlijk beresterk, maar belangrijker is dat hij enorm goed met druk omgaat. Het was voor mij daarom snel duidelijk dat ik hem in de boot wilde. En ik hou van de Nederlandse manier van communiceren: open, eerlijk en zelfbewust. Vooral de Amerikaanse jongens schrikken daar wel eens van. Die zijn veel plichtsgetrouwer en niet gewend om te discussiëren op het water. Maar geef mij er nog maar een paar als Sjoerd. Hopelijk wordt het zondag een mooie dag, ook voor het Friese volk en voor jullie universiteit in Utrecht.”