Mannen aan de afwas, vrouwen werkzaam in de bouw. De emancipatie lijkt zo langzamerhand afgerond. Er is immers zelfs een heuse eredivisie opgericht voor voetballende vrouwen. Maar drummende vrouwen? Moeilijk.
Volgens het onderzoek Gender differences in musical instrument choice, dat werd uitgevoerd door genderspecialiste Susan Hallam van de Universiteit van Londen, is de communis opinio nog immer dat meisjes niet achter een drumstel horen. Meisjes zouden subtielere instrumenten als de fluit en de harp voorbehouden zijn, zo wordt gesteld, jongens mogen zich wel uitleven op elektrische gitaren en drums. Een van de redenen dat jongens en meisjes nog altijd voor stereotype instrumenten kiezen, en waarom drummende meisjes dus schaars zouden zijn, komt volgens Hallam voort uit de angst om te kiezen voor een ‘verkeerd’ instrument. Drums worden beschouwd als weinig meisjesachtig; als een meisje toch kiest voor drummen loopt ze de kans om met een scheef gezicht aan te worden gekeken.
Daan Vroon, drumdocent bij Parnassos en afgestudeerd bioloog, heeft een andere verklaring voor de schaarste aan drummende vrouwen. "Vrouwen hebben doorgaans bredere heupen en smallere schouders dan mannen. Dit maakt dat bij vrouwen het zogenaamde centre of moments - uit Cuttin et al - hoger in de borst ligt. Dit is het referentiepunt waar omheen alle bewegingen van het lichaam een regelmatige geometrische beweging maken, en stelt ons in staat de sekse van een lichaam te bepalen door alleen naar de relatieve bewegingen van de onderlinge ledematen te kijken. Kortom: vrouwen bewegen fundamenteel anders. En als je dat kan zien, waarom dan niet horen? De regelmatig voorzichtig gesignaleerde houterigheid bij vrouwelijk drummers dicht ik graag aan deze biologische invariantie toe. Ik zeg het niet vaak en ik zeg het niet graag, maar geef mij maar vrouwen die op mannen lijken..
Meisjes behoren dus voor fijnbesnaarde instrumenten als de harp te kiezen. En mochten ze toch hun keuze laten vallen op het drumstel, dan moeten ze rekening houden met een motorische achterstand ten opzichte van de man. Het zal Madelon, Sanne, Hilke, Eveline en Lotte allemaal worst zijn; alle vijf doen ze hun eigen zin en slaan er minimaal twee keer in de week op los. De vijf moeten wel toegeven dat ze soms raar worden aangekeken: “Nou ja, als je vertelt dat je drumt, willen sommige mensen wel eens verbaasd kijken, maar heel even maar hoor.”
Zo raar zijn drumsters toch ook weer niet: één van de populairste rockbands van het moment, The White Stripes, heeft een vrouw achter de trommels. De vijf studentes beschouwen deze Meg White niet bepaald als hun grote voorbeeld: “Die is van de eenvoudige boem, tjak, boem, tjak.” Als er naar indrukwekkende drummers gevraagd wordt, komen toch de mannen naar voren. Madelon: “Kennen jullie Avenged Sevenfold? Dat gaat wel richting metal, met getatoeëerde mannen enzo. Die drummer gebruikt twee bassdrums!” Lotte: “Bedoel je niet gewoon een dubbelbassdrumpedaal?” Madelon: “ Nee, echt twee bassdrums. Best cool.”
De vijf studentes zijn pas op latere leeftijd aan het drummen geslagen. Drie van hen hebben in het verleden een ander muziekinstrument bespeeld. Zo voldeed Eveline acht jaar lang aan het stereotype beeld van het subtiele-instrument-bespelende meisje: van haar achtste tot haar zestiende heeft ze dwarsfluit gespeeld. Die fluit hangt nu in de wilgen.
Lotte wilde vroeger al drummen, maar ondervond enige weerstand bij haar moeder: “Ik mocht niet: het gaf teveel lawaai. Ze vond piano mooier.” Ze begrijpt wel dat haar moeder haar liever op pianoles stopte: “Ook beter voor de buren.”
Nu ze op zichzelf woont in Utrecht, heeft ze alsnog haar drumwens in vervulling laten gaan. En haar moeder tekent niet langer bezwaar aan: “Ze vindt het alleen maar leuk dat ik me muzikaal verdiep.”
Ook Sanne heeft vroeger piano gespeeld. “Maar op een drumstel kun je pas echt helemaal losgaan. Heerlijk. Wat ook lekker is: voor college jezelf wakker drummen.”
Madelon voegt eraan toe dat drummen helend kan werken: “Je kunt al je agressie botvieren op die paar trommels. Bij andere instrumenten moet je je zo inhouden, moet het allemaal heel erg subtiel. Niets voor mij.” Sanne beaamt dat het eruit gooien van frustraties een bijzonder aangename bijkomstigheid is van haar muzikale hobby. “Na een tentamen, dat werkt ook goed. Even tijd voor totaal iets anders.”
Drumdocent Pim van Ham zegt steeds meer meisjes in zijn lessen te mogen ontvangen. “Toen ik zo’n vijf jaar geleden begon met lesgeven, had ik één of twee meisjes die de drumcursus volgden. Laatst waren er dat niet minder dan acht. Wat ik me wel afvraag: waar blijven die meiden? De jongens die ik heb lesgegeven kom ik nog wel eens tegen in bandjes. De meisjes blijven onzichtbaar.”
En inderdaad, de vraag ‘wie speelt momenteel in een band’ levert slechts één opgestoken vinger op. De andere vier hebben wel de wens om deel uit te gaan maken van een band, maar willen eerst nog beter worden. Alleen Eveline, de meest ervaren van het stel, past haar kunsten al toe: “Ik speel zelfs in twee bands: ‘The Mrs.’ en ‘Furry Furniture’. ‘The Mrs.’ bestaat enkel uit vrouwen. Of nou ja, op dit moment is de bassiste met zwangerschapsverlof, haar plaats is nu even ingenomen door een man. Maar ze komt wel weer terug. Wat we dan met die man doen, weet ik eigenlijk niet.”
Het recept een nog betere drumster te worden bestaat uit een woord: oefenen. Dat weten de vijf en dus oefenen ze niet alleen in de kelders van Parnassos, ook thuis worden de stokken gehanteerd. Op een zogenoemd oefenpadje bijvoorbeeld, zoals Lotte doet. Madelon slaat veelal eenvoudigweg op haar knieën. Sanne doet het naar eigen zeggen overal: “Op bed, op mijn kussen, op de tafel, op mijn boekenrek, op de grond, op mijn bureau. In het bureau zitten nu allemaal putjes.” Hilke: “Ik sla met mijn drumstokken op mijn muismat.” Sanne: “Dat is een goed idee; veel beter voor mijn bureau. En voor mijn huisgenoten.”
Voor de drumlessen zijn ze natuurlijk wel aangewezen op de kelders van Parnassos. Sanne: “Vorig jaar zat daar tijdens mijn les niet alleen Pim mijn drumleraar, maar ook een bekende van hem. Bleek de drummer van Peter Pan Speedrock te zijn. ‘Wauw’, dacht ik, ‘nu moet ik het echt goed doen.’” Lotte: “Ja, die man zat er ook bij mij een keer bij. Zomaar. Weet je wat ie tegen mij zei? ‘Je slaat best hard voor een meisje.’ Ik weet niet of ik dat als een compliment of als een belediging moet opvatten…’
Madelon Roosendaal, 20, derdejaar Taal- en Cultuurstudies
Favoriete band: Muse
Drumt sinds: september 2007
Oefenfrequentie: 1x in de week les, 2x in de week oefenen
Sanne Dammers, 20, tweedejaars Pedagogiek
Favoriete band: Coldplay
Drumt sinds: september 2007
Oefenfrequentie: 1x in de week les, 1x in de week oefenen
Hilke Lentink, 21, vierdejaars Aardwetenschappen
Favoriete band: Kaizers Orchestra
Drumt sinds: februari 2008
Oefenfrequentie: 1x in de week les, 2x in de week oefenen
Eveline van der Linden, 22, masterstudente Meteorologie, Fysische Oceanografie en Klimaat
Favoriete band: Radiohead
Drumt sinds: september 2006
Oefenfrequentie: 1x in de week les, 2x in de week oefenen
Lotte van der Vleuten, 22, masterstudente Comparative History
Favoriete band: Queens of the Stone Age
Drumt sinds: februari 2008
Oefenfrequentie: 1x in de week les, 3x in de week oefenen