Bert van der Zwaan kijkt terug op negen uitspraken in acht jaar rectoraat
Met Bert van der Zwaan had de universiteit een bevlogen rector die geen blad voor de mond nam en het debat steeds opzocht. DUB keek terug en sprak met de rector over een aantal kwesties dat de afgelopen jaren speelde.
“De paradoxale student moet je bij de les houden”
Bij zijn eerste diesrede in 2011 sprak Van der Zwaan over de paradoxale student: de student die graag binnenkomt bij de UU maar zich dan eenmaal binnen als onzeker en ongemotiveerd presenteert. Oorzaak is de enorme toestroom van studenten, en met name zij die niet op een universiteit thuis horen. Zijn voorgestelde aanpak was om deze studenten beter bij de les te houden door ze hard aan het werk te zetten.
“Ik zie die paradoxale student nog steeds af en toe”, zegt Van der Zwaan. “Dat zijn de passievelingen met weinig eigen initiatief. Het probleem is ontstaan doordat er te veel studenten naar de universiteit komen. Op de universiteit wil je studenten die supernieuwsgierig zijn. Ik denk overigens wel dat ons matchingstraject helpt om studenten beter te laten nadenken of ze echt op de universiteit thuis horen. Het gaat zeker niet om alle studenten. Gelukkig zie ik ook studenten die heel betrokken zijn bij hun studie en daarbuiten, bijvoorbeeld voor zaken als duurzaamheid.”
“De UU dreigt een bacheloruniversiteit te worden”
Een aantal jaar geleden vertrokken veel studenten uit Utrecht na de bachelor om elders een master te volgen. Er was een negatieve balans wat betreft masterinstroom. Dat was de reden voor een mastervernieuwing. “Je zag dat de studenten zo’n vijf à zes jaar geleden positief oordeelden over de bachelor, maar dat de waardering voor de master achterbleef. Door beter te kijken naar de aansluiting met de arbeidsmarkt en een betere invulling te geven aan de researchmasters is dat echt verbeterd.”
Utrecht liep voorop met het afschaffen van de doorstroommaster. Later is dat overal beleid geworden. Er kwam een harde knip en je werd niet meer automatisch aangenomen bij een Utrechtse master. “Je kan nu selecteren. Hoewel die niet bij elke opleiding hetzelfde is, kunnen mensen wel uitgesloten worden. De internationale studenten concurreren daarbij met de Nederlandse studenten. In de politiek zie je nu daarom weer de roep om een doorstroommaster, met name voor de Nederlandse studenten. Maar je kunt niet voor de ene groep andere criteria laten gelden dan voor de andere groep. Ik ben voor die selectie. Je wilt de beste studenten.”
“Ga tegen de stroom in en kies voor slow science”
Op het pleidooi voor slow science tijdens de nieuwjaarsreceptie van 2013 kreeg Van der Zwaan veel commentaar. Hij wilde minder kwantiteit en meer kwaliteit. Dit zou toch ten koste gaan van de rankings, dachten de critici.
“Dat is helemaal niet waar. Ik heb vanaf het begin ingezet op meer kwaliteit. Liever één verhaal in een toptijdschrift dan tien publicaties in mindere bladen. Dat wordt ook in de rankings gewaardeerd. En zoiets als de promotor van het jaar. Dat is verschrikkelijk. Ga voor het mooie proefschrift, niet voor het aantal.”
Daarmee liep hij vooruit op latere manifesten van Science in Transition en De Nieuwe Universiteit. Deze groepen wezen op de ‘perverse prikkels’ en de noodzaak om meer in te zetten op maatschappelijke relevantie. “Op dat punt was ik het eens met Frank Miedema en zijn Science in Transition. Maar ik was het helemaal oneens met de suggestie dat al het onderzoek van Geesteswetenschappen moest stoppen. Dat zou onvoldoende maatschappelijke impact hebben. Dat vind ik flauwekul.”
“Onderzoek heeft als taak maatschappelijke problemen op te lossen”
“Zo’n zeven jaar geleden vonden we dat al ons onderzoek excellent moet zijn. Prima, maar dat is niet voldoende. Ik heb me er sterk voor gemaakt dat onderzoek ook moet bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen. We doen dat bijvoorbeeld goed op het gebied van duurzaamheid en life sciences. Maar dat wij hier op de universiteit geen grootschalig onderzoek doen naar migratie vind ik eigenlijk niet kunnen.”
In het onderzoek zijn enkele ingrijpende keuzes gemaakt. Zo zijn er vier strategische thema’s gekozen waarbij multidisciplinair onderzoek de norm is. “Daarnaast ben ik er trots op dat we dit jaar met de zogenaamde hubs zijn begonnen. Hier leggen we het contact tussen maatschappelijke organisaties en de onderzoekers. Het zijn ontmoetingsplaatsen voor mensen met ideeën of bedrijven met geld die willen meedenken. En het werkt. Kijk naar het onderzoek over energie en hoe je komt tot minder emissies of de hub van Instituties waarbij gekeken wordt naar burgerlijke initiatieven.”
“Diversiteit op de universiteit is bittere noodzaak”
Het debat over diversiteit wordt te vaak versimpeld tot het Engels versus het Nederlands, stelde Van der Zwaan twee jaar geleden. “Ik heb altijd al gezegd dat diversiteit op een universiteit heel belangrijk is. Daarbij moet je breed kijken. Zowel naar man-vrouwverhoudingen als naar interculturaliteit. Een diverse organisatie functioneert beter, dat wijst de praktijk uit.”
Het blijkt in de praktijk wel lastig om de diversiteit te bereiken. “Ik heb als rector meegemaakt dat ik bij een voordracht voor een hoogleraar de zoveelste kloon kreeg van de bestaande hoogleraar. Het is soms heel lastig om een decaan te overtuigen dat er ook andere goede kandidaten zijn. En dat moet veranderen. Ik vind niet dat je in het algemeen moet spreken van quotering, maar in sommige gevallen kan het wel werken.”
“De footprint op de UU moet en kan kleiner”
Van der Zwaan draagt duurzaamheid een warm hart toe. Hij heeft met studenten en medewerkers gediscussieerd over samenwerking met Shell, over het stoppen met huisbankier ABN Amro en heeft zelf een pleidooi gehouden om vlees uit de kantines te bannen.
“Als rector ga ik in principe niet over de bedrijfsvoering. Toch kwam ik steeds meer studenten en medewerkers tegen die er belang aan hechten bij een duurzame organisatie te werken of studeren. Je wilt je studenten opleiden als maatschappelijk verantwoorde burgers. Wat is dan de verantwoordelijkheid van de universiteit zelf? Als privépersoon eet ik geen vlees, ook vanwege de impact. Ik zou het in die context goed vinden als de universiteit een voorbeeld stelt. We hebben nu al afgesproken bij de Universitaire Bestuursdienst om geen vlees meer te gebruiken. Maar ik kan natuurlijk niet mijn eigen visie opleggen aan anderen. Het is een debat dat constant gevoerd moet worden.”
“Geen ontgroening meer bij studentenverenigingen”
In december kwam in het nieuws dat het televisieprogramma Rambam undercover had gefilmd bij de kennismakingstijd van studentenvereniging UVSV. “De beelden geven een naar beeld van de introductie”, schreef de rector toen. UVSV heeft in de tussentijd onderzoek gedaan naar de incidenten en de banden met de UU zijn grotendeels hersteld.
“Principieel vind ik dat studenten een veilig en prettig begin van de studie moeten ervaren waarbij hun persoonlijke integriteit niet in het geding mag komen. Volgens mij kan de kennismakingstijd anders. Als je samen aan een opdracht werkt, kun je ook een saamhorigheidsgevoel krijgen. Daar heb je dat ontgroenen niet voor nodig.”
Dat kan de rector vinden, maar formeel heeft de universiteit daar niet veel over te zeggen. Alleen aan het geven van subsidies kan de universiteit voorwaarden stellen. “Wij zijn aan elkaar verbonden. We zijn nauwe partners. Daarom hebben we een protocol waarin we afspraken maken. Daar moeten de verenigingen zich aan houden. Zo niet, dan nemen we ook meteen maatregelen, zoals bij UVSV. Je moet dan wel de vereniging de mogelijkheid geven om zich te verdedigen. In dit geval was de aandacht van de media overweldigend en ik heb de vereniging op dat punt in een blog ook verdedigd. Achteraf bleken de incidenten niet zo heftig als vooraf was aangekondigd.”
Niet alleen UVSV kwam in het nieuws, ook de Utrechtse Aardwetenschappen Vereniging, het departement waar Van der Zwaan zelf werkzaam was. “Die liedjes werden in mijn tijd niet gezongen hoor”, zegt hij. “Maar het is ook niet zo dat helemaal onbekend was. Volgens mij is het grote probleem in de studentenwereld de drankcultuur. Studenten drinken meer en ik word daar zelfs wel eens door ouders op aangesproken. Daar zou ik in de toekomst meer aandacht voor willen.”
“De bonnetjesaffaire gaf een verkeerd beeld”
“De affaire die mij het meest geraakt heeft, is de bonnetjesaffaire”, vertelt Van der Zwaan. Hij zou ten onrechte businessclass gevlogen hebben en een te duur hotel hebben geboekt. “Ik heb in mijn tijd als rector altijd een voorbeeld van integriteit willen zijn, een voorbeeld voor de docenten. Ik heb vrijwillig salaris ingeleverd en sober gedeclareerd. De inspectie sprak over vluchten en hotels die ik zelf niet eens geboekt heb en waarvoor de Raad van Toezicht toestemming had gegeven. En dan wordt door de inspectie en in de media een beeld gecreëerd dat wij graaiers zouden zijn. Dat doet pijn.”
“Bestaat de universiteit in 2040 nog?”
Tijdens een sabbatical reisde Van der Zwaan de wereld rond en op grond van zijn ervaringen schreef hij het boek Haalt de universiteit 2040? Het boek is vertaald in het Engels en heeft veel reactie losgemaakt.
“Mocht ik nog leven in 2040 dan zal ik de universiteit niet meer herkennen. De opzet van de cursussen zal anders zijn, er zal sprake zijn van robotisering en digitalisering van het onderwijs. Maar ik ben wel positief ingesteld. De universiteit zal in 2040 nog wel bestaan.”
Het boek en zijn voorzitterschap van de Leru, het internationale samenwerkingsverband van onderzoeksuniversiteiten, zorgden dat de afgelopen jaren veel deuren voor Van der Zwaan opengingen. “Ik heb in deze jaren geprobeerd om van buiten naar binnen te kijken. Hoe ziet de universiteit er van een afstandje uit? In welke bubbel zitten wij? Dat heeft me gesterkt in de overtuiging dat we het contact met de maatschappij moeten opzoeken: de civic university. Laat de universiteit goed luisteren naar de maatschappij en dat vertalen in onderwijs en onderzoek. Dat is een zeker een belangrijke opdracht voor de toekomst.”
Komende week publiceert DUB verhalen waarvan de onderwerpen door gasthoofdredacteur Bert van der Zwaan zijn bedacht.